40 jaar tandeloos (61)
Wolfgang Amadeus Mozart begeleidt de hele Tandeloze tijd. In deel 1, Vallende ouders, wordt onder meer over hem gezegd:
Op een avond vertelde ik Flix hoe voor de eerste keer de muziek van Mozart me getroffen had. Mijn eigen relaas greep me behoorlijk aan, en toen ik uitverteld was en naar een bepaald punt op de muur bleef kijken, zei hij met zoete hoon: ‘Soms zijn wij eigenlijk net echte dichters, hè… zoals we gekweld voor ons uit kunnen staren.’
Maar ook in Stemvorken zitten allerlei verwijzingen. Onder andere wordt naar hem verwezen als iemand die, net als een van de personages in de roman, zich soms als een dier gedroeg:
‘Er is een getuigenis van een tijdgenote over hem… die komt me op de een of andere manier heel waarachtig voor. Mozart zit aan de fortepiano geweldig virtuoos te improviseren op een thema uit Non più andrai. Het hele gezelschap in de kamer hoort ademloos toe… stel je dat even voor. Plotseling, midden in een maat, stopt zijn spel… Mozart staat op, en begint, na een paar korte aanlopen, over het meubilair te springen, onderwijl… en nu komt het… luid miauwend als een kat. Het gezelschap is verbijsterd, en wij… na ruim twee eeuwen… nog steeds.’
Zo zitten er ook tal van veel meer verdekte verwijzingen in het werk. In Advocaat van de hanen woont de koningin een premiere bij van de een opera van de componist Seijffardt, waarvoor Albert Egberts het scenario heeft geschreven:
‘Ah, u bent dus meneer Seijffardt,’ zei de koningin hartelijk. ‘Tja, wat zal ik ervan zeggen… Wel erg veel noten, he? Ik bedoel, voor zo’n relatief kort stuk…’
De componist bleef stom. Zijn librettist, die ook in de buurt stond, sprong bij. ‘Precies zoveel als er nodig zijn, Majesteit.’
De opmerking van de koningin is natuurlijk niet alleen een spiegeling van een verwijt dat Van der Heijden zijn hele carrière is gemaakt: dat hij ‘wel erg veel woorden’ gebruikt, maar ook een herhaling van de woorden die keizer Jozef II tegen Mozart sprak na de première van Die Entführung aus dem Serail. En Mozart gaf daarop het antwoord “Precies zoveel als er nodig zijn, Majesteit.” De scene is heel bekend geworden door de film Amadeus uit 1984 (twee jaar voor de beschreven première en zes jaar voor het verschijnen van Advocaat).
Een verdekte verwijzing naar diezelfde opera zit ook in Kwaadschiks. (Zo verdekt is hij dat ik wel wat moest puzzelen voor ik hem had, en ik begrijp hem nog steeds niet helemaal.) De hoofdpersoon Nico Dorlas is gevangen genomen en wordt verhoord tot hij niet meer kan. Dan brengen de agenten hem naar zijn cel om te slapen.
De politiemannen vertrokken. De deur ging op slot. Dorlas strekte zich op de brits uit. Hij raakte vrijwel meteen in slaap, maar schrok om de haverklap wakker van Osmins aangepunte bamboestok, die in zijn zij prikte.
Osmin is de bewaker in Die Entführung aus dem Serail, de bewaker van de schone geliefde, een bruut én een Turk – wat de opera inmiddels bijna onuitvoerbaar maakt. Dat hij iemand met zijn bamboestok in de zij prikt, wordt nergens in het scenario gezegd en ik heb geen video van een uitvoering kunnen vinden waarin dat wel gebeurt (al zijn er verschillende scenes waarbij je je dat kunt voorstellen). Wat dat betreft is niet helemaal duidelijk wat Dorlas nu precies dwarszat in de nacht.
Maar de naam Osmin is vooral bekend uit die opera, en de bruut die verliefd is op een meisje en anderen hun meisje ontzegt – dat is natuurlijk Dorlas.
Robert Kruzdlo zegt
Antonio Salieri, vijand van Mozart, helpt keizer Jozef II, ook omdat Saliere een andere opvatting had: Kein Sänger singt all’s, was er will; Er hat sein Ziel. In dem lobt man nur,… Een schrijver schrijft niet alles wat hij wil, dat kan de lezer niet dragen of hij moet het in de strot willen duwen. Die drift, de muzikale Mozart-drift, kan alleen in de muziek helaas. Toch krijg je een ander beeld als je weet dat er meer achter zit dan hierboven gememoreerd:
https://www-mozartsocietyofamerica-org.translate.goog/the-autobiography-of-ludwig-fischer-mozarts-first-osmin/?_x_tr_sl=en&_x_tr_tl=nl&_x_tr_hl=nl&_x_tr_pto=sc