40 jaar tandeloos (62)
Wie De tandeloze tijd aandachtig doorleest, merkt op dat A.F.Th. van der Heijden gaandeweg steeds minder vaak benoemt welke kleur zaken hebben die de verteller of een personage ziet. De schrijver lijkt het gaandeweg steeds minder vaak over kleuren te hebben, die kleuren misschien wel steeds minder op te merken, of ze minder belangrijk te vinden. Misschien is het de groeiende ouderdom, misschien verlegt de aandacht zich sowieso van het visuele, naar andere domeinen – andere zintuigen, of misschien zelfs wel minder zintuigelijke waarnemingen.
Is dat alleen maar een gevoel? Je kunt het wel kwantificeren, door voor ieder deel van de cyclus (nou ja, van ieder deel waarvan een elektronische versie bestaat) te tellen (nou ja, de computer te laten tellen) wat het percentage kleurennamen is.
De slag om de Blauwbrug, Vallende ouders, Weerborstels en De helleveeg, zijn onverwachte uitschieters naar beneden, maar over de hele cyclus valt er een dalende trend te zien. Het kleurrijkste deel is De gevarendriehoek. Stemvorken, is verreweg het armst aan kleuren.
Tegelijkertijd neemt op het oog de variatie aan kleurennamen toe: waar in De slag om de Blauwbrug slechts veertien kleurennamen voorkomen (in. volgorde van frequentie: blauw, wit, zwart, rood, groen, oranje, bruin, oker, goud, grijs, grasgroen, geel, paars, roze), zijn dat er in Kwaadschiks 30 (zwart, wit, blauw, rood, groen, bruin, oker, roze, goud, geel, paars, oranje, lichtblauw, violet, beige, nachtblauw, lichtgrijs, grijs, turquoise, donkergroen, ivoor, azuur, lichtgeel, oranjerood, donkerrood, donkergrijs, lavendel, kastanjebruin, kaki, zachtroze). Maar hierbij moeten we natuurlijk verdisconteren dat Kwaadschiks een veel dikker boek is, dat er sowieso veel meer woorden in staan. Alles bij elkaar is de variatie aan kleurennamen proportioneel ongeveer gelijk.
In ieder geval wordt de variatie aan namen ook niet kleiner. De schrijver laat weliswaar steeds minder kleuren zien aan de lezer, maar zijn oog voor detail wordt daarmee niet kleiner.
Een mogelijke verklaring waarom kleuren minder belangrijk worden is dat andere zintuigen belangrijk worden. Met name Stemvorken is een heel zintuigelijk boek. Zonder tal zijn de passages die heel veel zintuigen tegelijkertijd aanspreken, zoals de volgende, waarin de twee vrouwen om wie het draait, Zwanet en Corinne, allebei aandrang krijgen om te plassen doordat ze een winterkoninkje horen zingen, en Zwanet op de gang blijft luisteren naar het geluid dat Corinne maakt, om die aanwezigheid daarna ook op andere manieren te ervaren:
[geluid] Ik luisterde met ingehouden adem naar de geluiden die ze maakte. Het geruis van haar natuurlijke behoefte, dat mij opeens als ondraaglijk intiem voorkwam. Het vallen van de laatste druppels. Een heel licht, onverstaanbaar gemompel, dat naar de klank te oordelen zowel iets tevredens als iets verwijtends had. Het afscheuren van papier… dan het geritsel van kleding, het doorspoelen en de handwassing. [zicht] Toen het slotje van BEZET naar VRIJ werd gedraaid, vluchtte ik [geluid] zonder veel gerucht naar het begin van de gang, profiterend van de spoelbak die zich vulde. [zicht] Corinne, niet verbaasd, keek toe hoe ik zogenaamd zonder haast aan kwam gelopen, en hield galant de deur voor me open.
‘[geluid] Het winterkoninkje bezorgt jullie een hoge waterrekening,’ zei ze glimlachend. [zicht] ‘Ik zie je zo wel weer.’
[thermoceptie] Ik wist niet hoe gauw ik op de bril neer moest zijgen om nog iets te voelen van de warmte die ze erop had achtergelaten. [reuk] Haar geur hing er ook nog – een mengsel van make-up, een niet opdringerige eau de toilette en haar eigen lichaamsodeur met iets kruidigs in de ondertonen.
Mogelijk is het relatieve aandeel aan kleuren kleiner geworden doordat de andere vormen van perceptie belangrijker zijn geworden. Er wordt nog steeds veel gekeken, maar er wordt net zo goed geroken, geproefd, geluisterd en gevoeld.
Bijlage: de kleuren van De tandeloze tijd
Hier zijn de kleurpaletten van alle onderzochte delen van De tandeloze tijd. Iedere keer dat er een kleur wordt genoemd in een boek, wordt deze vervangen door een blokje in die kleur.
De slag om de Blauwbrug:
Vallende ouders:
De gevarendriehoek:
Weerborstels:
Het hof van barmhartigheid:
Onder het plaveisel het moeras:
Advocaat van de hanen:
De helleveeg:
Kwaadschiks:
Kastanje a/d zee
Stemvorken:
Stultifera navis:
Robert Kruzdlo zegt
Marc, kun je ook tellen hoeveel tegeltjes van een bepaalde kleur voorkomt in het kleurenpalet en dat vergelijken met de andere kleurenpalets. ‘Geel’ bijvoorbeeld. En wat de reden is dat er in bepaald boek meer of minder geel voorkomt. (Kleurpsychologie: https://www.flashcardsbestellen.nl/2020/09/08/het-effect-van-kleur-op-je-studieresultaten/)
Denkend aan :Synesthesie in het werk van Nabokov¿ Zintuigelijke waarnemingen kunnen door elkaar lopen en als laatste kunnen kleuren zien hinderlijk zijn. In het ouderlijk huis van de schrijver was er weinig kleur.
Geel, moest ik aan denken, associatie met de kleur van urine, omdat de schrijver plezier had in het ophouden, afhouden om te plassen en onderwijl verhalen bedacht. En om daarna dikke boeken te schrijven. Dat bracht mij op de kleur geel, bedacht ik mij ineens vanmorgen.
Marc van Oostendorp zegt
Dat valt natuurlijk te tellen. Ik heb het overwogen, maar ik weet niet zo goed waar het dan mee te vergelijken. Zelfs de onderlinge vergelijking is lastig, omdat sommige delen veel langer zijn en/of veel meer kleurennamen hebben. En dan: De helleveeg heeft betrekkelijk veel geel, maar daarin wordt dan ook regelmatig geschreven over de stofdoek van de hoofdpersoon.