
Iemand vraagt zich af of België ook tot het buitenland moet worden gerekend in ons managersfeuilleton De verleden tijd van lijken.
Wouter Pieterse had een rode stropdas omgedaan. Nu de voormalig hoogleraar Financiële Letterkunde minister van onderwijs geworden was, had hij niet styling advies gevraagd aan zijn 14-jarige nicht. Zij was de enige in de familie met voldoende smaak, daarover was de hele familie het eens. Normaliter zou een minister misschien aan zijn partij vragen om styling advies. Maar Wouter hoorde bij geen enkele partij, dat was nu juist zo goed, vond de minister-president, dat hij geen partij had.
De minister president, Franca, was verschrikkelijk, vond Wouter. Een voormalige hoge ambtenaar die duidelijk nog nooit een boek gelezen had. Het hele kabinet was trouwens verschrikkelijk. Wat verlangde Wouter al na één dag terug naar de afdeling Nederlandse Taal en Cultuur van de Technische Universiteit. Maar hij wist zeker dat hij hier nu eenmaal niet voor niets was. Dat hij een heleboel goeds kon doen voor de wetenschap. Of in ieder geval erger kon verkomen.
Om te beginnen maar eens de internationalisering in balans brengen. Wouter had besloten dat zijn eerste beleidsdaad zou zijn om het woord “internationalisering” zelf ter discussie te stellen. “Het suggereert een horizontale beweging,” zei hij tijdens de eerste vergadering met zijn jonge ambtenaren, Nienke, Sophie en Esmée. “Alsof je ergens naartoe gaat. Maar waarheen dan? Het suggereert alsof er eerst van alles moet veranderen aan ons voordat wij internationaal zijn. Alsof er buiten Nederland een internationale wereld bestaat waaraan wij ons moeten aanpassen.”
Nienke en Esmée keken hem neutraal aan. Sophie maakte een aantekening op haar laptop.
“Internationalisering moet wel van twee kanten komen!” riep Wouter enthousiast. “Het is zoiets als met de handelsbalans. Je wilt als land toch ook ongeveer evenveel im- als exporteren?”
Nienke schraapte haar keel.
“Even,” maakte Wouter een handgebaar. “Dus daarom stel ik voor: Nederland biedt alleen een Engelstalige bachelor aan in een bepaald vak, als het buitenland datzelfde vak in het Nederlands aanbiedt. Dus geen Global Responsibility & Leadership meer, tenzij zij Mondiale verantwoordelijkheid en leiderschap aanbieden.”
“Ehm, minister,” zei Nienke. Wouter had gezegd dat hij geen excellentie genoemd wilde worden, maar wat dan wel had hij in het midden gelaten. “Hoeveel onderwijs blijft er dan eigenlijk over in het Engels?”
“Dat hangt er misschien vanaf”, zei Sophie, “of we België ook tot het buitenland rekenen?”
’s Avonds belde hij zijn nicht. “Ik zag je geloof ik even op tv” zei ze. “Kekke das.”
Laat een reactie achter