Er zijn mensen die denken dat alles in de taal geregeld moet worden. Als mensen dingen op twee verschillende manieren zeggen (‘ik ben groter dan/als jou’, ‘ik wil dat boek gelezen hebben/hebben gelezen’), dan moet één van de twee voorzien worden van het label ‘goed’ en de ander van het label ‘fout’. Maar zelfs die mensen moeten toegeven dat dit niet geldt voor de volgorde van dan en als-zinnen:
- Als het regent, worden de straten nat.
- De straten worden nat als het regent.
In deze tijden weet je niet zeker of willekeurig welke zin inhoudelijk nog wel kan, of zulke zinnen in Amerika bijvoorbeeld tegenwoordig niet als te woke worden gezien. Maar wat vorm betreft zijn allebei keurige zinnen, en niemand zal iets afdingen op de vorm ervan. Ze betekenen bovendien hetzelfde, ze kunnen allebei.
En toch is er een verschil, beschrijven mijn collega’s Thomas van der Leer en Lotte Hogeweg in een artikel voor het nieuwe Nederlandse taalwetenschappelijke tijdschrift Nota Bene. Als je de twee zinnen aan mensen voorlegt, en ze dwingt om er een te kiezen, kiezen de meesten de eerste.
Van der Leer en Hogeweg waren op zoek naar factoren die deze volgorde zou kunnen bepalen. Een mogelijkheid die ze destilleerden uit de literatuur is dat de logische structuur van invloed zou kunnen zijn. In de regen-zin zijn de twee deelzinnen logisch op elkaar betrokken: we beweren alleen iets over de natheid van de straten in het geval dat het ook daadwerkelijk regent. Als het droog blijft, moet je bij de spreker van die zinnen niet aan komen zetten met klachten over het gebrek aan waterputten op de straten.
Anders ligt dat bij zinnen zoals:
- Als je dorst hebt, er ligt cola in de koelkast
- Er ligt cola in de koelkast, als je dorst hebt.
In deze zinnen ligt er hoe dan ook cola in de koelkast, los van de dorst van de aangesprokene. In die zin zijn de twee deelzinnen niet logisch op elkaar betrokken. De als-zin dient vooral om aan te geven onder welke omstandigheden de mededeling mogelijk relevant is.
Je zou dan kunnen denken: er is minder logische structuur, dus is de volgorde als… dan… niet zo dwingend. Maar ook in dit geval blijken de meeste mensen nog altijd een voorkeur te hebben voor die volgorde.
Nóg een mogelijke factor die de volgorde bepaalt: welke informatie aansluit bij wat al gezegd is, en wat er helemaal nieuw is. Meestal hebben mensen er een voorkeur voor dat de nieuwste informatie achterin de zin staat. Bij de volgende zinnen, komt het feit dat Jan een boek heeft en niet bijvoorbeeld een baby op zijn schoot, veel beter naar voren in de eerste volgorde: een boek staat achteraan, dus dat is nieuwe, onverwachte informatie. De eerste zou je juist gebruiken als iemand vraagt ‘Tilt Jan nu een boek boven zijn hoofd?’: dan is die schoot juist nieuw.
- Jan heeft op schoot een boek.
- Jan heeft een boek op zijn schoot.
Maar deze factor bleek niet alles bepalend in het experiment van Van der Leer en Hogeweg. Ze legden de ene groep minit ekstjes voor zoals (dit is een door mij verzonnen voorbeeld):
- Ik hoop dat het droog blijft. Als het regent, worden de straten nat.
De context sluit hier het meeste aan op de als-zin. De andere groep kreeg tekstjes tekstjes die aansloot op de dan-zin zoals:
- De kinderen hebben hinkelpaden gekrijt. Als het regent, worden de straten nat.
Op dezelfde manier kregen verschillende groepen deze tekstjes voorgelegd:
- Ik hoop dat het droog blijft. De straten worden nat als het regent.
- De kinderen hebben hinkelpaden gekrijt. De straten worden nat als het regent.
Er waren wel verschillen, maar nog altijd hielden mensen de voorkeur voor de als…dan-volgorde.
Waar die voorkeur vandaan komt, weten we nog steeds niet. Zomaar toeval, of een kwestie van cultuur of gewoonte, kan het niet zijn, want deze voorkeur hebben taalkundigen in heel veel talen vastgesteld. Misschien zegt het iets over de manier waarop de mens van nature denkt?
Ik vermoed dat de mens niet van nature op één manier denkt. De manier van denken maakt immers ook nieuwe hersenverbindingen aan. Ik vermoed dat de voorkeur veel te maken heeft met waar het dramatische zwaartepunt in de zin ligt; het logische belang.
Neem als voorbeeld de zinnen: “Het weerbericht is slecht. We moeten snel naar huis. De was wordt nat als het regent.”
Ik vermoed dat veel mensen deze opbouw van de laatste zin zullen verkiezen boven ‘Als het regent wordt de was nat’ ondanks het ontbreken van de als-dan-constructie, eenvoudigweg om het nijpende belang van was die gered moet worden logisch als eerste gepresenteerd wordt.
Dit effect ontbreekt bij het stoepkrijt voorbeeld. Het is daar nog nader in te vullen of het zo erg is voor de kinderen als hun werk wordt uitgewist, of dat de straten na de regenbui weer lekker schoon zullen zijn.
De manier van denken maakt immers ook nieuwe hersenverbindingen aan. Emoties, gevoel, denken maken constant andere connecties aan. Daar zijn wij zelf niet bij en kunnen het ook niet een bepaalde richting opsturen. Vandaar de verschillen in zinsconstructies. Ben je dronken, aangeschoten, verliefd, afwezig, angstig en met vrees beladen zin: Als het regent zijn de straten vrolijk van het nat en hang ik…, de was buiten. Enz.
In het cola-geval kun je ‘als’ vervangen door ‘voor als’ (dus duidelijk conditioneel). Geïnspireerd door Roberts opmerking: ‘De was hangt buiten, voor als het regent’ is een perfecte zin wanneer nat worden de bedoeling is. Geen idee hoe dat met de andere testitems zit.
Misschien zijn de twee voorbeelden die in het artikel genoemd worden uitersten op een glijdende schaal. De link naar de data werkt niet. Die opmerking zal ik even naar de auteurs sturen.
Het is misschien een pure privé-waarneming, maar toch…
Ik zit even over de zin na te denken maar in mijn beleving kan ‘De was hangt buiten, voor als het regent’ óók geuit worden als niet níét de bedoeling is dat de was nat wordt. Het is dan zoiets als “Denk eraan: Als het regent, vergeet dan niet de was binnen te halen!”.
Uiteraard kan dat aan mij liggen, maar ik zou hem zo kunnen zeggen. Overigens vind ik ook dat de zin perfect is wanneer nat worden de bedoeling is…
Ja, dat is een leuke zin! Die kan voor mij ook allebei de betekenissen hebben (met een verschi in intonatie).
Ja, nu blijft-ie helemaal spoken… Maar wel om bij het topic te blijven: als je de volgorde omdraait (waar je artikel over ging), gebeurt er iets:
– ‘De was hangt buiten, voor als het regent’ heeft voor mij – en niet alleen voor mij blijkbaar – twee betekenissen (hangt wel van de intonatie af inderdaad)
– ‘Voor als het regent: de was hangt buiten’ (inderdaad met de intonatie waar je het over hebt). Voor mij neigt de betekenis hier naar: Haal de was binnen bij regenval. Niet per se (zekert niet als je ‘al’ toevoegt: ‘Voor als het regent, de was hangt al buiten’. Maar zonder dat ‘al’ toch eerder die ene betekenis.
– ‘Voor als het regent, hangt de was buiten’. Voor mij neigt hier de betekenis naar: het is de bedoeling dat-ie nat wordt bij regenval.
En dat met omdraaiing van de zinnen én een kleine omzetting in de woordvolgorde.
Spannend… (maar misschien ligt het wel voor de hand en zie ik het even niet)
Ja, er is iets met woordvolgorde (hoofdzins- of bijzinsvolgorde) die verschil maakt. Belangrijk is daarbij ook nog dat je twee keer neigen gebruikt: de andere betekenis kán wel, maar ligt niet erg voor de hand.