Het Vlaams-Russische woordenboek van Emmanuel Waegemans en Vladimir Ronin
Mijn werkzame leven begon – sweet memories – in 1975. In dat jaar werd ik als student-assistent benoemd tot redacteur van het Russisch-Nederlandse en het Nederlands-Russische woordenboek van Ton van den Baar. In die twee woordenboeken besteedde Van den Baar veel aandacht aan het Russische mat, het scabreuze scheld- en vloeklexicon waarmee het Westen inmiddels dankzij Wagner-baas Jevgeni Prigozjin heeft kennisgemaakt.
Informanten
Van den Baar was zijn carrière begonnen als militair en hij was van 1952 tot 1961 hoofd van de opleiding Russischaan de School Militaire Inlichtingendienst in Harderwijk geweest. Uit ervaring wist hij dat voor dagelijkse communicatie met ‘gewone’ Russen kennis van de informele Russische registers onontbeerlijk is. Dat jargon was niet te vinden in Sovjetwoordenboeken, en daarom verlieten we ons vooral op Russische informanten. Niet op de door de Sovjetregering uitgezonden gastdocenten, want hun antwoord luidde steevast oe nas etogo net* (‘bij ons bestaat dat niet, dat kennen we niet’) op iedere vraag naar een begrip op het gebied van seks, drugs, misdaad en rock-’n-roll – er is in vijftig jaar helaas weinig vooruitgang geboekt. Maar vluchtelingen uit de Sovjet-Unie en jonge Russische neerlandici deelden enthousiast hun kleurrijke taalgebruik met ons. Een van die neerlandici was Vladimir (Volodja) Beloöesov, die later medewerker werd aan de Universiteit van Moskou en zich specialiseerde in de lexicografie.
Waar we echter géén aandacht aan besteedden, waren Vlaamse begrippen en uitdrukkingen. In die periode was de emancipatie van het Belgisch-Nederlands nog niet zo ver gevorderd, dus het kwam bij ons Nederlandse slavisten niet eens op om Vlaamse woorden in het woordenboek op te nemen. Anders lag dat bij de Russische neerlandici: velen van hen hadden Nederlands geleerd van Vlamingen, en dat was niet alleen te horen aan hun uitspraak van het Nederlands, maar ook aan hun uitdrukkingen. Zo wilde Volodja Beloöesov de Russische uitdrukking on pochozj na svojego ottsa in het woordenboek vertalen als ‘hij slacht zijn vader’. Die vertaling hebben we niet overgenomen, want in het Algemene Nederlands luidt dat ‘hij lijkt op zijn vader’, en slachten is in deze context wel erg ambigu.
Vlaamse ingangen
Andere tijden, andere zeden: in 2020 hebben de Leuvense slavisten Emmanuel Waegemans en Vladimir Ronin bij Uitgeverij Benerus een Vlaams-Russisch woordenboek gepubliceerd, waarin ze de Russische vertaling geven van 2200 Vlaamse woorden en uitdrukkingen. Het woordenboek is bedoeld voor ‘Russische neerlandici, maar vooral Russischtaligen uit de hele ex-Sovjetunie die in Vlaanderen wonen, en andere immigranten die het Russisch beheersen.’
Deze publicatie is erg interessant en relevant, ook voor ons huisblad Neerlandistiek. Ik zal hier niet ingaan op de – voortreffelijke – Russische vertalingen, maar op het Vlaamse deel. Over hun trefwoordkeuze schrijven de auteurs:
Ons woordenboek fixeert vier soorten ‘Vlaams’:
- officiële administratieve, gerechtelijke en politieke terminologie (bv. arrondissement, hof van assisen, cumul, relanceplan, wetsdokter), termen uit het onderwijs (bisser, blokken, delibereren) en de werksfeer (loonfiche, opzegvergoeding, verlof zonder wedde)
- termen uit het alledaags leven (blaffetuur, dampkap, droogkuis, plastron, koninginnenhapje, preparé, enz.)
- taal van het sociale leven (de bloemekes buiten zetten, een pint pakken, foor, pensenkermis…)
- plastische taal van menselijke gevoelens (ambetanterik, het is weer koekenbak, lullevent, machoefel…)
Sommige van de opgenomen trefwoorden en uitdrukkingen zijn mij als noorderling ook bekend, zoals heb ik (soms) iets van u aan? of nog niet afgedaan hebben, maar ze ontbreken, om welke reden dan ook, in de bestaande Russische woordenboeken. Voor de meeste opgenomen woorden en uitdrukkingen geldt echter dat ze nieuw zijn voor mij – terwijl ik toch werk op een binationaal instituut. Zo had ik nog nooit gehoord van aanhoud(st)er ‘buitenechtelijke partner van een gehuwde vrouw of man’, akkeleir ‘stotteraar’, baarchoc ‘bumper’, bataklan(g) ‘hebben en houden’, bijhuis ‘filiaal’, bleitbakkes ‘huilebalk’, curieuzeneuzemosterdpot ‘nieuwsgierig iemand’, hij denkt dat de evenaar door zijn gat loopt ‘zich het centrum van de wereld wanen’, de ezelsstamp krijgen ‘aan de deur gezet worden’ of febbekak ‘lieveling’.
De meeste van deze woorden ontbreken in de Dikke Van Dale en de vertaalwoordenboeken van Van Dale. Wel zijn ze natuurlijk te vinden in Het Vlaams woordenboek, maar Waegemans en Ronin hebben een zorgvuldige keuze gemaakt uit de 36.430 ingangen van dat woordenboek: iedere gebruiker kan namelijk een bijdrage leveren aan het Vlaams woordenboek, zodat het toch wel rijp en groen bevat.
Het is een genot om de lijst met woorden en uitdrukkingen door te lezen, omdat het je doet beseffen hoe willekeurig een keuze voor een taalvorm is: in het Algemene Nederlands spreken we van dijenkletser, open en bloot, paardenmiddel, stofblik en veilingzaal, maar waarom eigenlijk niet ook, zoals in het Vlaams, van billenkletser, blak en bloot, paardenremedie, roepzaal en vuilblik?
Beloöesovs ‘hij slacht zijn vader’ is niet opgenomen in het woordenboek, maar het Russische equivalent pochozje wordt vermeld bij de uitdrukking dat trekt op niets, dat trekt op geen kloten ‘dat lijkt nergens naar, dat is niets waard’, die in het Russisch wordt vertaald als eto ni na tsjto ne pochozje.
Het is weer 25
Via dat trekt op geen kloten komen we op het niets aan de verbeelding overlatende Russische grove of informele taalgebruik, waarvan ook dit woordenboek de nodige pareltjes bevat. Het woordenboek vertaalt bijvoorbeeld kust mijn botten ‘loop naar de bliksem’ door posjol na chren!, terwijl nul de botten ‘helemaal niets’ gelijkstaat aan ni chrena, en van Jan mijn kloten ‘van slechte kwaliteit’ aan chrenovy. U zult het wel begrepen hebben: chren is het equivalent van ons ‘zak’ of ‘bal’.
De Russische vertaling van niks, nada luidt sjisj s maslom. Sjisj betekent ‘geen barst’, maar letterlijk duidt het het gebaar aan dat op onderstaande illustratie is uitgebeeld, met de duim tussen wijs- en middelvinger, terwijl s maslom letterlijk ‘met boter’ betekent. Het gebaar sjisj is grof, maar minder vulgair dan de middelvinger geven.
Als je eenmaal aan het woordenboek begint kun je niet meer stoppen met lezen en je verwonderen. Zo wordt de uitdrukking allez ze, ’t is weer van dattum ‘het is weer zover’ in het Russisch vertaald als noe vot, opjat dvadtsat pjat!, letterlijk ‘nou, het is weer 25’, of ‘hèhè, daar zijn we weer, 25’. De Russische uitdrukking is een soort verzuchting: daar gaan we weer. Maar waarom drukken Russen dit uit met het getal 25? Ik had er nog nooit van gehoord, maar zoeken op internet levert op dat de uitdrukking waarschijnlijk teruggaat op een populair humoristisch Sovjetprogramma, ‘Opjat 25’, dat door Radio Majak sinds 1968 werd uitgezonden en precies 25 minuten duurde. Ook in het Nederlands heeft de radio geleid tot nieuwe uitdrukkingen, denk aan familie doorsnee en hamvraag.
Lessen
Wat kunnen we nu leren van het Vlaams-Russische woordenboek? De belangrijkste les is volgens mij dat lexicografen meer aandacht moeten besteden aan de specifieke Vlaamse woordenschat. In eentalige Nederlandse woordenboeken gebeurt dat al, maar de vertaalwoordenboeken lopen nog achter. Het moet vanzelfsprekend worden dat vertaalwoordenboeken Vlaamse woorden bevatten, zodat een apart Vlaams woordenboek overbodig wordt. Het Nederlands is immers een pluricentrische taal en Nederlands-Nederlands en Belgisch-Nederlands hebben een gelijkwaardige positie. In de praktijk is dat echter in de vertaalwoordenboeken nog niet zichtbaar. Het toevoegen van Vlaamse woorden is ook van belang voor neerlandici extra muros: zij worden geconfronteerd met de vraag of ze Nederlands-Nederlands of Belgisch-Nederlands moeten onderwijzen, maar het is natuurlijk geen kwestie van of-of maar van en-en. Daarvoor zijn adequate hulpmiddelen onontbeerlijk.
* De Russische woorden geef ik weer in de populair-wetenschappelijke transcriptie, met gebruikmaking van de Transcriptor: een tool die Russische (en Oekraïense) namen en woorden automatisch omzet in verschillende transcripties, zie https://transcriptor.nl/.
Jos Houtsma zegt
Vanavond kwam ik “buitenwipper” tegen als Vlaams equivalent voor “uitsmijter”.
Voor wat het waard is.
Vladimir Ronin zegt
Hartelijk dank aan Nicoline van der Sijs voor haar positieve, begripvolle reactie op ons woordenboek. Een kleine kanttekening: de Russische uitdrukking “opjat dvadtsat pjat!” ontstond minstens een halve eeuw vóór het Sovjetradioprogramma van 1968 en werd nog door mijn grootmoeder (°1897) vaak gebruikt.
Beste groeten, Vladimir Ronin
Nicoline van der Sijs zegt
Bedankt, Vladimir Ronin! Weet u wat dan de herkomst van deze (intrigerende) uitdrukking is? Het rijmt natuurlijk, maar waarom 25? (het prikkelt mijn nieuwsgierigheid…)