Vromaneffect
Leo Vroman, ongeboren,
laat geen kikje van zich horen,
tot hij zelf aan ’t baren slaat
en het zoonzijn hem vergaat.
Steeds als hij op niemand lijkt,
heeft hij ons met zich verrijkt.
Leo Vroman was, of eigenlijk ís onze intiemste dichter. Intiem met zijn lezer, intiem met de taal, intiem met het leven tot op het niveau van de biochemie. In alles wat hij schreef voel je zijn aanwezigheid. Hij is allang opgestaan, maar zijn stoel is nog warm.
Toen Vromans leven in april 1990 in de oude schouwburg van Maastricht gevierd werd in verband met zijn op handen zijnde 75e verjaardag, mocht ik publiekelijk met hem in gesprek. Hij zat zelf nog in de zaal, zijn plek naast mij op het podium had ik een paar minuten leeg willen laten om eerst eens over de stoel te kunnen praten waarop hij daarna zou gaan zitten. Een stoel heeft poten maar kan nooit eens gaan zitten en wordt nooit eens door iemand op schoot genomen. Hij kan alleen maar dienen. In het tijdschrift Barbarber las ik ooit over Madame Curie dat zij wanneer ze ’s nachts in haar laboratorium sliep wel eens een stoel over zich heen trok tegen de kou.
Vincent van Gogh heeft in 1888 in Arles een schilderij gemaakt dat voor mij ‘Zelfportret als stoel’ zou mogen heten. We zien een lege stoel, die ons twee jaar voor zijn eigenlijke dood toont hoe de schilder feitelijk al gestorven is. Al schilderend moet Van Gogh zijn eigen nabije afwezigheid in het oog hebben gevat. Op de zitting van de stoel ligt zijn pijp en – wat is het? een papiertje met as? Links bovenaan staat zijn naam op een kist.
Ik moest aan Van Goghs schilderij denken toen ik niet lang daarvoor Leo’s gedicht ‘Toen ik nog leefde’ had gelezen.
Toen ik nog leefde
‘Toen ik nog leefde’ zei de stoel
maar toen ik nog niet was bedacht
hoe ondraagbaar vond ik toen het gevoel
van onder te zijn gebracht
in het almachtige gewoel
van houtgroeikrachtNu ben ik de bast en de dictatuur
binnen die dikke bomen
en dat gestuurd worden door de natuur
eindelijk heelhuids ontkomen
Nu wordt mijn buik door het zoet geschuur
van zitvlakken ingenomenVoordat ik mijn meer verlichte dood
in dit heelal onderga
overwin ik zo dadelijk de tijdKom maar eens lekker op mijn schoot
dan laat ik vier pootafdrukken na
in het peinzen van je tapijt
De stoel die hier staat is dood maar levend, hij spreekt. Het behoort tot de troostende verrukkelijkheden van de taal dat zo’n zinnetje mogelijk is: ‘Toen ik nog leefde’.
Toen de stoel nog niet als stoel bestond, toen hij nog gevangen zat in ‘de bast en de dictatuur’ van het levende hout, betekende zijn stoelwording een bevrijding. Hij is als individu aan zijn oorspronkelijke onderhorigheid ontkomen. ‘Ondraagbaar’ vond hij eertijds het gevoel ‘onder te zijn gebracht’ in dikke bomen. ‘Ondraagbaar’ in plaats van ‘ondraaglijk’: dat is mooi fysiek uitgedrukt door de stoel, die gemaakt werd om menselijke lichamen te dragen: ‘het zoet geschuur van zitvlakken’. Intiem en licht erotisch, deze woorden.
Ik zei het al: ‘echt’ dood is deze stoel duidelijk (nog) niet. Dat blijkt eens te meer in de derde strofe, waar hij het heeft over de ‘meer verlichte dood’ die hij tegemoet gaat. Het woord ‘verlicht’ kan (moet?) hier worden gelezen als: van een last bevrijd. Maar voor het zover is, vraagt Vromans stoel, in wie we de dichter én zijn gedicht kunnen zien, ons, zijn lezers, nog eens op schoot, zoals hij dat in zijn vele gedichten al zo dikwijls heeft gedaan. Wie kent niet dat fameuze, vroege ‘Voor wie dit leest’: ‘Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid; / verzacht het vreemde door de druk verstenen / van het geschreven woord, of spreek het uit.’
Het was een mooie avond, voorjaar 1990 met de bijna 75-jarige Vroman in Maastricht. We zaten na het optreden nog een tijdje bij elkaar. Kort voor het afscheid verraste hij me door het affiche van de avond plotseling met behulp van een schaar om te toveren in een placemat, twee bordjes en twee lepeltjes van papier. Wonderlijk, als betrof het het einde van een soupertje.
Lees alle Bijsluiters van Wiel Kusters.
Rob Delvigne zegt
Utrecht heeft een bankje voor Vroman: https://www.binnenstadskrantutrecht.nl/nieuws/na-mysterieuze-verdwijning-nieuw-vroman-bankje-geplaatst/34
Wiel Kusters zegt
Wat mooi, dank voor de verwijzing.