Koning van Katoren (1971) is een bekend jeugdboek van de Nederlandse politicus Jan Terlouw (geboren in 1931). Op de website van Uitgeverij Lemniscaat staat te lezen dat dit ‘het beste kinderboek aller tijden’ is. Daarvoor geeft de uitgever geen bewijzen, maar wellicht wordt hier verwezen naar een enquête van De Volkskrant uit 2021. We weten wel met zekerheid dat het boek een bestseller is geweest (65ste druk in 2021 met méér dan 825.000 verkochte exemplaren). Bovendien kreeg het zowel de Nederlandse Gouden Griffel (1972) als de Oostenrijkse Jeugdboekenprijs (1973). In 2020 werd Koning van Katoren weer een bestseller dankzij de leesbevorderingscampagne Geef een boek cadeau van uitgeverij Lemniscaat, waarbij het boek te koop was voor twee euro. (Zie Joosen, 2020.)
Koning van Katoren werd lange tijd beschouwd als een mengeling van een fantasieverhaal en een politiek pamflet, met verwijzingen naar de politieke opvattingen van D66 aan het begin van de jaren zeventig, maar Terlouw heeft altijd ontkend, dat hij het partijprogramma van D66 er bewust in heeft beschreven. Bovendien belichaamt de hoofdfiguur Stach in zijn spreken en handelen duidelijk bepaalde sociale normen en waarden, die universeel zijn en nog altijd actueel. De maatschappelijke problemen waar het boek over gaat, zoals de milieuvervuiling, de geluidsoverlast, de wapenwedloop, de verzuiling, de corruptie, het machtsmisbruik en het winstbejag, zijn ongetwijfeld vooral kenmerkend voor de jaren ’70. Wat nu in de eerste plaats op de politieke agenda zou moeten staan, zijn enkele andere problemen, waarvan toentertijd nog geen sprake was, zoals de klimaatverandering, het terrorisme en de migratiecrisis. De meeste maatschappelijke thema’s uit Koning van Katoren hebben echter nog lang niet afgedaan. Het valt dan ook niet moeilijk om dit boek door middel van vragen en opdrachten voor de leerlingen te actualiseren, zoals hopelijk door dit leermiddel wordt aangetoond.
Bovendien is de boodschap, die het boek geeft in verband met al deze problemen, even voor de hand liggend als actueel. De bewoners van elke stad, waarin het probleem zich voordoet, blijken alleen de gevolgen ervan te bestrijden, maar niet na te denken over een oplossing, die het probleem bij de oorzaak aanpakt. Zo’n definitieve oplossing is nochtans altijd mogelijk, zoals het optreden van Stach telkens weer aantoont. Bovendien maakt de verteller ons duidelijk, dat de oorzaken van het probleem niet altijd in de politieke structuren gezocht moeten worden, maar soms gewoon aan onszelf liggen, bv. aan ons materialisme, aan onze kortzichtigheid en aan ons gebrek aan luisterbereidheid.
Leerlingen uit de basisschool zullen al in staat zijn om Koning van Katoren te lezen als een spannend, sprookjesachtig verhaal, maar oudere leerlingen zullen daarenboven ook de dubbele bodems kunnen ontdekken en de ironische knipoogjes van de verteller kunnen herkennen. Daarom beveel ik dit leermiddel in de eerste plaats aan voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs in Nederland en voor de eerste graad van het secundair onderwijs in Vlaanderen.
Dankzij de blijvende actualiteitswaarde, de gelaagdheid van het verhaal en de grote stilistische kwaliteiten ervan, heeft het boek m.i. een blijvende plaats verworven in de canon van de Nederlandstalige jeugdliteratuur.
Er zijn verschillende manier om met Koning van Katoren in het voortgezet of secundair onderwijs aan de slag te gaan. Mijn voorstel voor een didactische aanpak komt hierop neer. De leraar leest het eerste hoofdstuk voor in het begin van het schooljaar. De kans is dan groot, dat de zgn. ‘boekmijders’, d.w.z. leerlingen die niet willen lezen en een negatieve houding hebben ten aanzien van het lezen (zie M. Stokmans & R. Wolters, 2023) door de ervaring van het luisterplezier hun weerstand tegen het lezen langzamerhand overwinnen. De positieve luisterervaring in de klas kan hen motiveren tot het zelfstandig herlezen van het voorgelezen hoofdstuk én tot de lectuur van de rest van het boek thuis. Een onmisbare voorwaarde om dat doel te bereiken is wel, dat het voorlezen ‘interactief’ gebeurt, dat wil zeggen dat het wordt voorafgegaan, afgewisseld en gevolgd door een klassengesprek, waarin van gedachten wordt gewisseld over de leesbeleving van de leerlingen, d.w.z. hun ervaringen, emoties en bedenkingen. De vragen en de opdrachten van dit leermiddel kunnen daarbij inspirerend werken. Belevingsvragen in de aard van ‘Had je verwacht dat het zo zou aflopen?’ of ‘Hoe zal het nu verder gaan, denk je?’ worden niet in het leermiddel opgenomen, omdat ze bij elk hoofdstuk telkens opnieuw gesteld kunnen worden. Nog meer lessuggesties zijn te vinden in het handboek Jeugdliteratuur en didactiek onder redactie van I. Kamp, J. de Jong-Slagman & P. van Duijvenboden (2021).
Het leermiddel is dus vooral bedoeld voor de individuele leerling, maar het kan ook gebruikt worden door leraren, die het begin van het boek of een ander fragment in de klas willen voorlezen en bespreken (‘interactief voorlezen’).
Het leermiddel kan gratis gedownload worden op KlasCement, de educatieve portaalsite van het Departement Onderwijs en Vorming, waarop lesmateriaal kan worden uitgewisseld onder leraren. Het is gepubliceerd onder de Creative Commons-licentie CC BY-NC-ND 4.0. (‘Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken’).
Ten slotte vestig ik nog de aandacht op mijn leermiddel over sprookjes op KlasCement. Zie: https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/64507/sprookjes-lessenreeks/
Referenties
V. Joosen, ‘De comeback van Koning van Katoren’. In: De Standaard, 31 januari 2020. Geraadpleegd via: https://bibliotheek.be/krantenarchief/artikel/0526568f-f377-4004-b88d-9eebed1c94e4
I. Kamp, J. de Jong-Slagman & P. van Duijvenboden (red.), Jeugdliteratuur en didactiek. Handboek voor vo en mbo. Bussum: Coutinho, 2021.
M. Stokmans & R. Wolters, ‘De leraar als leesbevorderaar. Van leerling naar lezer’. In: J. Dera e.a. (red.), Vaardig met vakinhoud. Handboek vakdidactiek Nederlands. Bussum: Coutinho, 2023, p. 289-299.
Anneke Neijt zegt
Prachtig, vooral je toelichting op hoe dat voorlezen interactief moet gaan. Leerlingen kunnen zelfs een blad papier erbij krijgen om opmerkingen te maken. Dan hebben ze wat te doen (dat schreef ik al in een eerder commentar).
Overigens, Minoes (van Annie M.G. Schmidt) is eveneens verouderd, maar blijvend waardevol omdat het gaat over welke identiteit iemand heeft en welke rol in de samenleving. En De kleine Johannes (Frederik van Eeden) moet je vooral in de oorspronkelijke spelling laten lezen, om gevoel voor tijdsverandering te krijgen. Ik ken een middelbarescholier die is gaan lezen nadat die de smaak te pakken kreeg bij dit boek.
Jan Uyttendaele zegt
Bedankt voor de feedback en de suggestie.