Het woord klein heeft dezelfde oorsprong als het Engelse clean. Ze zijn allebei uit het Proto-Germaanse woord *klainiz ‘glanzend’ ontstaan. In de dochtertalen heeft dat woord zich qua vorm en qua betekenis op verschillende manieren ontwikkeld. De infographic laat een selectie van Westgermaanse standaardtalen en streektalen zien.
![](https://neerlandistiek.nl/wp-content/uploads/2024/02/Etymologica-135_19-2-2024_Van-Spijk_klein-967x1024.png)
Literatuur
- J. Daan en M. Francken (1972, 1977). Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling (ANKO). Amsterdam, geraadpleegd op www.meertens.knaw.nl/kaartenbank/
- J. van Keymeulen (projectleider). Woordenbank van de Nederlandse Dialecten, geraadpleegd op woordenbank.be
- G. Kroonen (2013). Etymological Dictionary of Proto-Germanic. Leiden Indo-European Etymological Series, volume 11. Leiden: Brill
- M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. Van der Sijs (2003-2009). Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. Amsterdam: Amsterdam University Press
- W.J.J. Pijnenburg, K.H. van Dalen-Oskam, K.A.C. Depuydt, T.H. Schoonheim (2001). Vroegmiddelnederlands Woordenboek. Leiden: Instituut voor de Nederlandse Lexicologie, geraadpleegd op ivdnt.org
- T.H. Schoonheim, K. Louwen, M.A. Mooijaart, W.J.J. Pijnenburg en A. Quak (2009). Oudnederlands Woordenboek. Leiden: Instituut voor Nederlandse Lexicologie, geraadpleegd op ivdnt.org
- N. van der Sijs (samensteller) (2015-). Elektronische Woordenbank van de Nederlandse Dialecten (eWND), geraadpleegd op ewnd.ivdnt.org
- E. Verwijs en J. Verdam (1885-1952). Middelnederlandsch Woordenboek. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff, geraadpleegd op ivdnt.org
Laat een reactie achter