
Niet lang nadat Harry Mulisch op 30 oktober 2010 overleed, begon ik aan een queeste waarvan de basis al was gelegd door letterkundigen Rudy Cornets de Groot en Marita Mathijsen. Het was hen opgevallen dat er personen in Mulisch’ werk voorkomen waarvan de voornaam met een A en de achternaam met een S begint. Voorbeelden zijn Archibald Strohalm in de gelijknamige debuutroman en Anton Steenwijk in De aanslag. Mogelijk zijn dit verwijzingen of zo men wil verbindingen van de schrijvende zoon naar zijn moeder. Haar naam was Alice Schwarz, ze verhuisde naar de VS toen Harry nog een jongen was.
Ik besloot het hele werk op dit verschijnsel te scannen en paste al lezend het criterium wat aan: ha als een personage van Amsterdam naar Sofia vliegt, telt dat ook als een zgn. asverbinding. En als de zoon van Hitler Siegfried heet, vormen Adolf en zijn zoon een asverbinding. Twee edities van de lijst in progress werden indertijd op nrc.nl gepubliceerd (hier en hier).
Wat mij niet lekker zat, was dat ik geen asverbinding vond in de gedichtencyclus Opus Gran, door Mulisch zelf in interviews vaak aangeduid als het fundament van zijn schrijverschap, daar waar de ziel van de schrijver zich op zou houden. Zo formuleert hij het ook in Opus Gran, sporen van een droom, de documentaire van Cherry Duyns. Gran is een stad waar Mulisch vaak over droomde sinds een bezoek aan Berlijn als kleine jongen. ‘Als mijn schrijverschap ergens in de tijd een oorzaak heeft, dan ligt zij daar’, noteert hij in Mijn Getijdenboek.
Over een paar weken is Mulisch 15 jaar dood. Ik herlees elk jaar wel een, maar vaker meer dan een boek van de meester. De verhalen in Het mirakel, de romans De ontdekking van de hemel, De procedure en de novelle De elementen zijn mijn favorieten. Maar gisteravond pakte ik de dichtbundel Egyptisch uit de boekenkast, een bundel waarin de cyclus Opus Gran is opgenomen. Was daar nu echt geen asverbinding te vinden?
In Opus Gran neemt een ik-persoon deel aan een expeditie naar een stad. Nadat hij zijn laatste reisgenoot begraven heeft, besluit hij zijn eigen graf te graven waarbij hij op de gezochte stad stuit. Dan volgen 16 gedichten met schetsen van de stad.
Ik las, herlas, en herlas nog eens tot mijn ogen bleven haken aan onderstaande zin uit het gedicht Feest.
Maar alleen mijn adem vult de stad nu
Met een kleine aanpassing van het criterium was het er één.
Maar alleen mijn adem vult de stad nu
Dus toch een asverbinding in Opus gran!
Twee gedichten verder in de cyclus, in het gedicht De verduistering, schrijft de dichter:
‘Zwarte zon! Waar is mijn moeder?
Is de ik-persoon uiteindelijk op zoek naar zijn moeder; verwacht hij Alice Schwarz te ontmoeten in Gran? De droom over Gran ontstond zoals gezegd tijdens een bezoek aan Berlijn. Harry was daar met de huishoudster Frieda Falk. Zijn moeder nam geen deel aan de reis.
Harry Mulisch verdwaalt , verdwaald in Gran .
. . .
[ → https://www.academia.edu/144631570/ ]
Beste Arv Teg,
Ik kan de link niet openen. Kunt u uw reactie wellicht in een ander formaat gieten?
Met dank en groet,
Marc van Biezen
Dank voor uw vraag: waar komt de naam Gran vandaan? Ik denk dat de stad deze naam heeft omdat Gran de betekenis ‘groot’ heeft. In Gran is alles groot, want gezien door kinderogen.
Dat is inderdaad un aspect , dat Harry Mulisch ook benoemt in “Gran, sporen van een droom” , zoals hij als klein kind die “plek van herinnering” heeft ondergaan . Vanuit dat perspectief zou dat kunnen .
Maar het spaanse woord /gran/ is un adjectief . En hoewel un schrijver alle mogelijke namen kan verzinnen // vind ik het niet zo bij Mulisch passen om un adjectief ( als zelfstandig naamwoord ) te gaan gebruiken , als benaming voor un stad .
En bovendien [:] Gran is un bestaande stad ( weliswaar niet meer onder die naam , behalve misschien bij ( sommige ? ) duits-taligen ) , net zoals dat het Pergamon-museum bestaat .
En het zou mij niet verbazen , dat hij met die naam iets prijs-geeft van zijn “gespleten ziel” / labyrint .
Dat uit zijn dromen (her)kende hij .