• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De hennen en de hetten

1 juli 2023 door Robbert-Jan Henkes 8 Reacties

Albertus Verhoesen (1885), Een haan met hennen en kippen.

‘De tegenstelling tussen hen en hun is jong en kunstmatig,’ aldus Nicoline van der Sijs op bladzijde 426 van haar standaardwerk Taalwetten maken en vinden. De eerste die het uit de lucht gegrepen onderscheid maakte tussen hen voor de vierde en hun voor de derde naamval, om het Nederlands dichter bij het als ideaal van het Latijn te brengen, was de grammaticus Christiaen van Heule in 1625, en zijn 17de- en 18de-eeuwse collaegae volgden hem daarin. Maar pas op: het was volgens de regelgevers dan wel weer van hun en aan hun, want dat was zogenaamd de zesde naamval. Toen die ook al onbestaande en door de geleerden in het leven geroepen zesde naamval definitief verdween, zelfs in kringen van neerlandici, toen moest er achter die voorzetsels plotseling – ditmaal naar analogie van het Duits – ook hen komen te staan.

Chaos. Die wel wat aan het beschamende gewurm en gewrik van de Taalunie doet denken die vanaf 1995 regels introduceerde die de Nederlandse spelling makkelijker en consequenter moesten maken maar integendeel alleen maar extra verwarring en moeilijkheid opleverde. (Wie kan er tenslotte nog schrijven zonder diep te moeten denken in welke betekenis het moet zijn, tot slot of per slot van zake? Verspilling van denktijd!)

Maar het gaat natuurlijk niet om de regels, die kun je nog opvatten als een handreiking naar de vragende mens die om taalgidsing zoekt. Het gaat om de vrijheid je niets van de regels te hoeven aantrekken, en die – maar de Taalunie kan daar ook niets aan doen – wordt in uitgeversland maar al te vaak met voeten getreden. Waarover ik al een en ander heb geschreven en nog wel zal blijven schrijven ook.

Feit blijft dat hen nog steeds volslagen onnatuurlijk klinkt – in woord en op schrift. Ondanks de ‘expansieve kracht’ van de schrijftaal (Van der Sijs, 400), heeft het zich nooit lekker op ’s volks tong genesteld.

Waarom het dan gebruikt? Nou ja, als je je taal een wat stijver, ambtelijker, strenger, bekrompener toon wil geven, is het een woordje uit de bodemloze zak van het Nederlands dat je kan opdiepen. Vooral als je het dan ook nog foutief gebruikt, waar hun volgens de regels had gemoeten. Dat kan een humoristisch, register ontregelend effect hebben. ‘Daarop gaf ik hen de keus: optaaien of op de bon geslingerd worden.’

Maar als weergave van iets dat op spreektaal moet lijken?

Nu is het onderscheid tussen spreektaal en schrijftaal ook niet waterdicht. Alle spreektaal is ook schrijftaal, op het moment dat het is opgeschreven. Letterlijk opgetekende gesprekken zijn bijna niet te lezen van de syntactische dwaalwegen, anakoloeten, het gestamel, gestotter, gestuntel en gestumper. Enige fatsoenatie komt er altijd bij kijken.

Maar als je het zonder hen af kan en het klinkt veel natuurlijker, beter, normaler, soepeler, waarom het dan gebruiken?

Toch heb ik de indruk – maar dat kan komen omdat ik er gespitst op ben geraakt – dat die in alle opzichten afkeurenswaardige, abjecte Unfug van het hen-gebruik oprukt. Ik kwam toevallig een ergens geciteerde alinea van Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje tegen waarin je ziet waartoe die ‘correcte’ manier van hen– en hun-gebruik leidt, namelijk tot hemeltergende onnatuurlijkheid en de lust nooit meer een letter van de schrijver te lezen. Het hen en hun in deze regel heeft betrekking op schapen:

Hij raakt net zo aan hen gehecht als zij aan hem, hij geeft hun namen, Charles, Charlotte, Eliza May, Agnes, Emily.

Waar heeft zij haar oren zitten? Ik zie hen niet op haar hoofd. Maar er lijden er meer aan deze specifieke vorm van doofheid. In een gedicht van Pim Lammers, Ik denk dat ik ontvoerd ben, komt dezelfde bathetische hen voor. In het gedicht denkt een ik (een ik, die mag je aannemen in spreektaal denkt of in denktaal spreekt) dat hij of zij ontvoerd is door mensen die zich nu zijn of haar ouders noemen, zo verschillend zijn ze. Maar hoe is dat gebeurd? Is het kindeke uit een kinderwagen gehaald? Van de schommel geplukt? En het gedicht eindigt, nog steeds in de woorden van het kind:

Het is ze in ieder geval gelukt,
hun doel is bereikt:
tussen duizenden kinderen
vonden ze eentje
dat van buiten
héél toevallig
op hen lijkt.

Onnatuurlijker, stijver, onlevensechter is moeilijk voor te stellen. Terwijl er in de bovenste geciteerde regel notabene wel ze wordt gebezigd, terwijl daar een reglementair hun had moeten staan. Chaos.

In hetzelfde boek (Heel de wereld wordt wakker) staat ook een fraai staaltje van correct verwijzend taalgebruik waar ik apocalyptische ondergangsvisioenen van het Nederlands van zou krijgen als ik van nature niet zo vrolijk gestemd was. Het heet aaien en is van Edward van de Vendel en gaat over een konijntje. Het begint:

Ik kreeg een konijntje warm
op mijn arm.
Het wist nog niet dat ik aardig was –

Sinds wanneer verwijst een kind naar een konijntje met het woord het? Iedereen zou gewoon hij zeggen, maar ja, regels hè

Ik heb van uitgever Querido wel eens te horen gekregen dat zij heel voorzichtig zijn met spreektaligheid in boeken, want voor je het weet zijn er boze ouders, voogden, opvoeders, onderwijzers, bovenwijzers, pedagogen en pedagoochems, bibliotherarisvogels en bibliothecaressenvogels, betweters en beterweters, luidruchtige onderdrukte achtergestelde minder- zowel als meerderheden, grammatici, syntactici, koopjesjagers, professionele klagers, zeikerds, zeurders, schriftuitleggers, op alle slakken zout-leggers, krentewegers, muggezifters, miereneukers, nil admirari-klanten inclusief hun oom en tante die het boek op hoge poten terugsturen met de mededeling dat er fouten in staan. Zou in deze gedichten ook zoiets aan de hand zijn? Zouden de dichters hun werk in het klare licht der regelen hebben bijgepoetst op vriendelijk doch dringend verzoek van de uitgever? Dan wordt het tijd dat die slappelingen eens een vuist maken. Maar in het Nederlands boekenklimaat is het met schrijvers en vertalers zo, dat er voor hun tien anderen zijn. De uitgevers zijn de baas, en die laten de huik naar de clientèle hangen en varen blind op hun persklaarversmurfers.

Maar ze mogen nog driehonderd jaar hun best doen, hen blijft een kunstbeen dat nooit één zal worden met het lichaam van het Nederlands en naar een konijntje zal ook in 2323 geen kind verwijzen met het.

Verwijzingen

Nicoline van der Sijs, Taalwetten maken en vinden, Het ontstaan van het Standaardnederlands, Sterck & De Vreese, 2022, zie ook blog 109 De Nicoline van der Sijs, blog 110, De regels en blog 117 Taalwetten, te bereiken via het register, hier. Over persklaarversmurfers schreef ik eerder in de papieren Filter 2 van 2023 en in blog 274, Door persklaarversmurfers omringd, ook als Vrijdag Vertaaldag-Filtercolumn, hier. De gedichten van Pim Lammers en Edward van de Vendel vond ik in Heel de wereld wordt wakker, Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten, samengesteld door Jaap Robben en geïllustreerd door Sebastiaan Van Doninck, Gottmer, 2022.

Dit stuk verschijnt later op VandaagsVertaalProbleem.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: grammatica, taalregels, vertalen

Lees Interacties

Reacties

  1. Anneke Neijt zegt

    1 juli 2023 om 10:31

    Goede voorbeelden ter illustratie dat “op hun” enz. zou moeten worden geschreven. Vermoedelijk echter is “hun” toch voor veel mensen storend omdat ze die hun-henregel hebben geleerd. Het kost vast wel zeven jaar voordat iedereen aan een veranderend gebruik gewend is geraakt. Maar vooral doen, wat mij betreft.

    Beantwoorden
    • Ronaldo zegt

      5 juli 2023 om 15:55

      Voor mij is “hun” storend wanneer het geen bezittelijk voornaamwoord is.

      “Ik heb ze namen gegeven” is duidelijk
      “Ik heb hen namen gegeven” klinkt een beetje formeel/vlaams, maar is ook duidelijk.

      “Ik heb hun namen gegeven” roept de vraag op “aan wie dan?”

      Beantwoorden
  2. Hans Beukers zegt

    1 juli 2023 om 11:10

    Nu u het er toch over heeft: wat is het verschil tussen hennen en kippen?

    Beantwoorden
    • Robbert-Jan Henkes zegt

      1 juli 2023 om 12:17

      U bedoelt: wie was er eerder?

      Beantwoorden
      • Kruzdlo zegt

        1 juli 2023 om 13:55

        Dat is het leuken ervan, in plaatst zeven jaar wachten, een door genetische verandering iets nieuws ontstaat. Dan maakt het ook niet uit wie er eerder was: kletsende atomen, grommende eiwitten, strijdende klankcellen… of of. Taal zal veranderen als de mens evolutionair veranderd.

        Beantwoorden
    • Ronaldo zegt

      5 juli 2023 om 15:36

      Hennen zijn kippen (of nog wat andere vogelsoorten) van het vrouwelijke geslacht. Mannelijke kippen noemt men hanen

      Beantwoorden
  3. Marc Kregting zegt

    1 juli 2023 om 13:57

    Fijn stuk! Dit zou het momentum kunnen zijn voor Robbert-Jan Hunkes.
    Tegenover zijn Van de Vendel-citaat staat gelukkig iets wat beklijft, van Max Velthuijs. Over het rode kippetje dat vergeefs hulp vraagt aan de hond en de eend, waarna het refrein: ‘”Dan doe ik het wel alleen,” zei het rode kippetje. En dat deed ze.’
    Lammers’ soepele ‘ze’ heb ik ook eens bij Tommy Wieringa aangetroffen als tegemoetkomend voornaamwoord. In Vlaanderen klinkt ‘ze’ verder soms voor blijkbaar vrouwelijke zelfstandige naamwoorden als object: ‘We hebben ze [de tafel] opgetild.’
    Zelf heb ik pas kennisgemaakt met het hen-hun-verschil geruime tijd nadat me het diploma van neerlandicus was uitgereikt, hoe dan ook lang geleden. Onhandig en vaak gesignaleerd is inmiddels wel dat ‘hun’ en ‘hen’ plaats hebben genomen tussen genderneutrale voornaamwoorden. Misschien kan het Brabants dan een behulpzaam ei leggen, met ‘hunnie’, ‘hullie’ en ‘zullie’?

    Beantwoorden
  4. Ward Smeyers zegt

    5 juli 2023 om 09:54

    Wat voor u volstrekt onnatuurlijk aanvoelt, voelt voor mij wel natuurlijk. Het is maar hoe je het bekijkt. Dat de regel arbitrair is, doet geen afbreuk aan mijn taalgevoel. Een nieuwe regel zou ik vast nog wel kunnen leren en op den duur als natuurlijk kunnen aanvoelen, maar dat bewijst net mijn punt: een regel is niet onnatuurlijk an sich.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Robbert-Jan HenkesReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d