
Wie wil laten zien wat de waarde is van zijn taal kan er de bijbel in vertalen, maar als dat eenmaal is gedaan, is Shakespeare vaak een logische keuze. Zijn werk wordt algemeen gezien als het diepzinnigste dat de Westerse literatuur heeft voortgebracht, en tegelijkertijd is het taalgebruik, bijvoorbeeld omdat het bedoeld is voor het toneel, niet te ontoegankelijk.
Vorig jaar werd zo in Lochem King Lear uitgevoerd in een mengeling van Engels, Nederlands en dialect, en in Hasselt is een aantal jaar geleden een acteur aan het werk geweest met de sonnetten die hij deels in het Engels en deels in het dialect declameerde. En eerder dit jaar gaf de Heerlense schrijver John Bovendeert De prie uit, een korte prozaversie van ‘De feeks’, The taming of the shrew.
Net als de Lochemse en en Hasseltse werken is ook De prie een viering van de meertaligheid. Het verhaal is geschreven in het Heerlens dialect, maar af en toe lees je ook het Engelse origineel, of vertalingen in het Nederlands, Frans en Duits. Wanneer een van de hoofdpersonen in het verhaal zegt “Ich kin dich de vrouw bezörgke mit genóg fenninge, jónk en sjoeën óch nog”, en je slaat de bladzijde om, dan zie je een door Bovendeert gemaakte tekening van de scene, met onder andere de zinnen ‘Ik kan je de vrouw bezorgen met genoeg geld, jong en mooi’, ‘I can help thee to a wife with health enough, and young and beauteous’ of ‘Je suis en état de te procurer une femme assez bien pourvue de la fortune, jeune et belle’.
Bovendeert presenteert zijn boek als bedoeld ‘voor de jeugd’, maar daarmee maakt hij zijn doelgroep (jongeren die wereldliteratuur in het Heerlens willen lezen) wel wat klein. Bovendien is De feeks natuurlijk een van de lastiger teksten van Shakespeare: wat moeten we met een tekst waarvan de lol erin lijkt te bestaan dat een zelfstandig denkende vrouw door een man zo onder de duim wordt gebracht dat ze komt aandraven zodra hij haar maar laat roepen. Bovendeert heeft daar weliswaar de scherpste kantjes afgevijld, en hij laat Katharina niet aan het eind uitbarsten in een lofzang op de vrouw die zich aan haar man onderwerpt, maar haar in plaats daarvan zeggen dat je beter geen ruzie maken kunt, maar ik kan me voorstellen dat menige Heerlense jongere zich toch nog achter de oren krabt.
In plaats daarvan spat de taalliefde van het boekje af, en niet alleen voor ‘de jeugd’. Dat mensen zulke fraaie boekjes maken – Bovendeert stuurde het me deze zomer toe– ontroert me.
Geen libris… graag bestelinfo