Een van mijn goede voornemens voor 2025: me actiever inzetten voor onderwijs, cultuur en wetenschap. Hoewel Nederland een ministerie heeft dat hiervoor verantwoordelijk is, ontbreekt het volledig aan richting en daadkracht. Minister Eppo Bruins mocht vorige maand zelfs niet aanwezig zijn bij vergaderingen over zijn eigen begroting. Ook daarbuiten lijkt de politiek de problemen in het onderwijs nauwelijks serieus te nemen.
Sterker nog, zelfs de protestbeweging waar ik deel van uitmaak, WOinActie, slaagt er nauwelijks in om een coherente visie te formuleren. Dat is helaas onvermijdelijk: we worden gedwongen voortdurend te reageren op de totaal ondoordachte bezuinigingen die met een botte bijl worden doorgevoerd. In zo’n defensieve houding is er weinig ruimte om tegelijkertijd een samenhangende visie op te bouwen. Toch is dat zorgelijk. De afgelopen maanden hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat in Den Haag zonder enige richting wordt gehandeld, met willekeurige en onvoorspelbare ingrepen als gevolg. Juist daarom is een integrale en doordachte tegenvisie essentieel.
Plan
Het begint er al mee dat we tot nu toe praten over alleen het wetenschappelijk onderwijs. De bezuinigingen bedreigen in de door de christenelijke partijen afgezwakte vorm minstens even zeer het primair onderwijs. Maar omdat die bezuinigingen zo versnipperd worden doorgevoerd, ontbreekt daar bij collega’s nog de actiebereidheid. Wat we nodig hebben, is een overkoepelend plan voor het hele onderwijs. Net zoals we een integraal beleid nodig hebben voor de hele wetenschap, niet alleen voor de universiteiten, maar ook voor het bedrijfsleven en – mijn stokpaardje – voor de talloze onderzoekers die naast hun baan hoogwaardig onderzoek willen en kunnen doen.
Een van de betere beslissingen die de overheid 30 jaar geleden nam, was om cultuur (dat eerder een tijdje in een ministerie had gezeten samen met recreatie en maatschappelijk werk) institutioneel weer bij onderwijs en wetenschappen onder te brengen. Die drieëenheid verdient alleen ook meer zorg van de overheid. Bovendien is het belangrijk dat er meer onderlinge solidariteit is. Toen Halbe Zijlstra op de cultuursector inhakte, hoorde je het onderwijsveld nauwelijks. Bij de huidige regering was de strijd tegen de BTW-verhogingen voor het theater, onafhankelijk van de strijd tegen de bezuinigingen op de universiteiten. Dat kan beter.
Waar moet je zijn? Er zou eigenlijk een denktank moeten zijn die eens een goed en integraal idee over het onderwijs opzet. Bij de politieke partijen moet je daarvoor niet zijn – het interesseert ze te weinig en bovendien is onze nood niet specifiek voor enige politieke richting. Ik heb tijdens corona even gespeeld met het idee voor een Vereniging voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die precies dit zou moeten doen: mensen bij elkaar blijven die de waarde van al deze zaken nog inzien, die ervoor willen opkomen, die erover willen nadenken en die ervan willen genieten. Verder dan een website is het toen niet gekomen, maar nu de wolken boven ons allen nog zwarter zijn, hoop ik dat iemand dit plan toch oppikt.
Jona Lendering zegt
Ik zou beginnen te stoppen met cultuur, wetenschap en onderwijs als gescheiden terreinen te presenteren. Wetenschap is cultuur en cultuur heeft alleen waarde als er iets wordt overgedragen dat waar is – of helpt een waarheid te begrijpen.
Anneke Neijt zegt
Bij wetenschap doe je onderzoek om te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Dat doen onderwijs en cultuur niet. Dus toch maar niet alles onder een noemer brengen.
Dolf Janson zegt
Het gaat dan niet alleen om manieren van organiseren, maar vooral om de bewustwording van hoe leerprocessen gaan bij kinderen en hoe je hen allemaal actief kunt maken, zodat ieder van hen kan voortbouwen op de al aanwezige voorkennis en opgedane ervaringen. Klassikaal onderwijs, waarin alle kinderen tegelijk dezelfde instructie krijgen en dan allemaal alleen de antwoordjes moeten gaan invullen, die ook al in het (papieren of digitale) antwoordenboekje staan is niet bevorderlijk voor echte leerprocessen. Het zou moeten gaan om het herkennen van samenhang binnen het vak en tussen verschillende vakgebieden en vooral ook gericht moeten zijn op de toepassing van die verworven kennis, inzichten en vaardigheden. Vaak is dat buiten dat vak en ten dele ook al buiten de lessen op school.
Een voorbeeldje: optellen en aftrekken zijn gaan losse inhouden, maar zijn elkaars spiegelbeeld, net als vermenigvuldigen en delen. (5+3=8 en 8-3=5; 6×8=48 en 48:6=8, maar ook betekent dat 8+8+8+8+8+8=48 en ook dat 48-8-8-8-8-8-8=0) Door dit inzicht steeds weer te herkennen en gebruiken, verloopt het leren rekenen veel vlotter en met meer en beter inzicht, door dat ze zo ook de toepassingsmogelijkheden van zulke oefeningen eerder zullen herkennen. Kijk maar eens in de negen boeken, die ik schreef over aspecten van basisonderwijs en op mijn websites (www.hettaallab.nl en http://www.janson.academy).