• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Je moet nodig eens naar de oogarts, want je loopt overal tegenop

21 september 2023 door Marc van Oostendorp Reageer

40 jaar tandeloos (42)

Protest tegen de burgemeester na het overlijden van kraker Hans Kok. Foto: Anefo / Nationaal Archief.

Met het verschijnen van Advocaat van de hanen is in 1990 De tandeloze tijd ontploft. Het was voor zover we weten altijd al Van der Heijdens bedoeling dat deel 3 verteld zou worden uit verschillende perspectieven. Maar Advocaten is deel 4, verscheen uiteindelijk jaren vóór dat ‘polyfone’ deel 3, en had een andere hoofdpersoon: niet langer Albert Egberts, maar Ernst Quispel. Daarmee werd duidelijk dat de serie niet één persoon bezong, al dan niet op een polyfone melodie, maar de hele comédie humaine.

En als een schrijver die brug is overgetrokken, heeft hij ook geen reden meer om bij deel 4 op te houden en niet te werken aan een deel 5, 6 of 13.

Albert Egberts en Ernst Quispel zijn in veel opzichten elkaars tegenpolen: een arbeiderszoon uit Geldrop, die filosofie studeert in Nijmegen en verslaafd raakt aan de heroïne, tegenover een rijkelooszoontje uit Haarlem die rechten studeert in Amsterdam, net als zijn pa. Ze worden ook door de verteller verschillend benaderd: Ernst Quispel wordt meestal bij zijn achternaam genoemd en Albert Egberts bij zijn voornaam: Albert en Quispel. (Dat blijft de schrijver ook in alle latere delen volhouden.)

Ze zijn samen nodig om het hele verhaal te kunnen vertellen. Advocaat van de hanen geeft veel aandacht aan het gevoel van blasé (de titel van het tweede deel van de twee delen van het boek) en het is daarom niet onlogisch dat er een wat verwendere man dan Albert Egberts de hoofdrol vervult. Het volgende valt over Albert niet te schrijven:

de toenemende welgesteldheid, de overvloedige schoonheid van Zwanet, zijn aanzien als advocaat… Hij moest, eens per jaar, de jungle in – een korte, heftige, ritselende tocht – tot hij de gifbeet had opgelopen die hem terug naar huis dreef, immuun geworden voor het kleine, sluipende gif van zijn dagelijks bestaan.

Maar er zijn ook overeenkomsten tussen de twee. De twee mannen zijn ongeveer even oud, bevinden zich eind jaren zeventig in het krakersmilieu in de Amsterdamse Pijp, en hebben een relatie met Zwanet Vrauwdeunt. Nog interessanter zijn de overeenkomsten in karakter. Ze zijn allebei gevoelig voor verslaving, welbespraakt en overtuigd van de eigen kwaliteiten.

En het gaat nog dieper. Waar Albert in Onder het plaveisel het moeras probeert de greep van de seksualiteit op zijn bestaan te minimaliseren door zich een tijdje bewust te overvoeren met seks, wordt in Advocaat van de hanen over Quispel gezegd:

Misschien was het een onbewuste drang tot hygiëne die hem jaarlijks de stad in joeg om zich, letterlijk, te bezatten aan alles waar geheime verlangens naar uit kunnen gaan.

Bovendien verlangen ze uiteindelijk hetzelfde van het leven: ze willen het onderste uit de kan halen door het leven dat ze toevallig leven ook zo intensief mogelijk te beleven. Albert heeft daarvoor zijn filosofie van het ‘leven in de breedte’ ontwikkeld, wat inhoudt dat hij streeft naar het ultieme moment waarin hij met zijn geest zoveel associaties, herinneringen, fantasieën tegelijkertijd oproept dat hij oneindig veel dingen tegelijkertijd beleeft. Quispel vindt dat weliswaar te abstract (‘een te gemakkelijk excuus om er dan maar weer in de gewone, aardse tijd… in de lengte, als het ware… op los te leven’), maar wat hij er tegenover stelt is een streven zich van ieder moment dat hij beleeft zoveel mogelijk bewust te zijn:

Als Quispel de aandacht tegenover de dingen wel eens voelde inzakken, wist hij zichzelf doorgaans snel tot de orde te roepen. ‘Pas op, Ernst. Het gaat voorbij… voorbij…’ En dan richtte hij zich fier op, voelde hij zich groeien en poreus worden. Helemaal doorzeefd raakte hij dan van de pijlen die de werkelijkheid voor hem op haar boog had, zolang hij zich maar als haar doelwit wilde opwerpen.

Het komt allebei neer op iets wat Socrates, de vader van de Westerse filosofie, zei in zijn apologie: ‘een leven dat niet onderzocht is, is voor een mens niet de moeite van het leven waard’ (Ὁ δ’ ἀνεξέταστος βίος οὐ βιωτὸς ἀνθρώπῳ). Maar waar dat voor Socrates vooral ging om kritisch nadenken over het leven, gaat het voor deze twee denkers vooral om het ervaren van de werkelijkheid, op welke manier dan ook. (Eigenaardig is overigens dat beide heren met al hun veronderstelde aandacht voor ieder moment van hun leven een kind dat aan hun zorg is toevertrouwd, uit het oog verliezen: Albert in Onder het plaveisel het moeras een jongetje dat hij in de Bijenkorf aan illegale adoptieouders zou overdragen, Quispel in Advocaat van de hanen zijn eigen dochtertje).

Op een paar momenten komen de mannen elkaar ook wel heel nabij. Als Ernst kritiek uit op de manier waarop de politie is omgegaan met het feit dat er een jongen in een politiecel is overleden, en dat lichamelijk geweld daarbij mogelijk een rol speelde, zegt hij:

‘…door het uiterst krampachtig afleiden van de aandacht van mogelijke klappen. Het Amsterdamse politieapparaat doet me in deze zaak denken aan een alcoholische vader die in diepe dronkenschap regelmatig zijn kinderen slaat. Als hij op een ochtend zijn zoontje met een blauw oog ziet, denkt hij: “Ik sla zo vaak. Het zal gisteravond ook wel weer raak geweest zijn.” En hij zegt laf tegen zijn zoontje: “Je moet nodig eens naar de oogarts, want je loopt overal tegenop.”’

Dat is eerder een herinnering aan de jeugd van Albert Egberts, met diens alcoholische vader, dan aan die van Ernst Quispel. Tegelijkertijd wordt hier een thema aangeroerd dat af en toe terugkomt in het oeuvre van A.F.Th. van der Heijden: afkeer van de autoriteiten. Advocaat van de hanen is het eerste boek in het oeuvre waarin die autoriteitsfiguren worden aangepakt: in het boek treden de burgemeester en de politietop af naar aanleiding van het schandaal dat er niet is omgekeken naar een man in een politiecel. In de werkelijkheid is dat niet gebeurd. In Van der Heijdens feuilleton ui 2016, President Tsaar op Obama Beach, wordt dat in het groot overgedaan – als ‘President Tsaar’, in wie de lezer makkelijk Poetin ontdekt – wordt er berecht voor het internationaal gerechtshof in Den Haag.

De vaderfiguren die autoriteiten zijn komen in de fictie ineens niet meer weg met hun flauwe verwijzingen naar de oogarts.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, A.F.Th. van der Heijden, letterkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Daniël Vis • Dit blijft geheim, Luísa

Hoe doe je dat? Is het voldoende
om erover te blijven praten,
de woorden te herhalen?

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

BEDELDEUN

“’k Heb kalk in m’n hoofd,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t rammelen,
maak je ’t goed?

Heb je niet een paar kousen,
niet een lapje of een hoed,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t goed?”

(Bedeldeun)

Bron: Barbarber, januari 1961

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

7 juli 2025

➔ Lees meer
10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

4 juli 2025

➔ Lees meer
29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

3 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1871 Kornelis ter Laan
1912 Félicien de Tollenaere
➔ Neerlandicikalender

Media

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Plein Publiek: Nadia de Vries

Plein Publiek: Nadia de Vries

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

2 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d