In 1988 overleed een schrijver aan wie de DBNL nog geen pagina is gewijd, maar voor wie de Amsterdamse letterkundigen Frans Blom en Vivian Beekman nu wel een monumentje hebben opgericht: hun boek Het land achter de zee. Migranten na de Holocaust in detentiekampen op Cyprus. De reis van Emile Pimentel.
De lange titel suggereert al dat Blom en Beekman zich richten op één belangrijke periode van ongeveer twee jaar in Pimentels leven: na de oorlog vertrok hij uit Nederland, op weg naar Palestina, dat toen nog een Brits protectoraat was. Het schip waarop hij voer werd echter door de Britten – op een brute manier – onderschept en de migranten werden naar een interneringskamp op Cyprus gestuurd, waar dertigduizend, grootdeels door de oorlog getraumatiseerde, mensen in armoedige omstandigheden bij elkaar waren gezet.
Het verhaal dat aan deze – mij eerlijk gezegd ook nogal onbekende – episode voorafging en wat erop volgt is minstens even interessant, al is het maar omdat Pimentel een eigenzinnige geest was. Hij kwam de oorlog door in de onderduik, grotendeels bij een familie in Brabant, die het nogal met hem te stellen had: niet alleen omdat de gast nogal op de boeren neerkwam, maar vooral omdat hij al snel besloot zich niet in zijn kamer te laten opsluiten maar steeds grotere reizen maakte – tot aan Hilversum toe.
Nadat Israël een zelfstandig land geworden was, trok Pimentel naar Eilat, waar hij zonder noemenswaardige ervaring meteen directeur werd van het eerste hotel van de stad, en gaandeweg ook allerlei activiteiten ondernam. Hij trouwde met een Hongaarse die hij in het Cypriotische kamp was tegengekomen en die zelf een zwaar traumatiserende voorgeschiedenis had gehad in Bergen-Belsen.
Zijn hele leven, ook in Israël, bleeft Pimentel Nederlandse boeken lezen. Zijn favoriet was Adriaan Roland Holst. Ook bleef hij altijd gedichten en verhalen schrijven in zijn moedertaal, al deed hij dat vooral voor zichzelf en werd er nauwelijks iets van gepubliceerd. In het boek van Blom en Beekman staan wat voorbeelden geciteerd en die doen ook niet meteen verlangen naar een uitgave:
s Avonds ga ik meestal alleen
en tastend het donker in
ik vind wel een rots of een steen
onder de sterrenflonkeringVerloren en dicht bij de zee
waar ik uren zitten kan –
dan nemen dromen mij mee
en weet ik nergens meer vanNiet vanwaar ik kwam of waarheen
ik zal gaan – van einde noch van begin –
’s Avonds ga ik meestal alleen
en tastend het donker in.
Het gaat dus eerder om Pimentels verhaal dan om zijn eigen werk – al hebben Blom en Beekman vooral uit dat werk dit unieke verhaal kunnen construeren, een verhaal van binnenuit uit deze veronachtzaamde bladzijde in de voorgeschiedenis van Israël.
In 2019, zijn vader was toen dus al meer dan 30 jaar dood, bracht Emiles zoon Eitan koffers met nagelaten teksten naar het Allard Pierson museum in Amsterdam. Daar hebben vervolgens studenten Redacteur/editor van de opleiding Nederlands aan de UvA delen van het werk bestudeerd en daar scripties over geschreven, wat dan weer de basis heeft gelegd voor dit bijzondere boek van een interessante Nederlandse schrijver met een bijzonder verhaal – een verhaal dat dezer dagen natuurlijk ook weer in een bijzonder licht staat.
Frans Blom en Vivian Beekman. Het land achter de zee. Migranten na de Holocaust in detentiekampen op Cyprus. De reis van Emile Pimentel. Amsterdam/Antwerpen: Querido Facto, 2024. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter