Achter het achtervoegsel 35
Mij zul je niet horen zeggen dat vroeger alles beter was. Met afgrijzen denk ik terug aan de keren dat ik op het trottoir midden in een hondendrol ben gaan staan. Natuurlijk overkwam me dat vooral als ik schoenen met een goed profiel droeg. In mijn ergernis over de uitwerpselen van honden stond ik zeker niet alleen.
Meneer Thole uit Enschede was de drollenoverlast zo zat dat hij dreigde met extreme maatregelen. In zijn tuin plaatste hij een bord met daarop de tekst: “Uw hond in de goot of ik schiet hem dood.” Daarmee overschreed hij een grens: de daaropvolgende nacht werd het bord in zijn geheel vernield. Hierdoor liet de heer Thole zich overigens niet uit het veld slaan. Als reactie op de hondenpoep op de stoepen rond zijn woning, zei hij: “Als deze situatie niet verandert, ga ik bij Boltini werken en laat ik de olifant op de stoep van de honde-eigenaren uit” (Tubantia, 29 januari 1975).
Ergernis over hondenpoep in de openbare ruimte houdt ook in Amsterdam de gemoederen al decennia lang bezig, zo blijkt uit het Leeuwarder nieuwsblad van 25 september 1929. Hondenbelasting was een van de maatregelen om het probleem te beteugelen, maar dat bleek niet afdoende te zijn. Het gemeentebestuur van de hoofdstad was er in 1973 helemaal klaar mee, schrijft Tubantia op 23 november 1973. Waarschuwingen op borden en tegels als “Doe niet zo honds, gebruik de goot” en “Hond in de goot, dank u” bleken niet te helpen en ervaringen met hondentoiletten in andere steden waren weinig bemoedigend.
Ook andere steden die kampten met het probleem van uitwerpselen op trottoirs, in plantsoenen en winkelpromenades, besloten midden jaren zeventig met de slagzin “Hond in de goot” op folders, stickers, tegels en posters het gedrag van hondenbezitters een duwtje in de goede richting te geven. Zo probeerde de gemeente Den Haag met het motto “Een hond in nood doet het in de goot” de zogenaamde ‘bruine zones’ – nadere toelichting lijkt mij overbodig – minder bruin te maken (Trouw, 3 januari 1976).
De gemeente Utrecht had een ander plan. Aan 45 hondeneigenaren werd een gratis schep ter beschikking gesteld, die de handelsnaam Spadog droeg en verkrijgbaar was “in stokmodel en pocketmodel”. Daarmee kon het baasje de uitwerpselen van zijn hond keurig in de goot deponeren. Het Nederlands dagblad (10 juni 1976) leek het niet zo aantrekkelijk om te wandelen met een gebruikte Spadog: “Maar misschien levert de gemeente Utrecht [er] miniatuur-plastic-Spadogzakken bij?”
Caninette
Ook in andere landen is hondenpoep een probleem. Om in grote steden hondenpoep op te ruimen wordt in Frankrijk de zogenaamde caninette ingezet. De naam van dit gemotoriseerde voertuig is afgeleid van het Latijnse woord caninus ‘van de hond’. Marc De Coster heeft het opgenomen in zijn Woordenboek van Eufemismen (2004), want in de Franse volksmond wordt gesproken over een ‘motoscrotte’ of drolmotor.
De caninette is ook te vinden in het vijf jaar eerder verschenen Woordenboek van Neologismen (1999) van dezelfde auteur, want ook in het Nederlands heeft het woord ingang gevonden. Van de twee door hem genoemde citaten dateert het oudste uit 1986. In Nederlandstalige kranten duikt het woord drie jaar eerder voor het eerst op. Philip Freriks, lang voordat hij presentator van De Slimste Mens werd correspondent in Frankrijk, wijdt in Het Parool van 7 mei 1983 een uitgebreid artikel aan deze motor van 250 cc waarop een keurige witte polyester bak is gemonteerd, die hydraulisch kan worden neergelaten en opgetrokken:
“De drollenvanger, die in het Frans op de loonlijst staat als agent de nettoyage (schoonmaakbeambte), rijdt op zijn motor tot boven de hondebolus, laat de bak neer, doet de borstels draaien en de vuiligheid verdwijnt in de papieren, bio-oplosbare zakken aan de binnenkant.”
Het Parijse voorbeeld vond navolging in onze hoofdstad. Op 18 oktober 1984 schrijft Het Parool dat de poepfiets – naar analogie van de caninette – waarschijnlijk over enkele maanden de stoepen in Amsterdam zal ontdoen van hondenpoep. Toch zal het nog bijna een jaar duren voordat de caninette daadwerkelijk in het centrum en in De Pijp zal rondrijden (De waarheid, 3 oktober 1985).
Hoewel Rotterdam ook wel oren heeft naar deze manier om van de hondenpoep af te komen, besluit de gemeente er toch van af te zien. Inclusief bemanning kost het gebruik van één caninette 135.000 gulden per jaar. Omdat deze “gemechaniseerde strontruimer” per dag 25 kilometer straat hondenpoepvrij kan maken, zou dat neerkomen op een bedrag van twintig gulden per kilometer. Dat was gezien de financiële positie van de havenstad in 1987 geen haalbare kaart (Het vrije volk, 8 april 1987). Maar tijden veranderen: drie jaar later rijdt er in Spangen alsnog een exemplaar van deze ‘poepscooter’ rond (Het vrije volk, 15 november 1990), die in Rotterdam de kakkienette wordt genoemd, aldus Jan Deckers, districtschef reinigingsbedrijf Roteb, in een interview in het Algemeen Dagblad van 15 december 1990.
Doggynette
Enige tijd geleden luisterde ik naar de tweede aflevering van Over taal gesproken, een podcast van het Instituut voor de Nederlandse Taal en het Genootschap Onze Taal – van harte aanbevolen! Daarin werd mijn collega Vivien Waszink – redacteur van het Woordenboek van Nieuwe Woorden – geinterviewd over nieuwe woorden als spiegel van de samenleving. Tijdens dit interview werden haar enkele woorden voorgelegd die voorkwamen op een lijst met nieuwe woorden uit 1994: de drugspas, de condoomvader, een digizine en behaagwraak. De meeste van die nieuwe woorden worden amper meer gebruikt en de betekenis is voor een taalgebruiker uit 2023 eigenlijk al niet goed meer vast te stellen.
Eén woord uit 1994 heb ik nog niet genoemd. En dat was – hoe kan het ook anders – een woord eindigend op het suffix -ette: doggynette. De geïnterviewde dacht – en dat is goed te begrijpen – dat het een benaming voor een hondentoilet was. Nu heeft het woord zeker met honden en hun uitwerpselen te maken, maar er werd niet het kleinste kamertje voor honden mee bedoeld.
Een doggynette is volgens een boekje met nieuwe woorden uit 1994 “een waaiervormige grijper die zich met een eenvoudige handbeweging om een hondendrol vouwt”. Dit is een typische woordenboekomschrijving, al kan iemand met een beetje fantasie zich er wel een voorstelling van maken.
Het apparaat is een uitvinding van de gepensioneerde chef-machinebouw Martinus Cornelis Gosen uit Helmond. Zijn Doggynette is niet zomaar een schep, het is “de Rolls-Royce onder de hondepoep-schepjes”. De naam is slim gekozen. Aan de ene kant zorgt het suffix –ette ervoor dat de doggynette klinkt als een benijdenswaardig, deftig apparaat, terwijl het juist bedoeld is voor een tamelijk onaangenaam en onwelriekend klusje. Aan de andere kant zorgt de voorafgaande medeklinker <n> ervoor dat er een associatie wordt opgeroepen met het bijvoeglijk naamwoord net ‘schoon’. Precies wat de doggynette doet: de stoep of de berm schoonmaken.
Maar ondanks aanhoudende campagnes om honden in de goot hun behoefte te laten doen en ingenieuze apparaten om drollen op te ruimen bleef de overlast door hondenpoep onverminderd groot. Tal van gemeentes hebben daarom een speciaal hondenpoepbeleid opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening waarin staat dat een hondenbezitter verplicht is hondenpoep op te ruimen. Daarom moet elke hondeneigenaar altijd een zakje, schepje of ander opruimmiddel bij zich hebben.
Zelf hebben wij k heb zelf geen hond maar ik zie uiteraard wel vaak mensen met plastic zakjes in de weer om de uitwerpselen van hun geliefde viervoeter op te ruimen. In het bestaan van apparaten om deze klus letterlijk uit handen te nemen had ik me dan ook nog nooit eerder verdiept. Had ik dat maar eerder gedaan. In de wonderlijke wereld van vergelijkbare producten komen we bijzondere woorden tegen: poepgrijper, poepopruimer, poepschepper, hondenpoepschep en hondenpoepgrijper.
Toch zal er bij de nuchtere hondenbezitter een zekere gêne bestaan om dit apparaat aan te schaffen én te gebruiken want ik heb nog nooit iemand met een Doggynette of een concurrerend product de hond zien uitlaten. Kennelijk draait de gemiddelde Nederlander voor drollenruimen zijn hand niet om.
Laat een reactie achter