Iemand wil samen strijden voor ons prachtige vak in ons managershorrorfeuilleton De verleden tijd van lijken
“Mensen!” zei minister Wouter Pieterse tijdens het werkbezoek. “Collega’s!” Hij keek de groep rond. Ook zijn eigen mensen zag hij temidden van de andere neerlandiesjie: zijn boomlange vroegere promovenda Sophie zat op de eerste rij en keek hem indringend aan, en naast haar zat Maribella, de huidige leerstoelhouder van wat hij nog steeds als zijn afdeling beschouwde. Maribella zat tijdens Wouters toespraak driftig op zijn laptop te tikken, alsof ze weliswaar uit beleefdheid naar de bijeenkomst was gekomen maar ondertussen toch ook nog veel belangrijker werk te doen had. Helemaal achter in de zaal stond ook Joop nog. Die niesde.
“Ik heb met vreugde de uitnodiging aangenomen om te spreken op deze belangrijke Dag voor de Neerlandistiek”, zei Wouter. “Omdat ik graag iets met jullie wil delen. Ik weet wel dat jullie me kritisch bekijken omdat ik voor enorme bezuinigingen leek te staan. Maar inmiddels ben ik demissionair en kan ik jullie wel verklappen dat ik het ook helemaal niets vond, die bezuinigingen. Hopelijk gaan ze niet door.”
Hij keek even op zijn papier alsof hij daar geschreven zag staan dat hij even ruimte moest laten voor instemmend applaus, maar dat bleef uit. De neerlandici uit heel Nederland, en sommigen ook uit Vlaanderen of andere werelddelen, keken hem weliswaar niet woedend maar op zijn best toch alleen maar neutraal aan.
“Ik kom dan ook om met jullie samen te strijden voor ons prachtige vak”, doorbrak Wouter dapper de door hemzelf gecreëerde stilte. “Want ik zie grote kansen.”
Een Utrechtse neerlandicus met een wilde haardos en een rode keffiyeh stak zijn hand op. Wouter keek hem even aan. “Hoe durf je hier eigenlijk te komen?” vroeg de neerlandicus, waarvan Wouter zich met geen mogelijkheid de naam kon herinneren. Hij besloot de man te negeren.
“Zoals jullie weten,” zei hij, “gaat er binnenkort heel veel geld naar defensie. Ik vind dat ook niet leuk, maar het is nu eenmaal besloten.” Hij zag dat nu verschillende mensen hun hand hadden opgestoken. Sophie stond op, zij bleek de voorzitter van de sessie te zijn. “Ik stel voor dat we eerst naar de minister luisteren, hij heeft beloofd dat hij daarna met iedereen in discussie wil,” zei ze beslist. De handen gingen weer omlaag.
“Maar het opent ook enorme kansen! We moeten alleen een beetje creatief zijn. Heel veel defensiegeld zal naar verwachting onderzoeksgeld zijn. Andere vakgebieden zijn nu al bezig om daar projecten voor in te dienen. Ik ben zelf ook een enorme pacifist, maar we kunnen deze kans niet voorbij laten gaan.”
De man met de wilde haardos en de rode keffiyeh (Guus? Joost?) stond luidruchtig op en baande zich een weg naar de uitgang, terwijl Wouter een dia liet zien: Operatie Reinaard stond op de dia. En daaronder drie bulletpoints:
- Analyseren van technieken uit Van den vos Reynaerde, zoals retorische strategieën, indirecte manipulatie, en dubbelzinnige taalconstructies.
- Experimenteren met vergelijkbare narratieve tactieken in realistische trainingsscenario’s om te testen hoe effectief subtiele beïnvloeding is.
- Ontwikkeling van richtlijnen voor militaire communicatie en diplomatie, om complexe boodschappen strategisch te verpakken en gewenste percepties te creëren.
“Ik moest er ook even aan wennen,” zei Wouter nadat hij de bulletpoints had voorgelezen. “Maar het kan echt interessant zijn!”
De zaal zweeg nog steeds. Alleen Joop zat achterin hoorbaar zijn niezen in te houden. “Ik heb daarom besloten dat we in Nederland een hoogleraarspost Oudere Letterkunde en Defensie krijgen”, zei Wouter. “Betaald door het ministerie. De advertentie wordt binnenkort openbaar gemaakt.”
Nu hij aan het einde van zijn betoog leek te zijn, staken weer verschillende mensen hun hand omhoog. “Ik begrijp dat er veel belangstelling is voor deze leerstoel”, lachte Wouter. “Maar ik kan er niet veel meer over zeggen. Ik hoop zelfs dat jullie me kunnen verontschuldigen. Ik vind het ook niet leuk, maar de plicht roept.”
Middelnederlandse letterkunde, en dan met name de epiek, leek en lijkt mij een heel leuk en leerzaam facultatief bijvak op de KMA.