Het is natuurlijk een eer als er een tekst van je is opgenomen in het centraal eindexamen: iemand heeft het de moeite waard gevonden om jouw tekst aan tienduizenden voor te leggen en hen te dwingen erover na te denken.
Die eer overkwam me dit jaar toen een tekst van mij uit dit tijdschrift werd gelicht voor het vwo-eindexamen dat vandaag is afgenomen. Daarbij werd mij iets duidelijk: vragen beantwoorden over je eigen tekst is helemaal niet zo gemakkelijk. Ik heb het hele examen gemaakt, maar ik vond de vragen over mijn eigen tekst het lastigst.
(De andere teksten waren trouwens interessant en gevarieerd. Tot een aantal jaar geleden leek het wel alsof alleen opiniestukken uit de Volkskrant en De Groene in aanmerking kwamen. Gelukkig is de keuze nu ruimer.)
Dat is niet koket bedoeld, en ook niet als kritiek op het eindexamen. Het is goed mogelijk dat mijn eigen tekst simpelweg de ingewikkeldste was. Maar vooral word je als schrijver, wanneer je je eigen tekst leest, bestookt door allerlei vragen en twijfels: heb ik dit wel goed geformuleerd? Klinkt dit niet heel stom? Was ik wel duidelijk genoeg?
Bovendien is de verleiding groot om bij het beantwoorden van de vragen meer te denken aan wat je eigenlijk had willen zeggen dan aan wat je daadwerkelijk hebt geschreven. Je leest je eigen teksten anders dan die van een ander – en niet per se beter. Ik denk oprecht dat mijn antwoorden op de andere teksten hieronder beter zijn dan die op mijn eigen tekst. Overigens denk ik dat ik het examen best goed gemaakt heb, maar ik verwacht geen tien.
Affijn, hier komen traditiegetrouw mijn antwoorden voor dit jaar! De opgaven en de teksten staan hier.
Vraag | Antwoord |
1 | D |
2 | moreel, aangaat, verandering |
3 | irrationeel, contraproductief, gewelddadig |
4 | narcistisch: [1, 3]; activistisch: [2, 5] |
5 | 2, 3, 4 |
6 | We deinzen terug, letten te veel op toon, en onderdrukken activistische woede. |
7 | D |
8 | D |
9 | Boosheid wordt geassocieerd met irrationeel en onwenselijk gedrag, maar kan aanzetten tot goeds. |
10 | 1a: wel; 1b: hetzij ego-kwetsing hetzij onrecht; 2a: niet; 2b: emotionele grensoverschrijding of morele bedreiging |
11 | Bron 1 is wetenschappelijk onderbouwd., Bron 1 benoemt alleen standpunten. |
12 | C |
13 | “dat de resultaten “de catharsistheorie direct tegenspreken”, “dat sindsdien nog vele malen is herhaald” |
14 | In bron 2 is boosheid vuur dat kracht en energie geeft; in bron 3 is het vuur gevaarlijk en verergert het de situatie. |
15 | 1a: wel; 1b: het beschermt je tegen mogelijke bedreiging; 2a: niet; 2b: je wordt er zelfs aggressiever van |
16 | 1: ons moreel te laten functioneren; 2: het ook wraak en wrok inhoudt |
17 | 1: wel; 2: wel; 3: niet; 4: wel |
18 | A |
19 | 1: Denken en taal zijn gescheiden: we bedenken eerst iets in een niet-talige vorm, dan verwoorden we het. 2: Taal weerspiegelt de vorm van het denken, en van het sociale gebruik van taal. |
20 | Mensen categoriseren en mensen communiceren sociaal, allebei net als sommige diersoorten. |
21 | Menselijke taal verbindt de categorische informatie en de sociale inhoud; en ze brengt betekenisdimensies aan die dieren niet gebruiken. |
22 | C |
23 | 1, 3, 5, 7 |
24 | 2, 6 |
25 | Tekst 1: Taal leg teen raster over de werkelijkheid waardoor we deze kunnen begrijpen; fragment 1: Betekenis in taal is het resultaat van sociale onderhandeling. |
26 | D |
27 | E |
28 | Ze doorbreken vanzelfsprekendheden en stimuleren kritisch denken. |
29 | 1: als een onvermijdelijke, lineaire ontwikkeling; 2: als een maakbaar, niet-lineair proces |
30 | A |
31 | 1: vanzelfsprekend; 2: steeds meer worden beperkt |
32 | 4, 3, 1, 2 |
33 | Stel kindervragen., Accepteer geen vanzelfsprekendheden., Verken alternatieve geschiedenissen. |
34 | D |
35 | Er is geen vast patroon in de geschiedenis. |
36 | Tekst 2: andere inrichting is mogelijk; fragment: chaos overheerst. |
37 | C |
Goed dat er een taalkundig artikel in het vwo-examen zat. Waarom kan het examen Nederlands niet geheel gevuld worden met taalkundige artikelen? En dat dit dan tevoren bekend gemaakt wordt, zodat docenten hun leerlingen inhoudelijk kunnen voorbereiden? Er kunnen dan nog steeds begrijpendlezenvragen gesteld worden op het examen, het hoeft niet een taalkundig examen te worden.