Warning: Undefined array key "file" in /vol1/sites/neerlandistiek.nl/htdocs/wp-includes/media.php on line 1763
In de eerste maand van het jaar verbleef ik acht dagen in het plaatselijke ziekenhuis, dat in het eerste decennium van deze eeuw op enkele honderden meters afstand van mijn woning in de weilanden werd gebouwd. Vanuit de ramen aan de noordkant van het gebouw kon ik de hele dag door mensen over het pad tussen het ziekenhuis en de overgebleven weilanden zien wandelen, vergezeld van hun huisdier, dat daar vrij mocht rondlopen om de omgeving te besnuffelen en de plekken waar hij geweest was met zijn geur te markeren. In de loop van de middag verzamelde zich een enorm aantal kraaiachtigen in een van de weilanden om nog een hapje te eten, en op een bepaald moment stegen ze dan met z’n allen op en vulde de hemel zich met een grote zwerm vogels, die alle kanten op vlogen, maar wel telkens bij elkaar bleven in de zwerm. Dat duurde dan enige tijd, maar uiteindelijk landden ze allemaal op het gebouw om samen de nacht door te brengen.
Ik moest een beetje rondlopen in het ziekenhuis om mijn herstel te bespoedigen. Aan de zuidkant van het gebouw gekomen, overzag ik van tijd tot tijd het terras, dat, zo stond op een bordje geschreven, tot 1 april gesloten bleef. Op de glazen deur zat een sticker met de volgende tekst, die betrekking had op de duiven die zich op het terras begeven.
- Door vogels niet te voeren helpt het ons overlast van ongedierte te voorkomen
Het was duidelijk dat het hier ging om een samengestelde zin waarin de hoofdzin was ingeklemd tussen twee beknopte zinnen. Maar wat had dit het, dat exact in het midden van de constructie stond, voor een functie? Onderwerp, maar wat voor onderwerp?
Soorten onderwerpen
In de traditionele grammatica onderscheidt men drie soorten onderwerpen voor het woordje het. Laten we die eerst op een rijtje zetten voordat we naar de bovenstaande zin terugkeren.
Gewoon onderwerp
Het woordje het kan als persoonlijk voornaamwoord het onderwerp van de zin vormen. Vergelijk de volgende zinnen. Het onderwerp is tussen ronde haken gezet.
- (Het) is een mooie tekening geworden
- Gisteren werd (het) hem uitvoerig uitgelegd
- Vandaag hebben we droog weer, maar (het) kan ook zo veranderen
In de eerste zin is het duidelijk dat het betrekking heeft op een mooie tekening, dat het naamwoordelijk deel van het gezegde vormt. In de tweede zin is er sprake van iets wat op grond van de verdere context van het gesprek bekende informatie vormt voor de hoorder. Die informatie, uitgedrukt door het, wordt aan iemand uitgelegd. In de derde zin heeft het betrekking op de situatie waarvan in de eerste hoofdzin sprake is (dat we vandaag droog weer hebben). Er is sprake van een terugverwijzing. In alle drie zinnen is het een gewoon onderwerp. In die functie kan het ook vervangen worden door dat:
- (Dat) is een mooie tekening geworden
- Gisteren werd hem (dat) uitvoerig uitgelegd
- Vandaag hebben we droog weer, maar (dat) kan ook zo veranderen
Loos onderwerp
Bij een loos onderwerp is er geen sprake van een situatie of een bepaalde entiteit waar dat het naar verwijst. Het onderwerp het is niet te vervangen door dat aangezien die situatie of een concrete referent ontbreekt. Vergelijk de volgende voorbeelden:
- (Het/*Dat) sneeuwde de afgelopen nacht
- (Het/*Dat) spookte in het kasteel
- (Het/*Dat) lekte heel erg op zolder
We spreken hier van een loos onderwerp het.
Voorlopig onderwerp
De derde functie die het kan hebben als onderwerp van de zin, is voorlopig onderwerp. Voorlopig wil hier zeggen dat dit onderwerp eerst wordt genoemd en dat verderop het eigenlijke onderwerp staat, waar dat het als voorlopig onderwerp naar verwijst. Die verwijzing is dan ook concreet. Enkele voorbeelden:
- (Het) is zeker (dat zij morgen komt)
- (Het) is toch wel mooi geworden, (dat schilderij)
Het voorlopig onderwerp te bovendien te vervangen door het eigenlijke onderwerp, waarbij de betekenis van de zin blijft behouden:
- (Dat zij morgen komt) is zeker
- (Dat schilderij) is toch wel mooi geworden
Terug naar de eerste zin
Hoe zit het nu met die eerste zin, die we hier voor het gemak herhalen:
- Door vogels niet te voeren helpt het ons overlast van ongedierte te voorkomen
Het is duidelijk dat het onderwerp van de hoofdzin is, maar wat voor een? Op het eerste gezicht heeft het er alle schijn van dat het een voorlopig onderwerp is. In dat geval moet de beknopte zin overlast van ongedierte te voorkomen het eigenlijke onderwerp zijn en dus het voorlopig onderwerp het kunnen vervangen:
- Door vogels niet te voeren helpt (overlast van ongedierte te voorkomen) ons
Bij de vervanging van het voorlopig onderwerp door het eigenlijke onderwerp, moeten we dezelfde betekenis krijgen. Maar in de betekenis die nu is ontstaan is het de overlast van ongedierte te voorkomen die de helpende hand biedt, terwijl die helpende functie in de eerste beknopte zin wordt uitgedrukt. De bovenstaande zin betekent dan ook niets. De beknopte zin aan het eind is namelijk een voorzetselvoorwerp, wat te illustreren is door een voorlopig voorzetsel ermee in te vullen. Het eigenlijke voorzetselvoorwerp is dus die beknopte zin overlast van ongedierte te voorkomen.
- Door vogels niet te voeren helpt het ons ermee overlast van ongedierte te voorkomen
Dan blijven er twee opties over: gewoon onderwerp of loos onderwerp. Kijken we naar de betekenis van de zin, dan is het duidelijk dat er een helpende hand wordt geboden om die overlast van ongedierte te voorkomen. Die hulp komt zoals gezegd tot uiting in de eerste beknopte zin, door vogels niet te voeren. Dat betekent dat we te maken hebben met een samengestelde zin die wordt ingeleid door een bijwoordelijke bijzin waarin wordt aangegeven op welke manier de betreffende overlast voorkomen kan worden waarvan gewag wordt gemaakt in die andere beknopte zin. Het onderwerp het in de hoofdzin is dan ook een gewoon onderwerp, dat terugverwijst naar de beknopte bijzin aan het begin. De ontleding van de samengestelde zin Door vogels niet te voeren helpt het ons overlast van ongedierte te voorkomen, is van links naar rechts dus als volgt.
- door vogels niet te voeren: bijwoordelijke bepaling
- helpt: persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde
- het: onderwerp
- ons: lijdend voorwerp
- overlast van ongedierte te voorkomen: voorzetselvoorwerp
Ronny Boogaart zegt
Mooi geval! Ik zou deze zin best fout durven noemen. Ik denk contaminatie van ‘(het) niet voeren van vogels helpt ons om…’ en ‘u helpt ons ermee om…’. Als we ‘het’ moeten benoemen zou ik wel voelen voor ‘herhalend onderwerp’ (die ontbreekt nog in je lijstje). De schrijver wil graag dat het voeren van vogels alsnog het onderwerp van de zin wordt (want dat helpt ons) maar dat is na die voorzetselgroep lastig; je kan dat onderwerp niet goed uit die voorzetselgroep halen (zie ook: https://neerlandistiek.nl/2023/03/bij-natte-vloer-glad/). Sterkte met het verdere herstel, Jan.
JEAN-PAUL VANDEN ABEELE zegt
Beste meneer Boogaart,
Als trouwe bezoeker van ‘Neerlandistiek’ heb ik ook (even) nagedacht over die zinsconstructie :
Ik zou persoonlijk voor een ‘veiligere’ of een lichtere constructie opteren …
a. Door vogels niet te voeren, help JE ons overlast … te voorkomen.
b. Vogels niet voeren (als onderwerp dan) helpt ons overlast … te …
Alvast bedankt voor uw belangstelling!
JP VdAbeele
Ronny Boogaart zegt
Ja die zijn allebei beter! De huidige tekst is een ongelukkig mengsel van die twee.
Jan Nijen Twilhaar zegt
Dank je wel, Ronny. Het is inderdaad mogelijk dat de zin ontstaan is uit een contaminatie. Zelf zou ik de zin niet ongrammaticaal durven noemen, hoewel het natuurlijk een vreemde constructie is. Mij lijkt ‘het’ als herhalend onderwerp minder wenselijk dan als gewoon onderwerp, omdat de eerste beknopte zin dan als een onderwerp moet worden opgevat. Dan zou ik toch liever zeggen dat ‘het’ een gewoon onderwerp is dat terugverwijst naar de SITUATIE die door die bijwoordelijke bepaling wordt uitgedrukt. Zie ook het eerder genoemde voorbeeld Vandaag hebben we droog weer, maar (het) kan ook zo veranderen. Dat ik het herhalend onderwerp niet in het rijtje had gezet, had te maken met dat ‘het’. Volgens mij komt dit voornaamwoord (bijna) niet voor als herhalend onderwerp. Vergelijk:
Mijn vader, (die) is pas sterk
Het meel, (dat) wou niet rijzen
Dat kantoortje van Willen, (het) bestaat niet meer
Het gaat natuurlijk om de derde zin. Wel grammaticaal lijkt me, maar hier zou ik dan toch kiezen voor ‘dat’ als herhalend onderwerp.
Ronny Boogaart zegt
Ja hoor, eens, de term ‘herhalend onderwerp’ heb je hier ook niet per se nodig. In de de functie die ik op het oog heb, is het eerder jouw ‘gewone onderwerp’ maar dat lijkt dus terug te verwijzen naar het niet voeren van de vogels. En omdat dat in een voorzetselgroep zit verstopt, gaat dat niet goed. In die lezing is de zin dus ongrammaticaal. Fout, zeg maar 😉
Peter Debrabandere zegt
Ik sluit me aan bij de commentaren. Mij lijkt de zin “Door vogels niet te voeren helpt het ons overlast van ongedierte te voorkomen” ook een grammaticaal rammelende zin. Het voornaamwoord “het” moet ergens naar verwijzen, maar waar het naar verwijst, is onduidelijk. Wat helpt ons? Antwoord: het! Maar wat is “het”? En wie voert de vogels niet? “Het” kan niet anders dan verwijzen naar diegene die de vogels niet voert. Maar zo kun je dat toch eigenlijk niet formuleren. Bedoeld is eigenlijk: “Door vogels niet te voeren, helpt u ons overlast van ongedierte te voorkomen”. Voor mijn gevoel is het weinig nuttig om de besproken zin grammaticaal te ontleden en het woordje “het” een zinvolle functie te geven.