De betekenis van woorden (5)
Stel, je bent een beginnend politicus. Enigszins naïef probeer je enkele vanzelfsprekende kleine maatregelen voor te stellen, waar onmogelijk iemand tegen kan zijn, denk je. Bijvoorbeeld het tegengaan van klimaatverandering, verkleining van de landbouwsector, of humanere opvang van vluchtelingen. Natuurlijk sta je graag in goed contact met je stemmende medeburger en heb je je sociale media-accounts opengesteld voor iedereen. Direct stromen de eerste reacties binnen:
- Waar ben je in hemelsnaam mee bezig?
- Wie denk je wel dat je bent?
- Denk jij dat je hier de baas bent of zo?
- Ik vraag me af of je helemaal gestoord bent
- Ik weet wat jouw adres is
En dat zijn dan nog niet eens de heftigste reacties. Verbouwereerd vraag je je af waarom mensen zo reageren. Wat bezielt hun? En wat betekenen die boodschappen allemaal? Gelukkig is er in ieder geval iets van goed nieuws. Want hoewel een taalkundige helaas ook geen antwoord heeft op die eerste twee vragen, althans ik niet, geldt dat voor die laatste vraag wel.
Al die boodschappen hebben naast hun bedreigende karakter nog een gemene deler. Ze bevatten vragen. Sommige direct, zoals de eerste drie; andere indirect, zoals de laatste twee, die een ingebedde vraag bevatten. Of je helemaal gestoord bent en wat jouw adres is beginnen met een vraagwoord, zoals of en wat, en zijn dus vragende bijzinnen. Sommige vragen zijn open (de vragen met wie, wat of waar), andere gesloten (zoals de derde of de vierde). En dan is de tweede vraag ook nog eens retorisch. Alsof de spreker niet zou weten wie hij is.
Menig taalkundige of filosoof heeft zijn of haar hersenen gepijnigd over de betekenis van vraagzinnen. Dat komt vooral omdat vraagzinnen als hoofdzin en ook als bijzin (dat wil zeggen: als ingebedde vraagzin) gebruikt kunnen worden. En dat gebruik is nogal verschillend.
Neem de volgende hoofdvraagzinnen:
- Wat voor weer wordt het morgen?
- Regent het straks?
Op deze vragen verwacht je een eerlijk antwoord. Het gaat regenen. Of: Ja. Maar bij een ingebedde vraagzin, zoals in de voorbeelden hieronder, werkt het heel anders.
- Marie weet hoe mijn katten heten
- Marie weet of het morgen regent
In deze zinnen vraag je helemaal niet om informatie, maar zeg je eigenlijk dat Marie het antwoord op die vragen al weet. Marie weet hoe mijn katten heten heeft dezelfde betekenis als Marie weet dat mijn katten Doko en Sally heten.
Nu lijken op het eerste gezicht die hoofdvraagzinnen de meest typische vragen. Tenslotte zijn dat ‘echte’ vragen. Maar als je kijkt naar de precieze betekenis ervan, kom je al snel bedrogen uit. Want op zijn best betekenen die eerste vragen iets als:
- Vertel mij wat voor weer het morgen wordt?
- Ik wil weten of het straks regent? Help mij!
Maar die omschrijvingen zijn strikt genomen geen vragen meer, maar gebiedende of mededelende zinnen. Ze bevatten slechts ingebedde vraagzinnen, zoals wat voor weer het wordt en of het straks regent.
Als je een vraag stelt, zeg je eigenlijk dat je bepaalde informatie niet hebt en wel wilt hebben. Je gaat ervan uit of je hoopt dat de toehoorder over die informatie beschikt en je gebiedt hem vervolgens die informatie te delen. Dat betekent dat als je goed kijkt naar de betekenis van een vraagzin, die vraagzin eigenlijk altijd is ingebed. Iedere directe vraag is dus eigenlijk een indirecte vraag!
Dat klinkt heel ingewikkeld, maar eigenlijk maakt het de puzzel – Wat is een vraag precies? – een heel stuk eenvoudiger. Je moet niet naar de hoofdzin kijken maar naar de bijbehorende bijzin.
Als ik zeg dat Marie weet hoe mijn katten heten, dan zeg ik eigenlijk dat ze weet dat ze Doko en Sally heten. Maar de zin Ze heten Doko of Sally is ook het juiste antwoord op de vraag Hoe heten jouw katten? als die aan mij wordt gesteld. De betekenis van de vraag is exact hetzelfde als het goede antwoord erop!
Op die manier kunnen we ingebedde vraagzinnen goed begrijpen. Ik weet of het morgen regent betekent dat ik weet wat het goede antwoord is op de vraag Regent het morgen? En Vertel mij wat voor weer het morgen wordt! betekent Vertel mij wat het juiste antwoord is op de vraag wat voor weer het morgen wordt.
En dat is dus ook de betekenis van Regent het? Dat betekent niets meer dan Vertel mij het goede antwoord op de vraag of het straks regent! De precieze betekenis van iedere vraagzin is dus hetzelfde als het goede antwoord erop.
Daarmee heb je als beginnend politicus in ieder geval een vraag minder om je druk over te maken. Dan blijven alleen nog die andere vragen over: Wat te doen met het klimaat, de natuur en de opvang? En met die bedreigende reacties…?
Op 2 november verschijnt van Hedde Zeijlstra het boek De betekenis van woorden, deel 1 in een reeks Het Nederlands van nu. Bestelinformatie bij de uitgever
Berthold van Maris zegt
Waarom staat er boven een stuk dat over de betekenis van zinnen gaat, dat het over de betekenis van woorden gaat?