De stukjes die tot nu toe verschenen zijn in mijn serie over Familienamen gaan over namen die op zeker moment een andere uitspraak kregen doordat hun geschreven vorm op een nieuwe manier geïnterpreteerd werd. Zo ging men de ou in Van Poucke, dat is de Franse spelling voor de oe, uitspreken als ou. In Van Groeningen is oe ’t oude teken voor de lange oo, maar niemand die nog Van Groningen zegt. In de familienaam Olij staat oorspronkelijk een lange ii, maar iedereen zegt tegenwoordig Olei met de ei van ei.
Er zijn ook uitspraakveranderingen die door de naamdragers zelf bedacht zijn en die ze aan ons ‘opleggen’. Mooi voorbeeld is de naam Citroën van ’t bekende automerk. De oorspronkelijke vorm is Citroen. Dat was de naam van Levie Citroen (1842-1884), een joodse diamanthandelaar uit Amsterdam, die in 1873 naar Parijs verhuisde. Levie is de zoon van Roelof (1782-1814), die in groente en fruit deed. Toen vader Roelof in 1811 ingevolge ’t decreet van Naamsaanneming een familienaam moest opgeven, kwam ie op Limoenman. Dat vond niet iedereen in de familie een goeie keuze en daarom werd ’t Citroen.
De zoon van Levie, de in Parijs geboren André Citroen (1878–1935), is de oprichter van de autofabriek. Hij kreeg ’t advies om zijn naam op z’n Frans uit te spreken en dienovereenkomstig te spellen, met een trema: Citroën, en dat hebben we geweten.
Ook in Nederland zijn voorbeelden te vinden van namen die van een trema voorzien zijn om een andere uitspraak teweeg te brengen. Bij Citroen was de oorzaak ’t voor de Fransman/vrouw moeilijk uit te spreken woord citroen.
Maar uitspraakproblemen zullen zeker niet de drijfveer geweest zijn die de puntjes op de i gezet heeft in de familienaam De Bruine. Hoogstwaarschijnlijk zijn die aangebracht door iemand die z’n naam wat meer cachet wilde geven. Dat kan in 1845 gebeurd zijn, in welk jaar ik de oudste attestatie van De Bruïne aangetroffen heb in een krantenbericht.
In 1853 stond deze schrijfwijze ook in de Javasche courant (19-10-1853)
In de Familienamenbank, die dateert uit 2007, trof ik 70 naamdragers van De Bruïne. De oude vorm De Bruine heeft er 817 naamdragers. De Bruin, zonder uitgang dus, heeft die verandering niet ondergaan.
Dat toevoegen van ’t diakritische (‘onderscheidende’) teken ‘trema’ is, voorzover ik heb kunnen nagaan, begonnen in de 18e eeuw. Mijn oudste voorbeeld is uit 1722, toen iemand besloot om zijn familienaam Piet als Piët te gaan schrijven en zo ook uit te spreken. Hij heeft niet iedereen meegekregen want de Piets zijn in 2007 ver in de meerderheid, 623, tegenover 72 Piëts.
Bij de familienaam Piel die tot Piël gemaakt werd, heeft waarschijnlijk nog iets anders meegespeeld dan de zucht naar chique. Piel is uit pijl, maar ’t is ook een benaming voor ’t mannelijk lid. Misschien was er een naamdrager die zich daar ongemakkelijk bij voelde en dan is een trema een uitkomst: Piël. In 2007 zijn er 55 tot-Piëlgemaakten tegenover 80 Piels.
De gedachte aan ’t mannelijk lid heeft ongetwijfeld ook de kunstschilder Jan Roede parten gespeeld, want die heeft volgens zijn kunstbroeder Pim Piët zelf besloten puntjes op de e te zetten “omdat ie dat roede maar niks vond”, zich niet realiserend dat roede eigenlijk de voormalige spelling van ’t onschuldige rode is. Enfin, hij heette sindsdien dus Jan Roëde en hij was als zodanig ook bekend. Oudste vermelding is uit 1948. Wel is ie de enige drager van die naam gebleven, want zijn kinderen namen zijn spelling niet over.
Een ander diakritisch teken dat gebruikt wordt om een familienaam een andere uitspraak te bezorgen is ’t accent aigu (Latijn: acutus, scherp): [’]. Dat accent wordt dan geplaatst op de ‘stomme’ e, dus in een onbeklemtoonde lettergreep van een Nederlands woord.
Een voorbeeld van een toegevoegd accent aigu is de naam van de cabaretier Boddé, die zelf een voorouder ontdekt heeft die Claes Bodden heette en rond 1630 in Beek woonde. De oudste vermelding van Boddé is deze: Hermannus Boddé, Amsterdam, 24-05-1706. De vorm Boddé kwam in 2007 125 keer voor; Bodde 856.
Schadé is een naam waaraan gemakkelijk te zien is dat dat een gemutileerde vorm van ’t toponiem Schade is. De Familienamenbank heeft: Schadé 24; Schade 230. De oudste vermelding is: Wilhem Schadé, ‘s-Gravenhage 07-10-1621. Hier een voorbeeld van de schrijfwijze van de naam.
De betekening van de naam Thomese heeft een grillige geschiedenis. De naam is de gereduceerde variant van Thomassen. Een patroniem, met de klemtoon op de eerste lettergreep. Dat hoeft niet met een accent duidelijk gemaakt te worden. Maar wie anders wil, moet dat aangeven met een accent. De eerste bij wie dat gedaan is, is Cornelis Thomêse uit Leiden; daar gedoopt op 17 april 1808. Maar wat zijn ouders met die circonflexe hebben willen aangeven is onduidelijk. Misschien was ’t alleen voor de sier.
Dan de ouders van Jan Thomèse, gedoopt te Amersfoort op 26 augustus 1816. Die gebruikten ’t accent grave, maar of ze echt bedoelden dat wij dan Thom[ɛ]ze zouden zeggen, betwijfel ik. Ze hebben waarschijnlijk ’t verkeerde teken gekozen en ’t accent grave verward met ’t accent aigu. Ze zijn trouwens de laatsten niet die dat overkomt. Ze zijn wel de enige die deze schrijfwijze hebben toegepast. De laatste naamdrager met deze schrijfwijze stamt uit 1951.
De eerste naamdrager bij wie we de schrijfwijze als in de naam van de bekende schrijver aantreffen is Fredrik Antonie Thomése te Amsterdam, Bevolkingsregister dd. 14 februari 1846. Hier heeft waarschijnlijk ook weer de behoefte om de naam op te pimpen een beslissende rol gespeeld en dat heeft gewerkt, want na 1930 is Thomése de meest voorkomende schrijfwijze geworden, ten koste van ’t oorspronkelijke Thomese. Merk op dat bij ’t accent op de tweede lettergreep de s als z uitgesproken wordt.
Dat je bij dat oppimpen ook te ver kunt gaan bewijst de spelling van de naam van drie inwoners van Leiden die in 1849 in ’t Bevolkingsregister bijgeschreven zijn als Thomésé. Moeilijk voor te stellen dat ze dat uitgesproken hebben als Thomeezee.
In 2007 (Familienamenbank) is van al die varianten alleen Thomese nog present, ook maar 9 keer. De schrijfwijze Thomése wordt niet apart vermeld.
En dan zijn er nog namen waarbij je zou willen dat er een accent op stond. Want kijk nu eens naar zomaar een keuze uit de namen die eindigen op -del; in totaal zijn dat er 279 (Familienamenbank). Maar hoe spreek je ze uit als je niet weet wat de naamdrager wil? Bendel, Blondel, Brandel, Brendel, Budel, Riedel, Rondel, Trendel, Vendel, Verdel, Vondel.
Waar leg je de klemtoon, op de eerste of de tweede lettergreep? Als een naam geschreven wordt met een diakriet is ’t duidelijk, maar dat komt bij de namen op -del niet voor. Wat mijzelf betreft, alleen als ik ’t gevoel of de kennis heb dat een naam van Franse origine is, leg ik de klemtoon op de tweede lettergreep. Dus Vendel tegenover Verdèl (die laatste naam heb ik ook zo horen uitspreken), maar meestal is ’t een gok.
De schrijfwijze Verdèl met accent komt overigens niet voor. ’t Accent grave als diakritisch teken blijkt bij familienamen veel minder populair te zijn dan ’t accent aigu. Ik heb maar 8 namen gevonden die met een accent grave gespeld worden. Ze komen maar 5 keer voor. Uitzondering is nummer 8, Retèl, dat 16 naamdragers heeft.
Langgeleden hoorde ik de Europese parlementariër Leonie van Bladel zich voorstellen als Leonie van Blad[ɛl]. Die uitspraak sloeg niet aan. Als ze haar naam toen was gaan schrijven met dat accent grave was ’t misschien anders gelopen.
Gebruikt
Wikipedia
Familienamenbank: https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/
Delpher: https://www.delpher.nl/
Wat was wie: https://wiewaswie.nl/
Een oudtante van mij was getrouwd met een meneer Anes. De uitspraak van die naam zal oorspronkelijk ‘anus’ zijn geweest (afleiding van de voornaam Ane), maar hij zei en schreef Anès.
De schrijver Johan Andreas der Mouw noemde zich J.A. dèr Mouw.
In een krantenbericht uit 1907 wordt een Arend Poëpjes genoemd. Voor zover ik kan nagaan heeft hij zich het trema eigenmachtig toegeëindigd.
Zelf heb ik wel eens gedacht aan Van der Méér. Klinkt toch wat pittiger.
‘Toegeëindigd’! Blijkens Google ben ik niet de enige die zich aan deze verschrijving heeft bezondigd. Zelfs in een aantal vonnissen.
De achternaam van mijn moeder is Osté. Dit blijkt afgeleid van de Vlaamse achternaam Hoste (de ‘H’ valt in het dialect vaak weg), en heeft een accent gekregen om interessanter te klinken.
Ook had ik op de middelbare school een klasgenoot met de achternaam IJkel, die het tegenwoordig als Ykel (dat de uitspraak /iekel/ suggereert) blijkt te spellen.
Hoe spreek je Peletier uit, in de achternaam Ribbius Peletier?
Pelletier is een frans woord, maar Peletier?
Als je eens wist met welk een plezier ik genoten heb van dit artikel. Die domme, zelfingenomen, en bange van “wat gaan ze nu zeggen als ik het zo laat”-reacties die van Citroen “Citroën” maken, zorgen er voor dat mijn naam Peeters iets vuils wordt, want de nieuwe spelling zegt dat het Peters moet zijn, terwijl het Peter’s had moeten zijn, terwijl het … moet zijn, … Laat de dingen zijn wat het is/was. Blijf er af. Leffebure …Lefèbre … belachelijk. Natuurlijk, diversiteit, tolerantie en evolutie eisen hun tol. Vooruitgang, dat zeker geen verbetering garandeert, heeft toch zijn of haar recht. Hoe zou ik het zeggen: het is er nu eenmaal. Hoewel ik er niet van hou, het is er wel. Mijn naam is Peeters. Stel dat er een franstalige ambtenaar is die een alternatieve schrijfwijze van mijn naam zou verzinnen om een versgeboren Peeters in het land van Lodewijk XIV als Péters (met de e van “der” in de tweede lettergreep van Peeters) te registreren, zou mijn Peeters dan ook nog maar iets betekenen? Ik heet al zoals de toekomst mij zal vernoemen. Want ik ben de toekomst.
Wat je schrijft over namen op -del geldt ook voor name op -bel.
Rebel, is dat /rébel/ of /rebèl/ ? En nobel? Zouden er naamdragers zijn die hun naam als nobèl uitspreken?
Dank voor je aanvulling.
In de familienamenbank hebben pakweg 300 namen het kenmerk ‘distinctie’ en er zullen meer achternamen zijn die gemeen hebben dat ze zich door middel van plaatsing van een diakritisch teken onderscheiden van de originele naamvorm. Het grootste deel hiervan bestaat uit namen die eindigen op een stomme -e en in de Franse tijd het accent aigu op deze -e hebben gekregen en dankzij de veranderde uitspraak en klemtoon ook wel met -ee werden geschreven, zoals Hoebee of Hoebée uit Houben, Krabbé uit Krabbe.
Dat speelde zich af in de periode van de invoering van de burgerlijke stand en de eerste uniforme spellingsregels. Ongetwijfeld zullen er gezinshoofden geweest zijn die zich bewust met zo’n fraai Frans accent van de ‘gewone’ naamdragers onderscheidden, maar het kan ook per ongeluk gebeurd zijn, omdat de klerk die de naam registreerde zijn eigen interpretatie aan zo’n naam heeft gegeven. Het voorbeeld Limoenman-Citroen laat goed zien hoe destijds nog verschillende (bij)namen – in dit geval voor hetzelfde beroep – naast elkaar figureerden. Dat Citroen vervolgens in Frankrijk een trema op de -e- heeft gekregen, dat kan de naamgever van het automerk natuurlijk niet verweten worden: hoe moeten de Fransen anders de -oe- uitspreken? Het kwam bij bepaalde ongustige namen wel voor dat ze na naamswijziging bij Koninklijk Besluit een trema of iets dergelijks kregen, omdat nu eenmaal werd voorgeschreven dat zo weinig mogelijk van de oorspronkelijke naamvorm afgeweken diende te worden. Zo werd de naam Piest – waarschijnlijk uit Duitsland geïmmigreerd – officieel in Piëst gewijzigd. Dat bleek echter niet te voldoen; deze naamvorm werd op zijn beurt in de spelling Pijest gewijzigd. Je ziet ook dat een bepaalde spellingswijze in verschilende generaties van dezelfde familie officieus wordt gehanteerd. Dat is kennelijk het geval bij Thomése, aangezien officieel alleen de naamvorm Thomese zonder accent bekend is.
Wat de naam Peeters betreft: dat is de meest voorkomende naam in België. In Nederland komt Peters meer voor. Dat is eenvoudigweg het gevolg van het feit dat bij de invoering van de burgerlijke stand in 1811 in de Noordelijke Nederlanden op grote schaal de moderne spellingsregels van Matthijs Siegenbeek werden toegepast. In België, en ook in Limburg, waren de familienamen al eerder in een door die regels verouderde spelling vastgelegd.
Dank voor je nuttige uitgebreide aanvulling.