Een goed taalbeleid – ter inspiratie van de politiek

De verkiezingsprogramma’s komen er weer aan! Achter menige laptop zitten nu enthousiaste partijleden proza te smeden om het kiezersvolk binnenkort op te vergasten. Sinds 2017 lees ik in ieder geval al die programma’s braaf, speciaal om te letten op wat er over taal wordt gezegd. Ik doe dat natuurlijk altijd volkomen objectief, alsof het mij niet uitmaakt.
Maar nu de programma’s nog niet geschreven zijn, kan ik alvast wat punten geven. Wie weet doet deze of gene partij er zijn voordeel mee.
1. Investeren in taalvaardigheid op alle onderwijsniveaus
Taal is de sleutel tot kennis, ontwikkeling en burgerschap. We investeren daarom in:
- taalbewust vakonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs;
- voldoende tijd en aandacht voor de ontwikkeling van bewuste geletterdheid op alle schoolniveaus;
- structurele ondersteuning voor leerlingen met taalachterstanden, ook in het middelbaar en hoger onderwijs;
- opleiding en nascholing van leraren in meertalige en taalbewuste didactiek;
- een sterke positie van het vak Nederlands, ook binnen het speciaal onderwijs, het vmbo en het mbo.
2. Iedereen moet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer
Taal is een voorwaarde om volwaardig te kunnen participeren in de samenleving. Daarom:
- maken we financieel en intellectueel laagdrempelige taalcursussen Nederlands beschikbaar voor alle volwassenen die dat nodig hebben;
- versterken we begrijpelijke overheidscommunicatie: alle burgers moeten publieke informatie kunnen begrijpen;
- erkennen we meertaligheid als kracht en zetten we in op inclusieve communicatie op plaatsen waar burgers daarmee geholpen zijn.
3. Een evenwichtig en realistisch internationaal taalbeleid
Nederland is een meertalig land in een meertalige wereld.
- We behouden Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs waar die aantoonbaar bijdragen aan kwaliteit en toegankelijkheid;
- Tegelijkertijd versterken we het Nederlands als academische taal met investeringen in Nederlandstalige wetenschappelijke publicatie, onderwijs en terminologieontwikkeling;
- Ook zetten we in op universitaire taalopleidingen; voor de belangrijkste talen van Europa en de wereld moeten we voldoende expertise in huis hebben;
- We stimuleren het leren van meerdere talen door de burgers en met name de jeugd – niet alleen Engels, maar ook Frans, Duits, Arabisch, Turks, Spaans, Pools, Oekraïens, enz.
- Te lang is in Europa het Engels de dominante taal geweest, hand in hand met onze afhankelijkheid van de Verenigde Staten; we zetten in op een Europese democratie die meer gebruik maakt van de talenrijkdom.
4. Taalbeleid voor alle taalvariëteiten in het land
Nederland kent een rijke talige diversiteit. We zetten in op:
- ruimhartige erkenning en bescherming van regionale talen en dialecten (zoals Fries, Nedersaksisch, Limburgs, maar ook Brabants of Zeeuws);
- ondersteuning van activiteiten ter ondersteuning van erfgoedtalen en migranten- en gebarentalen zodat deze allen in ons land kunnen bloeien;
- wetenschappelijk onderzoek en beleid gericht op meertalige opvoeding, cultuurparticipatie en taaloverdracht tussen generaties; Nederland moet voor de hele wereld een model worden voor meertalig samenleven in de moderne maatschappij.
5. Coördinatie en visie
- We richten een nationale taalraad in, die beleidsadvies geeft over goed taalbeleid en coördinatie bevordert tussen OCW, gemeenten en maatschappelijke organisaties.
- We nemen taalbeleid op in onderwijswetgeving, integratiebeleid, mediawet en cultuurbeleid, in plaats van het te beperken tot één beleidsdomein.
Nodig, nuttig, aangenaam dit artikel, inspiratiebom, chappeau.
Marc, mijn stem heb je! Maar er zal weinig in de programma’s terecht komen… als het geld kost.
Door de keuzes die dit kabinet straks maakt, op basis van dat hét geld kost, wordt de schade die de bezuinigingen veroorzaken groter dan noodzakelijk is.
Als dat zou kunnen …
“Te lang is in Europa het Engels de dominante taal geweest”. Inderdaad! Zeker als je bedenkt dat (na Russisch) de meest gesproken moedertalen in Europa Duits en Frans zijn. De kennis van Franse woorden, rijkelijk vertegenwoordigd in het Nederlandse woordenboek, neemt zienderogen af. Zo merkte een cabaretier recent dat het woord ‘conference’ niet meer door iedereen gekend is en als conferentie geïnterpreteerd werd. Ook hoor je (vooral jongeren) het woord ‘details’ op z’n Engels uitspreken.
“Het leren van meerdere talen door de burgers en met name de jeugd – niet alleen Engels, maar ook Frans, Duits, Arabisch, Turks, Spaans, Pools, Oekraïens”. Zéér toe te juichen! Overigens mis ik Portugees in dit rijtje, dat met Spaans de enige van de hier genoemde talen is die in de top tien van meest gesproken moedertalen ter wereld staat.
… Maar ik vrees met Ziko van Dijk dat ‘taal/talen’ op de prioriteitenlijstjes van de politieke partijen heel laag staat (if at all – pardon, quando überhaupt). Ook al heeft Robert Kruzdlo volkomen gelijk, maar met langetermijnvisies houdt de politiek zich niet zo bezig.
Grip op migratie, een immigratiebeleid gericht op passenden ! Dat mis ik. Zodat scholen en leraren het kunnen bijbenen, en dat je geen zwarte -slechte -scholen krijgt, waar de Ned. taal en cultuur er niet toe doen. Waar je nieuwe onderklasses ontwikkelt, die in een paralelle samenleving leven.
Nee, dit is geen fascistoide opvatting, wat vaak gedacht wordt. Of je moet natuurlijk vinden dat het progressieve Canada onder Trudeau Fascistoide is. Ook Trudeau – in Nederland wsl. GL- wil en heeft immigratiebeperkingen. En harde! Alleenstaande jongemannen uit Syrie>? Forget it. Canada wil mensen hebben die nut hebben. Keihard ja. Immigratie is geen liefdadigheid in het progressieve Canada
Om vele vele redenen, en een ervan is integratie, beheersbaarheid van alles, moet vele mensen weigeren. Anders kun je het als land in vele opzichten niet aan.
Een uiterst progressieve opvatting van Trudeau. Migratiebeperking is zeer zeer links: je komt op voor eigen land en volk. Vindt ook Trudeau.
Ik startte deze reactie met ‘ grip op migratie’ . In Nederland ben je dan vreemd genoeg PVV’er, in Canada of Denemarken ben je dan simpelweg progressief.
Taal, taal doet ertoe.
Hoe men er ook verder over kan denken, immigratiebeleid is géén taalbeleid, tenzij je aan de grens een taaltoets zou afnemen om ervoor te zorgen dat alleen competente sprekers van het Nederlands, het Fries, het Papiaments en de Nederlandse Gebarentaal worden toegelaten (de talen met wettelijke status in Nederland). Ik ken geen land dat een dergelijk beleid hanteert; wel wordt van nieuwkomers vaak verlangd dat ze de taal van het land leren, maar dat is in Nederland nu ook het geval, al is het de afgelopen jaren een terugkerend thema in verkiezingsprogramma’s. Dat laatste lijkt me puur symbolisch.
‘We behouden Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs waar die aantoonbaar bijdragen aan kwaliteit en toegankelijkheid’. Dat is onmogelijk. Onderzoek van prof. A. de Groot heeft aangetoond dat er gezamenlijk (docent en student) ALTIJD een verlies van 30% aan kwaliteit is als beiden niet de moedertaal hanteren.
Bovendien zegt de auteur: ‘Te lang is in Europa het Engels de dominante taal geweest, hand in hand met onze afhankelijkheid van de Verenigde Staten; we zetten in op een Europese democratie die meer gebruik maakt van de talenrijkdom.’. Dat staat enigszins haaks op het eerste aandachtspunt (zie hiervoor).
Ik zou erg benieuwd zijn in het onderzoek waarin dit wordt aangetoond. Het lijkt mij bijzonder lastig dit met zoveel stelligheid te beweren.
Hoe dan ook, de universiteit is iets anders dan een democratisch platform / de openbare ruimte. Waar de eerste een bepaalde lingua franca gebruikt om praktische redenen, hoeft de openbare ruimte niet onderwerpen te zijn aan eenzelfde logica.