
Het Nederlands groeit als schimmel op een brood: onstuitbaar, maar ook onvoorspelbaar. Ineens zit er op deze plek een kolonie, terwijl het brood elders nog onaangetast is. Die uitbreiding gebeurt vaak met voor- en achtervoegsels: van stom maak je keistom of stommeling. Maar ook die voor- en achtervoegsels zijn in sommige perioden actiever dan in andere.
Dit weekeinde ging een tv-documentaire over de verkuttificatie van het internet (ik zet hem hieronder). Dat is nu echt een woord van onze tijd. Waarom?
In een nieuw artikel in Nederlandse Taalkunde schrijft de morfoloog Matthias Hüning over –ering en –atie. Beide worden gebruikt om nieuwe woorden te maken: je hebt redenering en redenatie. Wanneer je de ene kiest en wanneer de andere, is volgens Hüning lastig te zeggen. Er wordt wel gezegd dat Vlaanderen een voorkeur heeft voor –atie en Nederland voor –ering, maar dat geldt alleen voor bepaalde voorbeelden. Er wordt ook wel gezegd dat er een betekenisverschil is (ering gaat eerder over het proces, atie over het resultaat), maar ook dat blijkt lastig in het algemeen hard te maken. Het is logisch om te veronderstellen dat de twee achtervoegsels ooit wel een duidelijke verdeling krijgen, maar op dit moment is daar nog geen sprake van.
Niet willen
Een belangrijk deel van het artikel van Hüning gaat over bijzondere gevallen van –isering, waar -isatie niet echt een alternatief lijkt te zijn. Zo wordt er na enkele decennia speculeren over fortuynisering op het hele wereldwijde internet nooit gesproken over fortuynisatie. Het vormen van –isering-woorden op een eigennaam is een van de patronen die Hüning heeft vastgesteld: de rotterdamisering van Nederland, de sylvanasimonisering van onze geschiedenis, de schwarzeneggerisering van de politiek, de citoïsering van het onderwijs, het zijn allemaal zaken waarvoor mensen woorden hebben gezocht.
Heel vaak zijn dit soort woorden negatief. Ga maar na met je taalgevoel: ik neem aan dat je veel van de zojuist genoemde woorden nooit gehoord hebt of inmiddels weer vergeten bent, maar dat ze niet veel goeds betekenen is duidelijk. Dat geldt zeker ook voor geheel nieuwe concepten: de vanoostendorpisering van de wereld, dat moeten we meestal niet willen.
Journalistieke producten
Het effect wordt volgens Hüning sterker bij een net iets andere constructie, die niet alleen eindigt op –isering, maar ook begint met ver. Het gaat dan soms ook om een naam (veramerikanisering), maar het proces kan allerlei andere woorden als basis nemen (vercommercialisering, veralgemenisering, verappartementisering, verpretparkisering). Al die woorden gaan over een ontwikkeling, en in al die woorden klinkt mee dat de schrijver of spreker die ontwikkeling afkeurt. Tussen de vijf en de tien jaar geleden had de Volkskrant blijkens Hünings onderzoek een obsessie met de verkaramelzeezoutisering van ons eetpatroon, omdat er kennelijk allerlei producten op de markt kwamen die een combinatie van de smaken karamel en zeezout hadden. En omdat de redactie van de Volkskrant had besloten dat de wereld hieraan ten onder zou gaan.
Het is natuurlijk een marginaal verschijnsel, de vorming van deze woorden. Er gaat voor veel taalgebruikers menige dag voorbij waarbij ze geen enkel veriseringswoord tegenkomen. “Misschien is het wel juist deze marginaliteit,” schrijft Hüning, “die deze afleidingen bijzonder geschikt maakt om in bepaalde, vaak journalistieke contexten de houding van de schrijver uit te drukken.” Maar het is juist daarom ook opvallend dat de consument van die journalistieke producten vaak bij eerste lezing al begrijpt wat hier wordt bedoeld.
Heel erg interessant
Mooi voorbeeld van Caroline de Gruyter, over de ‘finlandisering’ van Europa, in de NRC dezer dagen: [ https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/18/waarschuwing-vanuit-helsinki-europa-finlandiseert-a4900665?fbclid=IwY2xjawL0oAFleHRuA2FlbQIxMQABHlQ7itCCcR907yFETEcjzPYtcl-wUM0uG_KA6U60Py4zUcIKnqSwq4g7nW2K_aem_X70Ed2O0rU6g1zJo-vwBkA ]
Nou, dan doe ik er ook maar eentje: de verbetaalmurisering van de media maakt dat artikel onleesbaar.
Leuk, een stuk over de ververiseringisering van de Nederlandse taal.