Regelmatig schrijven lezers mij opgetogen dat ze een nieuw, nog onbeschreven woord ontdekt hebben in een oude tekst. Sceptisch geworden door jarenlange ervaring vraag ik altijd inzage in de oorspronkelijke bron. Meestal blijkt dan dat het gotische schrift of het handschrift verkeerd is gelezen en dat er een bekend, maar door de lezer niet herkend, woord staat. Geen probleem, vergissen is menselijk. Het overkomt mij ook, want mijn scepsis is niet altijd terecht. Dat bleek onlangs bij het woord zekerfeest.
De historische woordenboeken
Zekerfeest, zult u vragen? Je bedoelt natuurlijk zeker feest? Dat was in ieder geval mijn eerste opwelling toen Hans Karelse me schreef over een passage uit een ‘Nieu Cluchtich Liedeken’ uit 1654, te vinden in de Nederlandse Liederenbank:
EEns was ick ghebeden
Op een seker Feest
Daer ick ghinck met reden,
Om t’ gheselschap meest
In het vervolg is sprake van een bruidegom, en volgens Karelse moest deze passage niet gelezen worden als een zeker feest, dus ‘een bepaald feest’, zoals de genormaliseerde tekst op de Liederenbank luidt, maar als een zekerfeest, wat volgens hem de naam was van een feest gegeven naar aanleiding van een ondertrouw.
In het Middelnederlandsch woordenboek is de vijfde betekenis van het werkwoord sekeren inderdaad ‘aan iemand verbinden, in den zin van verloven, tot vrouw beloven’, en het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt onder zekeren “in specifiekeren, kerkelijken zin: als voorbereiding op het kerkelijk huwelijk in ondertrouw gaan. Vaak in de verb. gaan zekeren, te zekeren gaan“. Zekering werd vroeger wel voor ‘trouwbelofte, ondertrouw’ gebruikt.
Uit de voorbeelden in het WNT blijkt dat dit werkwoord in sommige zuidelijke dialecten nog tot in de twintigste eeuw, misschien zelfs tot heden, is gebruikt. Zo noteerde Hendrika Ghijssen in 1964 in het Woordenboek der Zeeuwse dialecten de zin “Ei je’t ’ôôrd, Jan en Jannetje gae van de weke zekere” (‘Heb je het gehoord, Jan en Jannetje gaan van de week in ondertrouw’).
Ik was echter niet direct overtuigd dat er in het bovenstaande lied sprake is van een samenstelling zekerfeest, vanwege de spelling met een spatie (seker Feest), en de klemtoon en het metrum: een zeker (dus een bepaald) feest, wordt uitgesproken als een zéker féést, terwijl de samenstelling één klemtoon heeft, op de eerste lettergreep (een zékerfeest) en dat rijmt niet goed op ‘gheselschap meest’.
Bestaansbewijzen
Nou, dat heeft de heer Karelse niet op zich laten zitten! Hij verzamelde in diverse handschriften voorbeelden van zekerfeest . Ik beperk me tot een akte uit Wissenkerke, met een verklaring op verzoek van Geert Janse Kraemer, pachter van de grote impost (belasting) over Noord-Beveland van het gemaal over het zomerseizoen 1682, waarin staat (in gemoderniseerde spelling): ‘Quirijn Cornelisse en zijn huisvrouw Helena Sents, collecteur van Geert Janse Kraemer, verklaren dat zij op 2-5-1682 ’s middags om 3 à 4 uur gegaan zijn naar “de sekerfeeste” van Loontje Vis wier dochter ondertrouwd was.’
Het nadeel van handschriften is dat het al dan niet aanwezig zijn van een spatie moeilijk is te interpreteren en bovendien niet zo heel veel zegt, maar het lidwoord de in plaats van een lijkt veelzeggend. Interessant is de toevoeging van Karelse: “Mij is opgevallen dat in bronnen uit begin zeventiende eeuw het woordje zeker, als hetgebruikt wordt in de betekenis van ‘bepaald’, slechts bij uitzondering voorafgegaan wordt door een lidwoord.” WNT lijkt dit wel te bevestigen al zou je dit wel systematischer moeten onderzoeken. WNT geeft bijvoorbeeld uit 1650 de zin “Seecker Man, die jy wel kent”, waar we nu zouden zeggen ‘een zekere man die je wel kent’.
Mijn scepsis werd definitief weggenomen door een gedrukt voorbeeld met een meervoudsvorm: hier is iedere ambiguïteit verdwenen. In 1731 werden de ‘CONDITIEN’ gedrukt waaronder op 25 april 1695 in Dendermonde een octrooi (privilege) werd toegekend voor de verkoop van bier “in Tavernen, Seker-Feesten, Bruyloften ende Uitvaerden”. Hier kan seker-feest niets anders betekenen dan ‘verlovingsfeest’.
Vergelijkbare voorbeelden dateren uit 1623 (‘inde bruuloften ende zekerfeesten’) en uit 1634: (‘t’recht van ghesleten bieren in zyn zekerfeeste’). Hiermee heeft zekerfeest zijn bestaan wel bewezen. We hebben op het Instituut voor de Nederlandse Taal dan ook een notitie gemaakt om dit woord op termijn een plaatsje te geven in de aanvullingen op het WNT. Beide woorden zeker hebben dezelfde herkomst: ze zijn ontleend aan het Latijnse securus ‘zonder zorg, veilig’. De oudste betekenis van seker in het Middelnederlands (1240) was ‘veilig, betrouwbaar, vaststaand, (met zekerheid) vastgesteld, verzekerd van’, en die laatste betekenis verschoof naar ‘verzekerd van iemands huwelijksbelofte, verloofd’. Uit de betekenis ‘vastgesteld, vaststaand’ ontstond de vage betekenis ‘bepaald’, waarin de bedoelde persoon of zaak niet langer expliciet werd genoemd: ene zeker summe van peneghen ‘een bepaalde som geld’ (1271). Eenzelfde betekenisontwikkeling trad op in het Franse certain (en het daaraan ontleende Engelse certain), en het Nederlandse bepaald (letterlijk ‘vastgesteld’).
Dat lexicografen tot nu toe een blinde vlek hebben gehad voor het woord zekerfeest, kan ze nauwelijks worden verweten: zeker(e) komt heel erg vaak voor en heeft dan vrijwel altijd de betekenis ‘bepaald(e)’. Het verschil tussen zeker feest en het vooral zuidelijke zekerfeest is klein en verwarrend en zal door lang niet iedereen altijd zijn begrepen. Dat verklaart ook waarom zekerfeest is vervangen door ondertrouw of verloving(sfeest). Als we in woordenboeken, liederen en teksten alle gevallen van zeker feest nog eens kritisch nalopen, komen er waarschijnlijk meer gevallen boven water waarin de samenstelling zekerfeest niet is herkend.
* Met dank aan Hans Karelse uit Gorinchem.

Heel interessant! De “nieuwe” uitleg overtuigt mij zeer, sterker nog, de interpretatie “een bepaald feest” klinkt al te gemakkelijk, m.a.w. de betekenis “verlovingsfeest” o.i.d. is m.i. wat wel de “lectio difficilior” genoemd wordt: de moeilijkere, en dus meestal de juistere lezing.
Begrijp wat zekeren is of zeker feest maar heeft het moderne woord VERZEKERING hier ook mee te van maken?
Ja, verzekering is afgeleid van verzekeren, en dat is weer afgeleid van zeker (zo is de cirkel rond).