Achter het achtervoegsel 32
Om een beeld te krijgen van -ette-woorden door de eeuwen heen, vormen de Historische Woordenboeken online van het Instituut voor de Nederlandse Taal (INT) een belangrijke bron. Tussen de meer dan 500.000 lemmata uit het Oudnederlands Woordenboek (ONW), het Vroegmiddelnederlands Woordenboek (VMNW), het Middelnederlandsch Woordenboek (MNW) en het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) bevinden zich 221 lemmata waarvan het origineel trefwoord – dat is de vorm die in het woordenboek zelf als trefwoord functioneert – eindigt op de letters –ette. (Vul daartoe bij Origineel trefwoord *ette in.)
Van -ette naar -ette
Als we die zoekopdracht combineren met het zoeken naar die vier letters als einde van het Modern Nederlands trefwoord – dat is het trefwoord in de huidige, moderne spelling (zie hier) – dan houden we nog 114 treffers over. In bijna alle gevallen betreft het gewone zelfstandige naamwoorden, maar er zitten ook enkele eigennamen tussen.
Woordenboek | Origineel trefwoord -ette | Modern Nederlands trefwoord -ette |
ONW | 0 | 0 |
VMNW | 12 | 5 |
MNW | 76 | 7 |
WNT | 133 | 102 |
Wat direct opvalt als je de bovenstaande tabel in ogenschouw neemt, is dat het aantal originele trefwoorden op –ette sterk afneemt als je die afzet tegen de Modern Nederlandse trefwoorden. (Let op: het gaat nu nog over de letters –ette, niet over het suffix –ette) Die daling doet zich het sterkst voor in de periode van het Middelnederlands, zowel absoluut als relatief. Verwonderlijk is dat niet. Bij de overgang van het Middelnederlands naar het Nieuwnederlands is het weglaten van een onbeklemtoonde klinker – dit verschijnsel heet apocope – de normaalste zaak van de wereld. Zo wordt de kerspette uit het Middelnederlands in het Nieuwnederlands een kerspet.
Van -et naar -ette
Gebeurt het omgekeerde ook? Zijn er trefwoorden die in de woordenboeken oorspronkelijk eindigden op –et en een modern trefwoord op –ette hebben gekregen? Ja, maar dat blijkt slechts twee keer voor te komen. De originele trefwoorden bruinet en chemiset uit het WNT hebben als modern lemma brunette respectievelijk chemisette gekregen.
De twee negentiende-eeuwse citaten bij chemiset rechtvaardigen inderdaad een WNT-trefwoord chemiset: de aangetroffen vormen zijn namelijk chemisetjes en chemiset. Het Modern Nederlands trefwoord chemisette daarentegen doet meer recht aan de etymologie van het woord. Het Nederlands heeft het woord ontleend aan het Frans, waar chemisette de verkleinvorm is van chemise.
De geschiedenis van bruinet is ouder en interessanter. In de vorm brunette is dit woord voor een bruinharige vrouw al in de twaalfde eeuw overgenomen uit het Frans; ook de benaming voor een man met bruin haar – de brunet – hebben we aan die taal ontleend. Vroeger had de aanduiding bru(i)net(te) trouwens niet alleen betrekking op iemands haarkleur, ook mensen met een donkere huidskleur en zeer donkere ogen werden zo genoemd. Vanaf de zestiende eeuw kreeg het woord onder invloed van het bijvoeglijk naamwoord bruin meestal de vernederlandste vorm bruinet(te). Later heeft het weer de oorspronkelijk Franse vorm gekregen.
Van -ette naar -et
Maar hoe zit het nu met die gevallen waarbij het oorspronkelijk trefwoord eindigde op –ette maar het moderne trefwoord op –et? Wederom een eenvoudig schematisch overzicht:
Woordenboek | Origineel trefwoord -ette | Modern Nederlands trefwoord -et |
ONW | 0 | 0 |
VMNW | 12 | 6 |
MNW | 76 | 41 |
WNT | 133 | 22 |
De gevallen uit het VMNW en het MNW laat ik voor wat ze zijn. In deze aflevering van Achter het achtervoegsel richt ik me speciaal op die woorden uit het WNT die oorspronkelijk wél een trefwoord hadden op –ette, maar tegenwoordig niet meer. Hoe komt het nu dat van de 133 originele trefwoorden die eindigen op de letters –ette er 22 een Modern Nederlands trefwoord eindigend op –et hebben gekregen? Om wat voor soort woorden gaat het? En is te verklaren waarom dat juist bij die woorden wel en bij de andere 111 niet is gebeurd?
Bekijken we de groep van 22 nader, dan blijkt het niet in alle gevallen te gaan om het suffix –ette, zoals bij pette of bij windspleette. Laten we die gevallen buiten beschouwing, dan houden we veertien (zelfstandige naam)woorden over. Hieronder volgt een lijst met al deze woorden. Na het originele trefwoord uit het WNT en het Modern Nederlandse trefwoord geef ik vervolgens bij elk woord enige aanvullende informatie.
- Asthma-cigarette => astmasigaret. De vorm cigarette komt alleen in de samenstelling asthma-cigarette voor als origineel trefwoord. Wel wordt het aan het Frans ontleende woord cigarette genoemd als spellingvariant bij het origineel trefwoord sigaret (modern trefwoord sigaret). Het WNT noemt cigarette verder nog als voorbeeld van een woord waarbij zowel vormen met –ette als et –et voorkomen.
- Barouchette => barouchet. Barouchette lijkt een Frans woord te zijn maar deze pseudo-Franse vorming is de Noordzee overgestoken vanuit Engeland. Daar ontstond volgens de Oxford English Dictionary in 1807 het woord barouchet als aanduiding voor een lichtere versie van een rijtuig dat barouche werd genoemd. Volgens het etymologisch principe is het Modern Nederlands trefwoord barouchet dan ook een gerechtvaardigde keuze.
- Cunet(te) => cunet. Dat het modern trefwoord cunet is geworden, lijkt voor de hand liggend. Weliswaar heeft het Nederlands deze term uit de vestingbouw – het is een geul in een vestinggracht – ontleend aan het Franse cunette, maar de citaten uit het WNT bevatten uitsluitend vormen zonder –te.
- Gazette => gazet. De lange vorm gazette, die wijst op de Franse oorsprong van het woord, wordt genoemd als nevenvorm van gazet. Gazette heeft een eigen lemma gekregen maar dat verwijst door naar het modern lemma gazet. In het zuiden van ons taalgebied is gazet nog volop in gebruik voor ‘krant’, zoals in de Gazet van Antwerpen.
- Genette => genet. Het katachtige roofdier dat in het Frans genette heet, kreeg in het WNT een gelijkluidend lemma, maar het is de verkorte vorm die het tot modern trefwoord heeft geschopt. Bij die keuze zal zeker hebben meegespeeld dat genet ook de gebruikelijke spelwijze in het Middelnederlands was.
- Meisjessilhouette => meisjessilhouet. Voor meisjessilhouette geldt hetzelfde als voor de asthma-cigarette. Het Franse eponiem silhouette komt voor bij het (originele en moderne) trefwoord silhouet, maar alleen in deze samenstelling is de lange vorm gehonoreerd als modern trefwoord.
- Orliet(te) => oreillet. Orliet(te) is een verwijslemma dat uitkomt bij oreillet. Het is afgeleid van het Franse woord oreillette, ‘oorhanger, oorring’, dat weer samenhangt met oreille, ‘oor’.
- Paillette => paillet. Paillette is in het Frans een verkleinwoord van paille ‘strootje’. Het modern lemma in het Nederlands voor dit stukje glinsterend metaal om op kledingstukken te bevestigen, is paillet. Er bestaat ook een vernederlandste trefwoord paljette, dat als modern trefwoord paillette heeft gekregen. Het betreft hier slechts een verwijslemma naar het lemma paillette met modern trefwoord paillet.
- Pommet(te) => pommet. Een pommette is in het Frans een klein knoopje van draad dat aan een das, kraag of hemd werd gedragen. Het is een verkleinvorm van pomme, ‘appel’. De uiterlijke gelijkenis tussen de vorm van een appel en het knoopje zal daarbij zeker een rol hebben gespeeld. Uit de aangetroffen vormen in het Nederlands valt niet op te maken of de grondvorm pommette of het vernederlandste pommet is geweest.
- Poulet(te) => poelet. Poulet(te) is een verwijslemma dat ons naar poelet voert. In het woord is de Franse oorsprong nog wel te herkennen – poulette betekent daar ‘vlees van een jonge kip’ – maar de spelling heeft twee wijzigingen ondergaan: de ou is veranderd in oe en de uitgang –ette is afgezwakt tot –et.
- Reinette => renet. Iets vergelijkbaars doet zich voor bij reinette. Deze van oorsprong Franse appelsoort heeft zijn naam ontleend aan reine ‘koningin’, waaraan het suffix –ette is toegevoegd. Zo werden de bijzondere kwaliteiten van deze appel geprezen. In de ons omringende Germaanse talen is de <i> verdwenen: de Duitsers noemen deze appel rennette, de Engelsen spreken van rennet en wij gebruiken hiervoor het woord renet. NB Het woord reinette komt ook voor als oude benaming van de moerasspiraea. Hier is het modern lemma wel reinette gebleven.
- Tuimelet(te) => Tuimelette is een bijzonder woord in deze opsomming omdat het als enige is afgeleid van een werkwoord, tuimelen. Volgens het WNT is het een vroeg voorbeeld van de productiviteit van het achtervoegsel –ette in het 19e-eeuwse Vlaams-België. Daarom is het vreemd dat het Modern Nederlands trefwoord tuimelet is geworden en niet tuimelette is gebleven.
- U-palmette => U-palmet. U-palmette valt in dezelfde categorie als asthma-cigarette en meisjessilhouette. Als samenstelling heeft dit woord – een term uit de tuinbouw voor de u-vorm waarin de takken van een vruchtboom geleid kunnen worden – de oorspronkelijke Franse vorm palmette behouden, terwijl het tweede deel van deze samenstelling in het WNT een trefwoord palmet heeft gekregen.
- Voilet(te) => voilette. Voilet(te) is de verkleinvorm van voile, ‘sluier’, een woord dat het Nederlands in de tweede helft van de zeventiende eeuw uit het Frans heeft overgenomen. Het diminutief is zowel in de korte vorm voilet als de lange vorm voilette aangetroffen.
Conclusie
Wat kunnen we op grond van het bovenstaande concluderen? In samenstellingen met een –ette-woord als rechterdeel richt het modern lemma van de samenstelling zich naar dat tweede deel. Dit geldt voor astmasigaret (nr. 1), meisjessilhouet (nr. 6) en U-palmet (nr. 13). Ook bij niet-samenstellingen kunnen de laatste twee letters uit de taal van oorsprong vervallen: renet (nr. 11). Als in het WNT de laatste twee letters van het suffix –ette in het origineel trefwoord tussen haakjes staan, komen de letters –te in het modern trefwoord te vervallen, zo blijkt uit de woorden cunet (nr. 3), oreillet (nr. 7), poelet (nr. 10), pomet (nr. 9), tuimelet (nr. 12) en voilet (nr. 14). Eenmaal is de vorm uit de taal van oorsprong bepalend geweest: barouchet (nr. 2). Soms geeft de nog altijd gangbare spelling de doorslag: gazet (nr. 4). Bij het bepalen van het modern lemma zal ook de schrijfwijze uit een eerdere taalfase van het Nederlands een rol hebben gespeeld, zoals bij genet (nr. 5). Het modern trefwoord bij paillette (nr. 8) lijkt mij niet te kloppen. Volgens Woordenlijst.org is de enig juiste spelling van dit woord paillette.
Er zijn dus verschillende originele trefwoorden met het suffix –ette verdwenen in het WNT ten gunste van een moderne variant op –et. Als rechtgeaard ettefiel stemt mij dat droevig. Gelukkig blijven er voldoende trefwoorden over die wel uitgaan op het suffix –ette. En anders kan ik mijn hart altijd nog ophalen in het Algemeen Nederlands Woordenboek en Woordenboek van Nieuwe Woorden. Daar worden met enige regelmaat nieuwe -ette-woorden aan toegevoegd, zoals bralette en ladette.
Hanneke Eggels zegt
Beste Ronald,
Hierbij heb ik als mede-oprichter 1992 na Renaissancereis Karel Bostoen voor archivering Proteus hierbij exemplaren 1e + 2e Jrg. Proteus