Iemand heeft zijn vriendin diep in de ogen gekeken in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
“Mensen!” zei Wouter tegen mensen. Die laatsten zaten murw rondom de vergadertafel, na het voortdurende nieuws over bezuinigingen en aanvallen op het woke-karakter van het onderzoek naar Louis Couperus, die zich schandalig genoeg weigerde te houden aan de wetenschappelijk vastgestelde biologische scheidslijnen tussen man en vrouw, iets waar je anno 2025 echt niet meer mee aan kon komen. Moest Couperus eigenlijk niet van de leeslijsten worden geschrapt ten gunste van echt Hollandse auteurs zoals Jan ten Brink? Wordt het sowieso geen tijd voor een Jan ten Brink-revival? Wie heeft er eigenlijk ooit besloten dat Jan ten Brink moet worden gecanceld?
Pardon, de verteller van deze geschiedenis liet zich in zijn ijver om te laten zien dat Neerlandistiek heus meegaat met de moderne tijdgeest, even gaan. Heus mensen, ik geloof ook niet in die moderne onzin van dat alles onduidelijk is als het gaat om identiteit, nee, ik ben zelf toevallig heel duidelijk in allerlei hokjes te stoppen, en wel precies de juiste hokjes! Ik ben een vrouw, een christen, een moeder, en geen nummer!
Terug naar Wouter en de mensen.
“Ik ben vandaag gebeld!” zei Wouter. Iedereen keek hem aan. Net voordat de stilte ongemakkelijk kon worden vroeg de ietwat saaie vakdidacticus Gerard terwijl hij zijn telefoon voor zich neerlegde op tafel “Door wie?”
“Je raadt het nooit! Door Nicoline!”
“Nicoline,” herhaalde Gerard, terwijl hij zijn telefoon omdraaide.
“Van Vroonhoven!” zei Wouter. “Ja, nooit gedacht dat ik gebeld zou worden door iemand die het polderfascisme ondersteunt.”
Gerard klikte op de zijkant van zijn telefoon. De andere aanwezigen keken voor zich uit. Alleen de boomlange postdoc Sophie mompelde de naam Nicoline van Vroonhoven zachtjes
“En nu vragen jullie je natuurlijk af, wat Nicoline van me wilde.” Wouter schraapte zijn keel. “Welnu, zoals jullie gehoord hebben, is Jakko onlangs afgetreden omdat hij een baan kon krijgen bij de International Foundation for the Defense of Science. Een grote eer.”
“Oh, die Nicoline van Vroonhoven!”, zei Sophie ineens.
“Maar nu wil Nicoline graag dat ik zijn plaats overneem, als minister.” Wouter streek zijn stropdas recht. “Ik heb natuurlijk lang geaarzeld, want ik vind niet dat we met zijn allen de huidige rechtse krachten moeten ondersteunen. Ik ben iemand van principes.”
Gerard draaide zijn telefoon nogmaals om. Die lichtte even op.
“Ik heb dus mijn vriendin gisterenavond diep in de ogen gekeken”, zei Wouter, terwijl hij tot zijn genoegen zag dat bij veel van zijn mensen de gedachte opkwam ‘Heeft hij een vriendin?’ Hij had het nu eenmaal niet graag over zijn privé-leven.
“En Femke zei ook dat ik het moest doen. Natuurlijk. Het is allemaal heel erg, maar dan moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en proberen het beter te maken. Als ik het niet doe, dan wordt misschien Gidi Markuszower het, en dan zijn de rapen helemaal gaar.”
“Maar Nicoline van Vroonhoven is toch van NSC?” vroeg Sophie.
“Precies”, zei Wouter. “Als Geert me had gebeld, had ik natuurlijk nee gezegd.”
Er viel een stilte. “Wanneer ga je beginnen?” vroeg Gerard.
“De dienstwagen staat al klaar”, glimlachte Wouter. “En trouwens,” zo richtte hij zich tot de verteller van deze geschiedenis, “er is echt niets mis met Jan ten Brink. Het is echt volkomen ongerechtvaardigd om op een zo productieve en in zijn tijd zeer populaire auteur neer te zien, alsof wij het nu allemaal beter weten. Ja, de familiewaarden zijn afgeschaft. Maar zijn we daar iets mee opgeschoten?”
Wat een geluk dat Wouter nog met Femke is. Het zou mijn hart hebben gebroken als ze uit elkaar waren. Ik zal straks even aan ze denken, op de Noordermarkt.
https://www.buitenbeeldinbeeld.nl/Amsterdam_C/Woutertje%20Pieterse.htm