
Zondag mocht ik in Antwerpen namens Neerlandistiek de Visser-Neerlandiaprijs in ontvangst nemen. Deze prijs is genaamd naar Hendrik Visser (1872-1943) die, zoals meerdere sprekers gisteren benadrukten, waarschuwde voor massahysterie.
Het is alles bij elkaar voor liefhebbers van de taal een mooie tijd om in te leven. De waardevolle en goede dingen worden allerwegen aangevallen – de wetenschap, de cultuur, de aandacht voor taal en literatuur, het lezen, het schrijven, het wereldbeeld waarin de mens centraal staat en ieder mens telt, het goede gesprek, de poging om door samenwerking de wereld beter te maken, de verstilling, de verbeeldingskracht, de nieuwsgierigheid, de zorg voor elkaar, de arbeidsvreugde, de tijd om te leren en te luisteren, de speelsheid, de menselijke maat, de zorg voor het kwetsbare, de overtuiging dat pittige maar eerlijke discussie de mensheid verder brengt, de open blik naar andere talen en culturen, het vertrouwen dat mensen kunnen groeien.
Ooit was dit een lijstje vanzelfsprekende idealen dat iedereen zou onderschrijven. Inmiddels is niets meer zeker. En dus kunnen we onze mouwen opstropen en aan het werk gaan: mooie tijden.
Prinsenvlaggen
De neerlandistiek is een vak dat net een lange bloeiperiode achter de rug heeft, waarin veel geld werd geïnvesteerd in onderzoek en onderwijs. En door de digitale revolutie van de afgelopen decennia kun je heel veel thuis doen. Het Nederlands heeft een van de beste infrastructuren, met uiteenlopende bronnen zoals de DBNL, woordenboeken en corpora van het INT, grammatica’s als de digitale ANS en het Taalportaal, een hele zwik tijdschriften die open access zijn, organisaties die de wetenschap aan de man brengen zoals het ANV, Ons Erfdeel en Onze Taal, een actieve gemeenschap van toegankelijke leraren en onderzoekers die hun materialen onder andere via videokanalen delen, bibliotheken met digitale collecties, en open onderwijsbronnen. We hebben, zou je kunnen zeggen, genoeg opgebouwd in de afgelopen veertig jaar om de stormen die nu razen wel even te kunnen uitzitten.
Neerlandistiek is ooit opgericht als Neder-L om een onderdeel te zijn van deze infrastructuur. Het is opgebouwd uit een ideaal: als taal gratis is, moet iedereen ook zich ook gratis kunnen informeren over wat taal is. En moet iedereen daarover kunnen meediscussiëren.
Het is belangrijk dat we er ook voor zorgen dat die infrastructuur overeind blijft staan, en dat we hem inzetten om onze medemensen te laten zien dat er ook nog een echte liefde is voor een cultuur die wat anders is dan met prinsenvlaggen tegen oorlogsvluchtelingen schreeuwen.
Noordzeekust
Het is alle hens aan dek. Iedereen die de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde lief is, moet nu de handen ineen slaan – waar ter wereld ook – om ervoor te zorgen dat ons vak overeind blijft staan, dat er goed en aantrekkelijk onderwijs wordt gegeven op alle niveaus, dat we door kunnen gaan om die wonderlijk ongrijpbare fenomenen die we taal en literatuur noemen verder te doorgronden, en daarmee de mens.
De ontwikkelingen in de wereld, en dan met name in Nederland en in Vlaanderen, hebben laten zien dat ook politici uit alle hoeken van het politieke spectrum niet zullen schromen om ons te offeren op Joost-mag-weten-welk altaar. Dat het kennelijk ook tot hen nog niet is doorgedrongen dat een democratie die bedreigd wordt ook een serieuze cultuur nodig heeft om op terug te vallen. We zullen het zelf moeten doen.
En als we dat doen staat ons, dat weet ik zeker, uiteindelijk een mooie toekomst te wachten. Eén waarin iedereen die dat wil zich kan verwonderen in het grote bouwwerk dat we in de afgelopen eeuwen hebben opgebouwd, die wonderlijke variëteit van het Germaans van de Noordzeekust, dat zozeer gekleurd is door cmtact met andere volkeren en talen. De literatuur die er in die taal geschreven is en die ook weer allerlei invloeden heeft ondergaan en waarin zoveel moois en boeiends geschreven is.
Neerlandistiek is er klaar voor. Jullie ook?
“Het Nederlands heeft een van de beste infrastructuren”, dat klopt, maar de vooruitzichten zijn niet om te juichen. Zo heeft Marc van Oostendorp er afgelopen zaterdag al op gewezen dat de Vlaamse regering, via de minister van cultuur, bij wijze van besparing de subsidie voor de BNTL (de lopende bibliografie van de Nederlandse taal- en literatuurwetenschap, van plan is volledig te schrappen. Dat zijn we met het bestuur compleet toevallig te weten gekomen. De BNTL zal zo niet meer verder geüpdatet kunnen worden. Dat terwijl de Vlaamse regering voortdurend de mond vol heeft van het belang van het Nederlands en de kennis ervan.