Wat betekent het eigenlijk, als je in de Engelstalige wereld voor het eerst tegen iemand zegt: I love you? Dat zinnetje lijkt zo eenvoudig – drie woorden in een voor de hand liggende volgorde – maar over alle eenvoudige dingen kun je eindeloos nadenken. Onlangs verscheen een artikel over in het Journal of Language and Sexuality – ja, ook blijf me na decennia in dit vak verbazen over wat voor tijdschriften er allemaal zijn – en sindsdien ben ik erop aan het broeden.
De auteurs analyseerden tientallen discussies op internetfora. Wat blijkt? Veel mensen beschouwen I love you niet zomaar als een mededeling over wat ze voelen, maar als een daad. I love you zeggen is iets wat je doet, zeker als je dat voor de allereerste keer doet tegen iemand – en wat meteen iets verandert in de relatie. Eerder werd die gekenmerkt door onduidelijkheid en aftasten, en je nog niet helemaal verbinden, maar door die zin uit te spreken is dat ineens voorbij. Er zit een belofte in die zin, de ander kan je daar voortaan aan houden: ‘You said that you love me!’ Zinnen die er ogenschijnlijk op lijken – I like you, I have feelings for you – hebben die lading helemaal niet.
Om die reden is het antwoord ook belangrijk. Eindeloos kunnen mensen daarover tobben: moet ik nu wel of niet ‘I love you, too’ zeggen als die ander ooit over de brug komt. Moet ik dat onmiddellijk doen? Of moet ik juist onmiddellijk laten weten dat ik héél andere gevoelens heb? Zijn er manieren om een en ander in beraad te nemen? De titel van het artikel citeert een van de internetgebruikers die het zinnetje een ‘3-word ultimatum’ noemt: een van de resultaten van het zinnetje is dat beiden niet meer terug kunnen, er moet nu een keuze gemaakt worden.
Een van de deelnemers aan zo’n discussie noemde I love youeen 3-word ultimatum. Er is geen weg terug: je moet iets doen met die woorden, zelfs als je er nog niet klaar voor bent.
Mij lijkt het interessant om dit alles ook eens te onderzoeken in het Nederlands. Ik moet toegeven dat ik al geruime tijd niet meer actief ben in deze tak van sport. Maar mijn gevoel zegt me dat ‘I love you’ naast de vertaling ‘Ik houd van jou’ ook een rol speelt, in de communicatie tussen twee moedertaalsprekers. Het zou mij wel interesseren wat het verschil tussen de twee nu precies is? Is ‘I love you’ wat minder serieus omdat het in het Engels is? Of juist serieuzer omdat er zo ontzettend veel voorbeelden op het witte doek zijn? Of zijn er verschillen tussen bijvoorbeeld opleidingsniveaus, en hoe werkt dat dan als universitaire studenten iemand tegenkomen die het mbo niet heeft afgemaakt? Kan iemand afknappen omdat de ander ‘I love you’ zegt? Of juist ‘Ik houd van jou’?
En wat gebeurt er als mensen uit verschillende sociale klassen elkaar ontmoeten – of verschillende taalwerelden? Kan je afknappen op de verkeerde versie van die drie woorden?
Een van de magische eigenschappen van taal is dat ze de werkelijkheid kan veranderen. Dat lijkt me een van de belangrijkste boodschappen van de opleiding taalwetenschap. Wie onder de juiste omstandigheden zegt ‘Ik doop u Johanna Maria’ heeft een boreling een naam gegeven, wie zegt ‘Ik verklaar u man en man’, heeft de wettelijke status van een relatie veranderd. Maar daaraan vooraf gaat dat een van de twee tegen de ander een ultimatum van 3-woorden heeft gesteld, en de ander daarom heeft gezegd: ‘Ik ook van jou’.

In het Engels dat ik om me heen hoor, is “(I) love you”, en dan juist voor de tig-ste keer, een gespreksafsluiter onder familie en (hechte) vrienden — bv. aan de telefoon, of bij vertrek uit huis. Metadiscursief dus misschien idd wel indexicaal voor al de ‘grootse’ waarden die de auteurs noemen, maar in praxis, in die (frequente!) context een stuk minder beladen. Hier is een stukje uit het Call Friend corpus (telefoongesprekken tussen intimi) dat het mooi laat zien (het is, uiteraard, aan het einde van een telefoongesprek):
A: I love you daddy
B: love you too:::
A: bye-bye
B: bye-bye:::
Als goede tweetalige doe ik daar natuurlijk aan mee, maar in het Nederlands krijg ik het — in die context — m’n strot niet uit. (Wel eens geprobeerd binnen m’n tweetalige gezin, maar het ‘klopt’ pragmatisch simpelweg niet naar mijn Nederlandse taalgevoel). Het zou dus wel eens kunnen zijn dat de hele frase “I love you” inclusief de zwakkere pragmatische kracht (een alledaags taaldaadje in plaats van een TaalDaad!) die het hier heeft, in het Nederlands geimporteerd aan het raken is.
Ik zou me ook kunnen voorstellen dat die pragmatische verzwakking in die frequent ’tigste keer’ gespreksafsluitende context impact heeft op die TaalDaad wanneer het de eerste keer is. Er is een “plausible deniability” die lijkt te ontstaan: wanneer je gesprekspartner verstijft van schrik en je angstig aankijkt nadat je “I love you” zegt, vooral tegen het einde van een conversatie, _zou_ je kunnen vervolgen met “oh, that’s just my way of saying buh-bye” en er zonder al te veel gezichtsverlies vanaf kunnen komen.
Leuk onderwerp! Dank voor het delen, Marc!
Goede analyse! Je moet dan je Eerste Keer wel zo inrichten dat je het zegt wanneer iedereen al een jas aanheeft en anderszins aanstalten maakt om te vertrekken. Dat lijkt me nog best lastig.
‘Ik hou van jou’ kan heel verschillend geïnterpreteerd worden. Het gaat niet alleen om dat je het zegt maar ook hoe je het zegt. Tussen tieners wordt het vaak ook gebruikt tegenover vrienden. Wordt ook vaak gebruikt tegen familie. Vaak zeggen we het gewoon in het Nederlands of Engels. Nooit echt in een andere taal. Engels voelt ook minder intiem doordat de taal toch niet echt thuis voelt. Volgensmij word ‘ik hou van jou’ meer gezegd door de generaties heen.
Reactie van een groep leerlingen uit V5