Ik weet een truc. Ik leg vier speelkaarten op tafel, kijk je aan en schrijf iets op een papiertje: een voorspelling van de uitkomst van mijn ‘experiment’. Ik laat je uit de vier speelkaarten er één kiezen. Je bent volkomen vrij om te bepalen welke van de vier je wilt. Je neemt de harten vijf Als je klaar bent, laat ik je mijn papiertje zien. ‘Harten vijf’, staat erop.
Ik houd van goochelen en goochelaars, en ik ben geïnteresseerd in hoe taal werkt, hoe we bijvoorbeeld een gesprek voeren met elkaar. Ik zeg iets, en jij reageert daarop, en samen bepalen we zo gaandeweg waarover we aan het praten zijn en hoe we van elkaar in het gesprek krijgen wat we willen.
Ik had nooit beseft dat die twee dingen veel met elkaar te maken hebben. Dat het soort ‘gedachtelezen’ zoals in mijn truc gebeurt, in feite het manipuleren is van het gesprek. De truc zit helemaal in mijn taalbeheersing.
Volkomen logisch
In de video hierboven wordt het uitgelegd. (Heb je geen zin in spoilers, dan moet je die video links laten liggen en dit stuk niet verder lezen. Er wordt iets van de magie van het goochelen verpest. Maar alles voor de wetenschap. Toch? Kom op!)
Je legt vier kaarten open en zegt: “Kies er één.” Wordt de harten vijf gekozen, dan ben je meteen klaar. Wordt er een andere kaart gekozen, leg je die terzijde en vervolg je: “Wijs twee kaarten aan.” Als die twee kaarten geen van beiden de harten vijf zijn, verwijder je ze en blijft de juiste kaart automatisch over. Zit de harten vijf wel tussen de twee aangewezen kaarten, dan leg je de niet-gekozen kaart terzijde en ga je verder met de twee overgebleven kaarten. “Wijs er nu één aan,” vraag je opnieuw. Kiest men de harten vijf, dan is dat de uitkomst. Wordt de andere gekozen, leg je die weg en blijft de harten vijf over.
Deze techniek wordt door goochelaars wel equivoque genoemd, een term voor ‘ambiguïteit’: er doen zich in het gesprek voortdurend ambiguïteiten voor, die vervolgens steeds worden opgelost door de goochelaar. De kijker heeft weliswaar een volkomen vrije keus in welke kaart of kaarten ze kiest, en is daardoor zo verbaasd dat die keus voorspelbaar was. Maar wat ze bij een goede goochelaar niet beseft: dat de interpretatie van die keus steeds in handen lag van de goochelaar. Omdat het zo snel gaat, krijgt de kijker niet de kans om dit tot zich door te laten dringen, het voelt allemaal als volkomen logisch.
Verandering van instructie
Er is voor zover ik kan zien heel weinig taalkundige literatuur over wat er hier gebeurt. De techniek wordt kort genoemd in het boek The Structure of Meaning in Talk van de taalkundige Jack Bilmes, als een voorbeeld van hoe je gebruik kunt maken van de ambiguïteit van instructies. Ik vond ook een artikel in het tijdschrift Frontiers in Robotics and AI (dat is dus erg toegepaste taalkunde) waarin wordt bekeken of deze techniek kan worden gebruikt om de gesprekken van chatbots nog natuurlijker te laten verlopen, en een artikel waarin naar de psychologie van het verschijnsel gekeken wordt. Dat is alles.
Terwijl het volgens mij dit soort manipulaties volgens mij een interessant onderwerp zouden kunnen zijn voor conversatie-analyse. Natuurlijk heeft Bilmes gelijk als hij erop wijst dat de goochelaar iedere keer achteraf bepaalt hoe een ambiguïteit in de instructie moest worden opgevat – de goochelaar in de video gaat daar ook op in – maar minstens even belangrijk is dat het publiek als het goed is deze verandering van de instructie iedere keer aanvaardt, en ook niet de neiging heeft om daarop terug te komen.
Strekking
Een van de zaken die de goochelaar volgens mij gebruikt is de menselijke neiging om zich in gesprekken coöperatief op te stellen. Je bent samen een gesprek aan het voeren, en je om dat te kunnen doen moet je ervan uitgaan dat je het samen voortdurend eens bent over waarover je aan het praten bent, en welke informatie de gesprekspartners tot hun beschikking hebben. Tijdens het gesprek ben je die informatie voortdurend aan het updaten, bijvoorbeeld omdat je uit wat je partner zegt opmaakt dat die iets toch niet echt weet, of juist dat die meer informatie heeft dan jij. De common ground wordt die gedeelde informatie die op de achtergrond van ieder gesprek een rol speelt genoemd.
Die common ground is feitelijk wat de goochelaar hier manipuleert. Door heel zelfverzekerd te stellen dat de kaart die je hebt aangewezen de ene keer moet worden weggelegd en de andere keer juist door jou gekozen is, dwingt hij je de common ground bij te stellen. De ambiguïteit wordt steeds voor jou opgelost voor je erover kunt nadenken. Het helpt hierbij dat in de truc de manier waarop de keuzevraag wordt voorgelegd iedere keer anders geformuleerd wordt (de ene keer ‘kies je een kaart’, de volgende ‘wijs je twee kaarten aan’, de laatste keer is duidelijk dat je je finale keuze maakt). Op het moment zelf doet dit het publiek accepteren dat er verschillende interpretaties zijn, en vervolgens vergeet het die details om alleen maar te onthouden dat het iedere keer vrij kon kiezen.
Ook die neiging om de details te vergeten (geen enkele lezer weet meer hoe de vorige alinea was geformuleerd, terwijl de strekking ervan wel is blijven hangen) wordt hier dus ook gemanipuleerd.
Dit soort gedachtenlezen is met andere woorden een interessant voorbeeld van toegepaste conversatie-analyse. Het zou aardig zijn als iemand dat eens zou onderzoeken. Een verzameling opnamen van goochelaars die deze techniek moet toch wel ergens te vinden zijn.
Even een terzijde over deze passage: “De kijker heeft weliswaar een volkomen vrije keus in welke kaart of kaarten ze kiest, en is daardoor zo verbaasd dat die keus voorspelbaar was. Maar wat ze bij een goede goochelaar niet beseft: dat de interpretatie van die keus steeds in handen lag van de goochelaar. Omdat het zo snel gaat, krijgt de kijker niet de kans om dit tot zich door te laten dringen, het voelt allemaal als volkomen logisch.” Het lijkt me sterk dat alleen vrouwen zich hierdoor laten bedotten. Misschien denken sommige mannen wel dat zij minder gemakkelijk om de tuin zijn te leiden, omdat zij hun kwaliteiten sowieso hoger plegen in te schatten, maar volgens mij is er wat dit betreft geen verschil tussen beide seksen. Ik zou er als man in ieder geval met open ogen intrappen, omdat het inderdaad allemaal heel snel gaat en je de kans niet krijgt om te beseffen dat je gemanipuleerd wordt.
Ik gebruik ‘zij’ als genderneutraal voornaamwoord. Ik heb er bijvoorbeeld hier over geschreven.
O, dat wist ik niet! Maar als duidelijk schrijven je doel is, en je dus geen verwarring bij de lezer wil oproepen, dan zou je jouw gebruik van zij als genderneutraal voornaamwoord eigenlijk wel steeds moeten toelichten. Want ingeburgerd is het nog lang niet en ik ben vast niet de enige die erdoor op het verkeerde been wordt gezet.
Ik weet niet zeker of duidelijkheid mijn enige doel is, als dat impliceert dat ik me in een heel strakke mal zou moeten laten gieten. Soms moet een mens nieuwe dingen proberen, ook al heeft nieuwe dingen proberen onvermijdelijk enige verwarring als resultaat. Maximaal duidelijk is altijd aan ieders verwachtingen voldoen.