• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologica: Klabanus

23 december 2024 door Nicoline van der Sijs 2 Reacties

Een lezer schreef me: “Ik zie dat Van Dale het trefwoord klabanus ‘man­ne­lijk ge­slachts­deel’ in oktober 2008 heeft toegevoegd. Waar komt dit woord vandaan?” Een intrigerende vraag. Hieronder mijn antwoord.

Iets groots

Mijn eerste opwelling was dat klabanus wel een Bargoens woord zou zijn, vergelijkbaar met even welluidende namen als tampeloeres en slamassel. Maar in geen van mijn omvangrijke Bargoense bestanden was het woord te vinden. Wel is klabanus opgenomen in dialectwoordenboeken, en dan met name in oostelijke: het Woordenboek van het Deventer dialect van H.J. van Baalen uit 1986 vermeldt klabanus voor ‘iets dat groot of plomp is’, en hetzelfde is te lezen in het Nieuw Sallands Woordenboek uit 1995. Volgens het Woordenboek van de Overijsselse Dialecten (2009) gebruikt men in Olst klabanus voor ‘een grote man’, terwijl dit woord volgens het Woordenboek van de Gelderse Dialecten in het Veluwse Apeldoorn staat voor ‘een grote vrouw’.

Kennelijk duidde het woord aanvankelijk iets groots aan, een joekel. Je kunt je gemakkelijk voorstellen hoe het woord vervolgens in stoere mannentaal de huidige metaforische betekenis kreeg.

Boerderijnaam

Klabanus blijkt bovendien al lange tijd gebruikt te worden als naam voor een huis of boerderij. In de Namenlijst huizengroepen in Nederland van G. Rapp uit 1925 is Klabanus de naam voor een huizengroep in Apeldoorn, waar het woord, zoals we net zagen, ook gebruikt wordt voor een grote vrouw. De naam blijkt al in 1885 verwondering te hebben gewekt, want in jaargang 35 van het tijdschrift De Navorscher wordt op p. 204 de vraag gesteld:

Klabanus – als huizing [woning] tusschen Voorst en Beekbergen (Veluwe) vermeld op Mr. I. A. Nijhoff’s Kaart v. Geld. 1859, wordt in Tegenw. Staat v. Geld. ao 1741 verzwegen. Is ze van jongeren datum? Daartoe klinkt echter de naam te vreemd. Wat weet men ook van dezen? Passen hier als analogieën Klabo (Noorwegen), Clabeck of Clabbeek (Z.-Brabant), Klapay (Boheme), Clapp (O.-Indisch eilandje), Klappen (Zweedsch dito), Cleppe (Henegouwen), Cleppé (Frankr.)? Ook Cleef (Clive, Clyve)?


De vragensteller blijft het antwoord schuldig, en de suggesties lijken willekeurig bij elkaar geharkt. De naam Klabanus leeft momenteel nog voort in de benamingen Clabanusweg (gemeente Voorst) en Klabanusbrug (een ophaalbrug in de Voorsterweg over het Apeldoorns kanaal). Grappenmakers op internet melden dat die namen verwijzen “naar Anton Klabanus (geboren in 1825), de grondlegger van de porno-industrie”. Ieder bewijs voor zijn bestaan ontbreekt echter, en hoewel pornografie al zo oud is als de mensheid, is de porno-industrie een recent verschijnsel. Een andere suggestie op internet, dat Klabanusbrug een verbastering zou zijn van klapbrug, moet eveneens naar het rijk der fabelen worden verwezen, want de oudste vorm was clabanus en niet klap.

Ongetwijfeld zijn de Clabanusweg en Klabanusbrug vernoemd naar de oude negentiende-eeuwse woning Klabanus, en heeft die zijn naam te danken aan zijn opvallende grootte. Waarmee de herkomst van klabanus nog steeds niet is verklaard.

Iets kleins

Ton den Boon vermeldt in De taal der liefde uit 2017:

“klabanus (informeel) metafoor voor het mannelijk geslachtsdeel, penis; klabanus is een variant van klabouter, dat op zijn beurt een bijvorm is van kabouter; letterlijk wordt de penis dus voorgesteld als een klein mannetje.”

Het klopt dat klabouter(mannetje) in verschillende dialecten een variant is van kabouter(mannetje). Maar de veronderstelling dat klabanus van dit woord zou zijn afgeleid, loopt stuk op het betekenisverschil: de oorspronkelijke betekenis van klabanus was immers iets groots, en niet iets kleins.

Kabanes

Nu vermelden de dialectwoordenboeken ook een ánder woord voor ‘joekel’, namelijk kabanes. Het feit dat dit erg lijkt op klabanus biedt nieuwe aanknopingspunten. Kabanes komt al voor in het Woordenboekje van het Deventersch Dialect van Draaijer uit 1936, met als betekenisomschrijving ‘iets dat groot en plomp is’, en als voorbeeldzin: “Wat kabánes van ’n hü̂s!” Die zin laat zien dat de klabanus-huisnaam hierboven inderdaad verwijst naar de omvang van de woning.

Kabanes komt niet alleen in het Deventers voor maar ook in het Limburgs. Zo vermeldt het Thoears Woeardebook (Woordenboek van Thorn) uit 2012: “kebanes, zeer groot exemplaar, ook persoon. Ich vóng mich toch eine kebanes van eine snook [snoek], zèk!” Frans Debrabandere noemt in zijn Limburgs etymologisch woordenboek uit 2011 het Heerlense kabènes‘joekel’, maar is onzeker over de herkomst van dit woord.

Het is altijd nuttig bij oostelijke woorden even over de Duitse grens te kijken. Dan blijkt dat in Duitse dialecten Kabänes bestaat. Het woord is opgenomen in het Rheinisches Wörterbuch uit 1938, en staat voor iets diks of groots, opmerkelijks in zijn soort, een prachtexemplaar. Het wordt gezegd van mensen, dieren en zaken, zoals van een aardappel, een stuk ham, een stok, steen of boom. Tegenwoordig is het met name bekend als naam voor Keulse kruidenlikeur. Adam Wrede leidt Kabänes in zijn Neuer kölnischer Sprachschatz (1956-1958) af van Kabaß, een vissersterm voor een dikke karper of snoek – dat komt overeen met het voorbeeld uit het Thorns. Ik veronderstel dat dit een overdrachtelijk gebruik is van Kabaß ‘rieten mand’ (ontleend aan het Franse cabas), vergelijkbaar met een uitdrukking als veel in zijn mars hebben (waarin mars staat voor ‘mand, korf’).

Een alternatieve verklaring van Wrede is dat Kabänes zou zijn afgeleid van de familienaam Cabanis, die midden negentiende eeuw in Keulen zou hebben bestaan; de veronderstelling is dan dat een lid van die familie opvallend groot zou zijn geweest. Maar over een Keulse familie met die naam is verder niets te vinden, wat deze verklaring onwaarschijnlijk maakt.

Het Duitse dialectwoord Kabanes zal door Oost-Nederlandse dialecten zijn geleend. Daarbij is in sommige dialecten een l ingevoegd: klabanus. Dat kwam in de beginklank ka– wel vaker voor, zo bleek al bij klabouter, en vergelijk ook de oude Nederlandse naam klabot van Frans cabot ‘donderpad’.

Overigens kent het Nederlands een homoniem kabanes met de betekenissen ‘krot’ en ‘herrie’. Dat heeft niets met het Duitse woord te maken: dit homonieme woord is begin achttiende eeuw ontleend aan het Franse cabane ‘krot’. Vervolgens is de betekenis in het Bargoens verschoven naar ‘herrie’, zoals ook gebeurd is bij het woord keet.

Standaardnederlands

Hiermee is de vraag van de brievenschrijver beantwoord: klabanus was oorspronkelijk een dialectwoord voor ‘iets groots’ en is ontleend aan het Duitse Kabanes. Blijft nog één vraag over: hoe is dit dialectwoord in het Standaardnederlands terecht gekomen als een van de vele eufemistische benamingen voor het man­ne­lijke ge­slachts­deel? Dat is in ieder geval recent gebeurd: vóór de 21e eeuw is het woord in die betekenis niet aangetroffen. Ik vermoed dat het woord bekend is geworden dankzij de theatervoorstelling ‘De LULverhalen’, die vanaf januari 2013 werd opgevoerd als tegenhanger van ‘De Vagina Monologen’. In die voorstelling is klabanus een van de vele naamsvarianten, en het is misschien geen toeval dat initiatiefnemer Howard Komproe in zijn jeugd enige tijd in het Veluwse Hoenderloo heeft gewoond: wie weet heeft hij het woord daar in de oorspronkelijke betekenis ‘joekel’ opgepikt.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Etymologica, etymologie, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Jos Joosten zegt

    23 december 2024 om 09:28

    Ik heb het woord ‘klabanus’ voor het eerst ooit gelezen op het weblog ‘GeenStijl’. Via Google-periode zoeken, stel ik vast dat het daar voor het eerst opduikt in een comment van een ‘reaguurder’ die zich Lahav 433 noemt, op 7 mei 2008. Datzelfde jaar wordt het nog 15 keer gebruikt in comments en in teksten van de redactie. Het is dus in elk geval ouder dan de ‘LULverhalen’.

    Beantwoorden
  2. Jona Lendering zegt

    26 december 2024 om 11:58

    Ik herinner me klabanus, in de schunnige betekenis, uit mijn jeugd in Apeldoorn. Zeg maar tweede helft jaren zeventig. Apeldoorn ligt natuurlijk niet ver van Beekbergen.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d