40 jaar tandeloos (47)
Misschien nog wel meer dan andere delen van De tandeloze tijd is De helleveeg een familieroman. Natuurlijk, ook in de eerste delen, met name Vallende ouders en De gevarendriehoek speelt de familie van Albert Egberts een belangrijke rol, zoals er ook later van allerlei personages allerlei trauma’s worden opgerakeld. Maar nooit staat de familie zo centraal, en zelden worden er ook zulke algemene uitspraken gedaan over het familieleven, als:
Familie, dat was loyaliteit door alle weerzin heen. Nee, dat sloeg nergens op, want als ik nu loyaal moest zijn, dan jegens mijn bedreigde moeder – wat betekende dat ik me tegen het serpent Tiny zou keren. Familie, dat was één groot loyaliteitsconflict: dat kwam dichter in de buurt. Hier lag misschien de reden waarom zoveel mensen zich op volwassen leeftijd tegen hun familie keerden, en emigreerden naar andere sociale biotopen. Ze raakten op den duur uitgeput door zoveel tegenstrijdige loyaliteiten. En als ze zich niet van hun familie wisten los te maken, dan restte alleen nog de hoop dat deze of gene spoedig zou sterven.
(Ik vind het altijd interessant als een verteller zich herneemt, zoals hier: hij doet een uitspraak, en zegt dan ‘nee, dat slaat nergens op’. Hier is het nog interessanter vanwege de verleden tijd: niet het slaat maar het sloeg nergens op. Hij geeft dus een gedachtegang weer uit het verleden.)
De helleveeg gaat ook vooral over Albert Egberts’ ándere familie. Waar het in de andere delen vooral gaat over de familie Egberts gaat het in De hellleveeg over de familie van moederskant, de familie Van der Serckt. In beide families zijn de relaties ambigu. We komen nooit écht te weten of Egbert nu Alberts oom is of toch eigenlijk zijn biologische vader, en bij de familie Van der Serckt gaat de ambiguïteit een andere kant op: ‘oom Hasje’ en ’tante Tientje’ zijn allebei min of meer opgevoed door Alberts moeder en daarmee ook op een bepaalde manier een oudere broer en zus van Albert.
Precies die troebelheid – het al benoemde loyaliteitsconflict én het door elkaar lopen van rollen – spreken Albert aan, vertelt hij in De helleveeg:
Ik beminde, naast enkele jonge vriendinnen, regelmatig de bijna veertigjarige echtgenote van de huisbaas, tevens stiefmoeder van mijn beste vriend Thjum. Vooral die laatste positie gaf mijn vrijerijen met haar, al was het niet letterlijk, iets incestueus, misschien ook omdat Thjum en ik gecertificeerde bloedbroeders waren.
Hij is in de eerdere delen al gefascineerd door incest en wil naar bed met zijn nichtje Milli Händel, die misschien zelfs weleens zijn halfzus zou kunnen zijn als Egbert zowel de minnaar van Alberts als van Milli’s moeder is geweest. Hij denkt dat zo’n incestueuze relatie hem mogelijk kan genezen van zijn impotentie, zoals hij in De helleveeg dat probeert door naar bed te gaan met Tiny, die minstens zijn tante is, maar dus ook op een bepaalde manier zijn zus.
En, zo blijkt uit de beschrijving van de seks, zelfs een oedipale vervangster:
Mijn voorstel overviel haar blijkbaar zodanig dat ze vergat te zeggen dat ik vooral moest doen wat ik niet laten kon. Alsof ze zich haastte een bevel uit te voeren, trok ze snel haar benen op, waarbij haar dijen ieder een kant op vielen. Ik drukte haar met twee duimen open. Dichter bij mijn moeder kon ik niet komen.
De troebelheid is ook wat Tiny’s leven kapotgemaakt heeft. Nico van Dartel, de man die haar misbruikt heeft, was een huisvriend van haar ouders. Een aspect uit het verhaal dat daarbij nog niet veel becommentarieerd is, maar volgens mij heel belangrijk is, is dat ze ook verliefd op hem was:
Ik was gek op Nico. Ik hield van die man. Snappen jullie dan nooit iets, stelletje stomkoppen?
In wat bredere zin zijn bijna alle relaties in De tandeloze tijd incestueus, simpelweg omdat vrijwel alle belangrijke personages elkaar op verschillende manieren kennen. Ernst Quispel is niet alleen de advocaat van Albert Egberts, en een van zijn vrienden, maar beiden delen ook het huwelijksbed met Zwanet Vrauwdeunt, en de eerste homoseksuele ervaring die Ernst heeft is met Alberts ‘gecertificeerde bloedbroeder’ Thjum. Hij droomt er bovendien van om samen met Thjum, en tegelijkertijd, langs verschillende kanten, zijn vriendin te beminnen (sowieso een vorm van seks waar meerdere personages bij Van der Heijden van houden).
Familie mag dan één groot loyaliteitsconflict zijn, in De tandeloze tijd houden de meeste personages het uiteindelijk toch liever binnen de familie.
Laat een reactie achter