
Bij de trappen van vergelijking wordt de vergrotende trap gewoonlijk gevormd door –er aan het adjectief toe te voegen en de overtreffende trap door er –st aan toe te voegen (bijvoorbeeld lang-langer-langst). Maar bij sommige adjectieven is er een voorkeur voor de zogeheten omschreven vormen: meer + adjectief voor de vergrotende trap en meest + adjectief voor de overtreffende trap (bijvoorbeeld een meer ontspannen sfeer, de meest ontspannen manier), aldus de Algemene Nederlandse Spraakkkunst (ANS).
Bij de overtreffende trap signaleert de ANS in vier soorten gevallen een (duidelijke) voorkeur voor het gebruik van de omschreven vorm:
- Bij adjectieven die uitgaan op –st of –sd (beide uitgesproken als /st/):
- Dit gepantserde glas is het meest robuust.
- Bij adjectieven die eindigen op –isch, –oos, –eus, –ees en –sk:
- Art & Lies is haar meest ambitieuze boek.
- Bij eenlettergrepige adjectieven op –s:
- Waar bent u het meest boos over?
- Bij adjectieven op –de:
- Het is de meest stupide stap in zijn carrière.
Nieuw voor mij was de omschreven vorm van een superlatief. Afgelopen week viel mijn oog daarop in een artikel over vapen in de NRC van 13 november 2025:
Maar zo makkelijk is stoppen niet, zegt Kraaijvanger. Nicotine is een van de meest verslavendste stoffen, en jongeren zijn er extra gevoelig voor.
Stapelsuperlatief
Analoog aan stapelmeervouden als eieren, kinderen zouden we hier kunnen spreken van een stapelsuperlatief. Iets wat al een overtreffende trap is, wordt door het gebruik van de omschreven vorm meest nog superlatiever!
Is hier sprake van een verspreking door de geïnterviewde? Of heeft de journalist bij het uitwerken van haar interview per ongeluk beide manieren gebruikt om de overtreffende trap van verslavend te vormen? Of zou dit een nieuwe stijlfiguur zijn om aan te geven dat iets echt heel erg verslavend is en dient meest hier als een soort versterking, zoals aller– in allerbeste. Ook in dat woord geldt dat aller– strikt genomen onnodig is, want als iets het beste is, is er simpelweg niets beters dan dat.
Ik vermoed dat de meeste lezers van Neerlandistiek de stapelsuperlatief ‘meest verslavendste’ zullen afkeuren. Tenminste, als de constructie hun überhaupt is opgevallen, want je leest er gemakkelijk overheen. Voor mij is dat een aanwijzing dat in het NRC-artikel meest verslavendste niet bewust zo is opgeschreven.
Corpus Hedendaags Nederlands
Een volgende vraag die zich aandient, is of dit geval op zichzelf staat of vaker voorkomt. Om dat na te gaan ben ik gaan zoeken in het Corpus Hedendaags Nederlands (CHN), een corpus met vooral krantenartikelen dat inmiddels meer dan drie miljard woorden telt.
De zoekopdracht [word = “meest”] [word = “.*ste”] levert in totaal 3350 treffers op, verspreid over 349 groepen.

Als je dit overzicht bekijkt, valt op dat bij de frequentste voorbeelden van de omschreven overtreffende trap het adjectief uitgaat op –st. Dat stemt keurig overeen met de tendensen die de ANS signaleert. De eerste treffer uit de top 20 die daaraan niet voldoet, is de combinatie meest succesvolste, met 40 voorkomens.
Omdat we op zoek zijn naar combinaties van meest + superlatief + -e is onze huidige zoekopdracht te grofmazig: ook verbogen vormen van bijvoeglijke naamwoorden die uitgaan op –st (enthousiast, triest, gewenst) worden hiermee opgespoord.
Het CHN biedt – gelukkig – ook de mogelijkheid om te zoeken op woordsoort en zelfs op bepaalde kenmerken van die woordsoort. Ik ga daarom op zoek naar het woord meest, gevolgd door een AA (adjectief-adverbium) met als graad superlatief, met als positie prenominaal en met als vormelijk kenmerk een buigings-e. Om vormen uit te sluiten die bij de automatische taalkundige verrijking ten onterechte als superlatief zijn aangemerkt (denk aan balvaste, beboste en betaste), heb ik bovendien gevraagd om woorden waarbij –ste voorafgaat door een klinker uit te sluiten. Mijn zoekopdracht luidt dus als volgt:
[word=”meest”] [word=”.*[^aeiou]ste” & pos=”aa” & pos_degree=”sup” & pos_position=”prenom” & pos_formal=”infl-e”]
Dit levert een behapbaarder geheel op: 409 treffers, verdeeld over 141 verschillende woordcombinaties. Daar zitten wel nog een paar foutpositieve resultaten tussen, maar die zijn er met de groepeerfunctie tamelijk eenvoudig uit te vissen. Het gaat om 8 gevallen (12 treffers): beheerste, beheksen, bekun, intoetsen, nabootsen, samenpersen, uitpersen en vervlaamsen. Er blijven dus 138 verschillende groepen over met in totaal 397 treffers.
Frequentie
Zoals eerder gezegd komt meest succesvolste het vaakst voor, namelijk 40 keer. Andere stapelsuperlatieven die meer dan vijf keer voorkomen zijn:
- meest belangrijkste (37x)
- meest invloedrijkste (21x)
- meest opvallendste (19x)
- meest recentste (15x)
- meest verdienstelijkste (14x)
- meest opmerkelijkste (12x)
- meest gunstigste (10x)
- meest succesrijkste (10x)
- meest bekendste (10x)
- meest populairste (9x)
- meest gevaarlijkste (8x)
- meest gewelddadigste (7x)
- meest grootste (6x)
- meest productiefste (6x)
- meest duurzaamste (6x)
- meest interessantste (6x)
- meest machtigste (5x
- meest kwetsbaarste (5x)
- meest efficiëntste (5x)
Meer dan de helft van het totale aantal bestaat uit een van de vormen uit de top 20.
BN, NN, SN, AN & MN
Hoewel het aantal stapelsuperlatieven in het CHN niet bijster groot is, kunnen we er toch een en ander over opmerken. Ten eerste tref je ze amper aan bij adjectieven die bestaan uit slechts één lettergreep. Alleen meest grootste komt meer dan 5 keer voor. Ik denk dat dit onder meer komt omdat het bij eenlettergrepige adjectieven meer voor de hand ligt om trappen van vergelijking te vormen met behulp van –er en –st dan met een omschreven vorm.
Komt de stapelsuperlatief alleen in Nederland voor? Nee, integendeel. Als we de zoekresultaten groeperen op taalvariëteit, dan blijkt het verschijnsel zich in alle vijf onderscheiden taalvariëteiten in het CHN voor te doen: Belgisch-Nederlands, Nederlands-Nederlands, Surinaams-Nederlands, Antilliaans-Nederlands en Marokkaans-Nederlands.
Wel opvallend is dat de constructie in Vlaanderen vele malen vaker wordt gebruikt dan in de andere variëteiten van het Nederlands. Bijna 60% (!) is te vinden in Vlaamse bronnen:

Splitsen we de resultaten uit naar krantentitels, dan blijkt de top vijf zelfs geheel uit Vlaamse kranten te bestaan:

Kranten en Couranten
Als we afgaan op de gegevens uit het CHN dan lijkt het erop dat de eerste gevallen zich vlak voor de millenniumwisseling aandienden. Sindsdien komen we deze constructie elk jaar, in wisselende frequentie tegen. Er zijn geen aanwijzingen dat het gebruik ervan elk jaar toeneemt:

Over het moment waarop de stapelsuperlatief precies zijn intrede doet in het Nederlands durf ik geen harde uitspraak te doen, maar het verschijnsel komt in elk geval ook al voor in de zeventiende eeuw. Dat is eenvoudig te onderzoeken met behulp van het Couranten Corpus. Omdat dit corpus gebruikmaakt van dezelfde omgeving als het CHN kunnen we onze zoekopdracht grotendeels hergebruiken. Alleen het gedeelte [pos_formal=”infl-e”] moeten we weglaten, want dit kenmerk is in het Couranten Corpus niet toegekend.
Deze zoekopdracht levert zes verschillende gevallen op:
- meest krachtigste (6x)
- meest schaarste (2)
- meest schuldigste (1)
- meest geachtste (1)
- meest nodigste (1)
- meest verdachtste (1)
Ook hier geldt dat de stapelsuperlatieven maar heel weinig voorkomen: 0.0000658%. Toch mag het opmerkelijk heten dat ze een paar honderd jaar geleden ook al voorkwamen.
Tot slot
Op de enorme hoeveelheid documenten in het CHN (meer dan 10 miljoen) en het nog imposantere aantal woorden (meer dan 3 miljard) komt de constructie meest + superlatief + -e procentueel gezien slechts zeer sporadisch voor: 0,000013% om precies te zijn.
Het zou natuurlijk kunnen zijn dat stapelsuperlatieven in gesproken taal en in informele schrijftaal veel vaker voorkomen. Het CHN is een corpus met hoofdzakelijk kranten. Journalisten zijn professionele taalgebruikers en die zullen over het algemeen extra aandacht schenken aan wat zij opschrijven. Als de constructie opduikt in kranten zou dat dus het gevolg kunnen zijn van de tijdsdruk waaronder journalisten hun bijdragen voor de krant schrijven. Waarschijnlijk zijn zij zich er daardoor niet van bewust van dat zij een vorm bezigen die strikt genomen onjuist is.
Dat zal wel niet gezegd kunnen worden van de Vlaamse nieuwslezer Freek Braeckman die in 2010 in Gent de ‘Quiz for Life’ van jongerenzender Studio Brussel presenteerde, waarmee uiteindelijk 50.000 euro voor het goede doel werd ingezameld. Hij zei daarover:
Dit was de meest allerleukste quiz ter wereld, want het ging erom veel geld in te zamelen voor het goede doel.
Een alleraardigste taalvondst van ‘de slimste mens ter wereld uit 2009’!
Bij adjectieven op -de lijkt ook een superlatief op -st mogelijk: stupiedst. Wordt ook vermeld in het ANW.
Hai Roland, heb je alleen gezocht op meest + superlatief + -e en of ook op meest + superlatief (‘Dit is het meest belangrijkst’)?