
Vakbondsleden kregen deze week een email waarin ze gevraagd worden of ze instemmen met het onderhandelaarsakkoord voor de CAO universiteiten. In het nieuwsbericht van de AOb is vooral aandacht voor de “centen en procenten”, een compromis dat bereikt is in navolging van de door velen (ook mij) getekende oproep voor eerlijkere loonverdeling in het onderwijs. Op zich een mooi resultaat.
Maar. Maar! Collega Iris van Rooij wees me op een zorgwekkend alineaatje, weggefrommeld onder een kopje over promovendi: “Over werkdruk staat in het onderhandelaarsakkoord dat er een studie komt naar het werken met Artificiële Intelligentie (AI) bij werkprocessen op de universiteit. De studie zal bekijken hoe werknemers toegerust kunnen worden voor het werken met AI.”
Pardon? Hoe is marketingtaal over AI-hype het onderhandelaarsakkoord binnengeslopen? Hier is hoe het in het akkoord staat:
Cao-partijen spreken daarom in het kader van het voorkomen en de beheersing van werkdruk het volgende af: één van de uitdagingen voor de sector maar zeker ook een kans is het gebruiken van AI bij werkprocessen op de universiteiten. Cao-partijen willen daarom in een studie verkennen hoe de werknemers goed kunnen worden toegerust voor het werken met AI zodat alle werknemers de kans krijgen om gebruik te maken van nieuwe technieken en zich hierin verder te ontwikkelen
Zeeeeker ook een kans
Gaap… daar hebben we het gemakzuchtige both sides-dansje van “uitdaging voor de sector maar zeker ook een kans”. (Een uitdaging maar zeeeeker ook een kans — hoeveel wijdogige management-types hebben deze woorden al niet geuit, of laten genereren door hun favoriete tekstherkauwer?) Maar laten we even rustig lezen. Een kans waarop precies? Het “gebruiken van AI bij werkprocessen op de universiteiten”. En dan wel precies “hoe werknemers goed kunnen worden toegerust voor het werken met AI” en “de kans krijgen om gebruik te maken van nieuwe technieken”.
Wel heb ik ooit. Woorden schieten te kort voor deze stuitende gemiddeldheid, dit hersenloze papegaaien van de PR-zinnetjes van Big Tech, dit fatale gebrek aan zelfstandig en kritisch denken. Wat voor voor “AI” precies, CAO-partijen? (Gokje: jullie bedoelen ChatGPT en andere tekstherkauwers want dat is de smaak van de week.) En belangrijker, wat voor werkprocessen precies, CAO-partijen? Hebben we meer betekenisloze woordenbrij nodig? Meer ondoorzichtige besluitvorming? Meer manieren om ons te beroepen op ‘computer says no’? Meer manieren om al bestaande ongelijkheden te versterken? Meer manieren on onszelf uit te leveren aan Big Tech en het eigen denken op te geven?
Alsof het niet juist academici zijn die het scherpst zien waar de problemen liggen van de onkritische inzet van AI. Vorige week nog schreven we samen een open brief, gelardeerd met wetenschappelijke referenties. Deze week deden juristen er een schepje bovenop: lever de rechtsstaat niet uit aan ChatGPT. Met je werkprocessen.
Alsof onkritisch gebruik van “AI” niet direct in strijd is met de Nederlandse gedragscode voor onderzoeksintegriteit, omdat het de basisprincipes van die gedragscode systematisch ondermijnt. De principes zijn: eerlijkheid, nauwgezetheid, transparantie, onafhankelijkheid, en verantwoordelijkheid. “AI” berust op oneerlijk verkregen data, nodigt uit tot afraffelen, is ondoorzichtig, maakt mensen afhankelijk, en leidt tot verlies van eigenaarschap.
Aan de Radboud Universiteit ben ik sectievoorzitter AI, Taal en Communicatietechnologie. Ik ben ook mede-ontwikkelaar van de EU Open Source AI Index en auteur van door onze Faculteit vastgestelde richtlijnen op het gebied van AI en onderzoeksintegriteit. Ik weet dus waar ik het over heb als ik zeg:
- Ik stem niet in met een onderhandelaarsakkoord dat meedoet aan de AI-hype en daarmee een achterdeur inbouwt voor meer surveillance en een systematische ontmenselijking en veronachtzaming van cruciale werkprocessen.
- Ik ontzenuw de premisse dat “AI” een oplossing zou zijn voor “werkdruk”. Dit gemakzuchtige frame gaat volledig voorbij aan de ernstige academische, ethische en juridische bezwaren die aan deze technologie kleven.
- Ik roep de CAO-partijen op AI-prietpraat uit het akkoord te laten. Als dit is wat de vakbond betoogd heeft is dit ver, heel ver verwijderd van de strijd van werkers voor autonomie en gelijkheid, en van de strijd tegen controle en surveillance. Dan spreekt de vakbond niet voor mij.
Ja maar
Nu hoor ik de onderhandelaars denken, okee dat was misschien niet perfect geformuleerd, hoe kunnen we deze alinea in het onderhandelaarsakkoord redden. Misschien kunnen we er nog snel ergens een ‘en kritische reflectie’ in knallen om de boel te sussen. Maar de vraag is waarom er zonodig iets over AI in moet. Of als dat al zo is, waarom het AI-boosting moet zijn.
Het begint al met de framing. Werknemers moeten “de kans krijgen om gebruik te maken van nieuwe technieken”. Newsflash: die hebben ze al. Microsoft schotelt ongevraagd alle MS365 gebruikers CoPilot voor (en verhoogt de prijzen). Er is geen universiteit waar deze technologie niet enthousiast binnengehaald is. Er is geen vakgroep waar niet geroepen is, al dan niet met een knipoog, “ik vraag het wel even aan ChatGPT”. Er is geen teaching and learning centre waar men niet onder de indruk is van de lesplannen en werkvormen die “AI” uit de mouw schudt.
Dat dit volledig voorbij gaat aan de professionaliteit van onze docenten; dat het studenten niet voor vol aanziet (waarom zou ik iets lezen waarvoor jij niet eens de moeite hebt genomen om het te schrijven); dat het werkprocessen afdoet als formaliteiten die wel door een tekstherkauwer uitgespuwd kunnen worden — dat zijn zaken waar ik van denk dat juist een vakbond er een kritisch en waakzaam oog voor moet hebben. Maar nee, dit voorlopige akkoord legt de bal voor open doel en nodig werkgevers uit om ‘m er in te schieten. Hoppa, meer AI = minder werk, de bonden zeggen het ook. Moet ik de volgende stap nog uittekenen?
Wat we nodig hebben is vakbonden die zich hard maken voor de mogelijkheid om bewust en op grond van heldere waarden keuzes te maken voor het al dan niet inzetten van “AI” (en die niet is cruciaal). Vakbonden die oog hebben voor de serieuze risico’s van het “empire of AI” (Karen Hao). Die zien hoe deze technologie perfect in het plaatje past van surveillance, controle, en centralisatie. En die daarom radicaal onze kant kiezen in plaats van gedwee mee te gaan in de frames van het grootkapitaal.
Dit stuk verscheen eerder op The Ideophone
Dat is stevige taal.
Mooi!