
Kinderen die de letter r (nog) niet kunnen uitspreken, maken er vaak een l van. Dat is geen toeval – deze twee klanken liggen relatief dicht bij elkaar.
Sommige talen kennen er daarom slechts één van de twee. Zo heeft het Japans alleen een r en het Mandarijn alleen een l. Dat wreekt zich in een taal die beide klanken kent, zoals het Engels of het Nederlands. Sprekers met het Mandarijn als moedertaal maken van de r een l, sprekers met het Japans als moedertaal maken van de l een r.
Ook in de Indo-Europese taalfamilie gebeurt er iets leuks met de r en de l. Zo heb je in het Nederlands het woord licht, in het Latijn lux (‘licht’), in het Grieks λεῦκος (leukos, ‘wit’), en in het Russisch луч (loetsj, ‘zonnestraal’). Op basis van deze woorden reconstrueert men een Proto-Indo-Europese wortel *leuk-, die iets als ‘licht’ of ‘schijnend’ moet hebben betekend.
Maar in het Sanskriet, de klassieke taal van India, is het werkwoord dat ‘schijnen’ betekent rócate. Dat zou nog stom toeval kunnen zijn – maar het Sanskriet blijkt eigenlijk altijd een r te hebben waar de andere Indo-Europese talen een l hebben.
Zo heb je ook het Nederlandse wiel, het Griekse κύκλος, door het Latijn ontleend als cyclus, allemaal teruggaand op het Proto-Indo-Europese *kʷekʷlos. Maar in het Sanskriet lezen we cakra (‘wiel’), bij ons bekend als het hindoe- en boeddhistische chakra. Met andere woorden: de Proto-Indo-Europese l is in het Sanskriet samengevallen met de r.
In dit kader ook interessant: het alleroudste Grieks dat we hebben, het zogeheten Myceens. Dat werd rond 1400 voor Christus op schrift gesteld. Niet met het Griekse alfabet, dat ontstond immers pas rond 800 voor Christus. De Myceners gebruikten het Lineair B (zie hierboven).
Opvallend is dat het Lineair B ontzettend ongeschikt is om (Myceens) Grieks mee te schrijven. Zo maakt het Lineair B geen onderscheid tussen de r en de l. In het eerder genoemde λεῦκος (leukos, ‘wit’) en het Griekse ἔρημος (erēmos, ‘verlaten, onbewoond’) werd de eerste medeklinker weergegeven door hetzelfde teken.
Aan deze en andere onhandigheden is duidelijk te zien dat de Myceners het Lineair B niet zelf ontworpen hebben, maar ontleend hebben aan een ander volk. Men heeft geen idee voor welke taal het Lineair B (of beter: zijn voorloper Lineair A) oorspronkelijk ontwikkeld is, maar waarschijnlijk is dat de taal in kwestie geen onderscheid kende tussen de r en de l.
Dit stukje verscheen eerder op Gevleugelde woorden
Over de interessante beperkingen van R en L in ’t Nederlands
raar versus *rar
*lool versus lol
gaat dit stukje:
https://neerlandistiek.nl/2012/07/raar/‘