Liftboy De deur viel schokkend uit de wand: en op de drempel van zijn sombre kooi stond de liftboy klein en kinderlijk mooi - zwijgend kwam ik bij hem staan, de motor zette zwoegend aan - … [Lees meer...] overGedicht: Willem ten Berge – Liftboy
20e eeuw
Ze is na zessen vrij
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (178) Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Lopende band Ze zegt: ‘Ik laat mijn haar knippen vanavond.’ (Ze is na zessen vrij.) In de cadans van mijn verslaafde handen, in de dans van bitterkoek en band, knik ik beamend. Ik vraag: ‘Door … [Lees meer...] overZe is na zessen vrij
Gedicht: Hein Boeken – 31 mei ’33
31 mei '33 Weer is voorbij der nachtegalen maand, Der meerelen, die van het leven zingen Toch in hun tongval tot beseffen dwingen Dat niets van al dit schoone is stille-staand, Dat alles is in gauwen gang vergaand. En bij het zien van al Mei's lieve dingen Was het mij niet of heen mijn krachten gingen? Heb 'k niet dees Mei mijn laatste maand gewaand? … [Lees meer...] overGedicht: Hein Boeken – 31 mei ’33
Ein Gedicht als ein Ding
Door Marc van Oostendorp Het is treurig dat jullie niet weten wie Ludwig Kunz (1900-1976) was. Zijn leven lang was hij bezig aandacht te vragen voor dichters voor wie er te weinig aandacht was. Nu is hij zelf vergeten. Het is daarom een daad van historische rechtvaardigheid dat er nu een bundel over hem verschenen is, onder redactie van de germaniste Els Andringa. Kunz, … [Lees meer...] overEin Gedicht als ein Ding
Gedicht: Jacob Israël de Haan – De jonge vogel
De jonge vogel Ik sliep niet meer: een jonge vogel floot, Mijn hart doordringend, en ontwakend zag Ik 't kalme kleuren van den klaren dag En vagen van het verre morgenrood. Wijl sterren bleekten zilverzacht en bleeker, Blies warme wind de morgennevels over, Luid juichend zong en hoog en klaar en zeker De jonge vogel in het wiegend loover. … [Lees meer...] overGedicht: Jacob Israël de Haan – De jonge vogel
Gedicht: Saul van Messel – Presumptief & Jodenhoek
presumptief een onvermoede dageraad had plotseling mijn droom gestaakt ik droomde dat ik sterven ging maar was uiteindelijk ontwaakt of droom ik nu dat ik nog leef terwijl ik stervend dromen bleef mij niet bewust van vroeg of laat in onvermoede dageraad … [Lees meer...] overGedicht: Saul van Messel – Presumptief & Jodenhoek
Gedicht: Margot Vos – Wie de pijnen mijdt…
• Margot Vos was een socialistische dichteres. Wie de pijnen mijdt... Wie de pijnen mijdt zal niet de liefde kennen; Waak op, blinde vrind, en verman uw vrees! Als een reiger zet uit met gestrekte pennen; Aan de levenswaat'ren uw ziel genees! Hadt ge licht noch leider? Zijn de wilde vogels Van het groot verlangen langs u heen gegaan? Hebt ge neergezeten in het … [Lees meer...] overGedicht: Margot Vos – Wie de pijnen mijdt…
Hoe zij een steentje uit haar schoenen haalt
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (177) Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Mei Een avond waarop oude mensen wandelen gaan, een heimwee achterna: hoe alles nu jong lijkt- terwijl hij naar zijn grote voeten kijkt, ziet zij een wolk boven de bomen staan en overweegt dat zij … [Lees meer...] overHoe zij een steentje uit haar schoenen haalt
Gedicht: Annie M.G. Schmidt – Aan een klein meisje
• Vandaag is het de sterfdag van Annie M.G. Schmidt. Aan een klein meisje Dit is het land, waar grote mensen wonen. Je hoeft er nog niet in: het is er boos. Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen, en altijd is er weer wat anders loos. En in dit land zijn alle avonturen hetzelfde, van een man en van een vrouw. En achter elke muur zijn an'dre muren en nooit een … [Lees meer...] overGedicht: Annie M.G. Schmidt – Aan een klein meisje
All-round onpraktischheid. Het leven en werk van Johan Andreas Dèr Mouw
Door Marc van Oostendorp De ik-persoon in het beroemdste sonnet van Johan Andreas dèr Mouw (1863-1919) is heel onhandig: hij kan niks in huis, hij moet alles aan 'haar' overlaten en als hij dan doet zegt zij "dat dat geen werk is voor een man". Gelukkig maar, denkt de lezer, dat hij die "onpraktischheid" compenseert met grote liefde voor die 'zij', fijn dat hij in ieder geval … [Lees meer...] overAll-round onpraktischheid. Het leven en werk van Johan Andreas Dèr Mouw
Gedicht: Annie M.G. Schmidt – Op een mooie pinksterdag
• Vandaag is het de verjaardag van Annie M.G. Schmidt. • Oeruitvoering 'Op een mooie pinksterdag' Op een mooie Pinksterdag Op een mooie Pinksterdag Als het even kon Liep ik met mijn dochter aan het handje in het parrekie Te kuieren in de zon Gingen madeliefjes plukken Eendjes voeren Eindeloos Kijk nou toch, je jurk wordt nat Je handjes vuil En papa boos … [Lees meer...] overGedicht: Annie M.G. Schmidt – Op een mooie pinksterdag
Dat ‘k tot op heden door blijf otteren.
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (176) Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp Zo zwalkt Nog steeds ben 'k er op 't kantje af doorgerold. Oorlog. Tb. Darmabces. Longontsteking. Als 'k maar tien jaar eerder geboren was lag ik al lang onder de groene zoden. Maar nee: … [Lees meer...] overDat ‘k tot op heden door blijf otteren.
Gedicht: Hendrik Marsman – Paul Robeson zingt
Paul Robeson zingt (vier stemmen en de stem van Christus) mijn hart is zwart mijn hart is rood mijn hart is hard mijn hart is dood maar ieder hart... mijn hart is dood! maar ieder hart... mijn hart is rood... maar ieder hart 't zij hard of … [Lees meer...] overGedicht: Hendrik Marsman – Paul Robeson zingt
Gedicht: Jaap Harten – De koffergrammofoon uit de hongerwinter
De koffergrammofoon uit de hongerwinter was het enige wapen dat ik had tegen het calvinisme van mijn inwonende tante die ouderwets zat te treuren of bladerde in haar krakende bijbel om ons jongens te troosten met een stichtelijk woord. Zij las: ‘Niets hebbende, alles bezittende’ (2 Cor. 6:10) en gluurde ondertussen naar de stamppot die mijn moeder van bieten had … [Lees meer...] overGedicht: Jaap Harten – De koffergrammofoon uit de hongerwinter
Gedicht: C. Buddingh’ – Top Naeff
Top Naeff Top Naeff* was mijn beroemdste stadgenote. Maar wat ze schreef, vond Du Perron maar niks. En ik dus ook. Pas in de oorlog kwam ik via mijn verzen toch met haar in contact. Misschien wel onze laatste ‘grande dame’. Zo af en toe vroeg ze mij op de thee. En toen 'k ziek thuis lag kwam ze mij opzoeken en bracht dan vaak een pakje boter mee. … [Lees meer...] overGedicht: C. Buddingh’ – Top Naeff
God zou de ziel vergodlijken door smart?
Door Marc van Oostendorp In het nawoord van zijn onlangs verschenen bloemlezing 'Mijn taalorkest' uit het werk van Johan Andreas Dèr Mouw wijst Jan Kuijper terecht op het vaak veronachtzaamde muzikale aspect van het werk van deze dichter, die juist vaak om zijn inhoud wordt geprezen. Kuijper wijst erop dat met Dèr Mouw eindelijk de saaie regelmaat uit de Nederlandse jambe … [Lees meer...] overGod zou de ziel vergodlijken door smart?
Gedicht: Gerrit Kouwenaar – Zomergedicht
Zomergedicht Van minder een stoel getimmerd, men gaat zitten onder een verbazingwekkend roerloze zon terwijl de dorpskinderen de vrede bezingen op hun blinkende brommers, terwijl de hemel ondiep is als water onder een roeiboot, terwijl men woorden laat drijven en zinken hoort men zich roepen, bloed valt uit de bomen men herkent zich, staat op om te … [Lees meer...] overGedicht: Gerrit Kouwenaar – Zomergedicht
Met taal gaat hij naar bed
Een geschiedenis van het Nederlands in 196 sonnetten (175) Het Nederlandse sonnet bestaat 453 jaar. Hoe is het de taal in die tijd vergaan? Door Marc van Oostendorp De taalsmid De klinker en de medeklinker zijn De weke onderbuik en het korset. Dichter is hij die, schijnbaar zonder pijn, Het vormeloze in de steigers zet. Zijn woorden, corpulent of slank van … [Lees meer...] overMet taal gaat hij naar bed
Gedicht: Nico Verhoeven – Na een natuurramp
Na een natuurramp Koel Karpathië bemint met handopsteken: zie, mijn lief, de nieuwe dageraad breekt baan, nu moet alles wat vannacht verschaald, breken; zie de dageraad, mijn lief, het is verkeken, zie de dageraad, mijn lief, het is gedaan. Drooggevallen is het water in de kreken, drooggevallen is de grond van dit bestaan, liefdes berg en dal zijn aan elkaar … [Lees meer...] overGedicht: Nico Verhoeven – Na een natuurramp
Met toe-eigening begon het verderf
Door Marc van Oostendorp "Natuurlijk," schrijft Jaap Goedegebuure op de laatste bladzijde van zijn recent verschenen Couperus Cahier, "je mag een schrijver nooit vereenzelvigen met zijn personage, zoals we braaf hebben geleerd toen we onze lessen in literatuur kregen". Het is een wat curieuze zin voor een emeritus hoogleraar in de literatuurwetenschap. Hoezo hebben we dat … [Lees meer...] overMet toe-eigening begon het verderf
Gedicht: Hélène Swarth – Meibloesems
Meibloesems O lang en bang was Liefdes Lijdensweek En droef haar dood aan Twijfels martelkruis! Maar prachtvol rees de Paasdag, met geruis Van engelvleuglen - en de schijndood week. Ik kwam getogen uit mijn donker huis, De lippen zwijgend en het aanschijn bleek, En stond bij 't graf en weende... en zie! daar bleek: Zij was verrezen uit haar dodenkluis. … [Lees meer...] overGedicht: Hélène Swarth – Meibloesems
Gedicht: J.A. dèr Mouw – Al wat ik dacht – geloofde je – was waar
• Pas verschenen: Mijn taalorkest, een ruime keuze uit de gedichten van J.A. dèr Mouw; samenstelling en nawoord door Jan Kuijper. Al wat ik dacht - geloofde je - was waar, en goed was alles - vond je - wat ik dee. At Merlin's feet the weary Vivien lay: jij zag in mij de Wijze Toovenaar, en 'k aaide, zelf al grijs, je roodblond haar, en 't leek dan, ik werd jong weer, … [Lees meer...] overGedicht: J.A. dèr Mouw – Al wat ik dacht – geloofde je – was waar
Gedicht: J.C. Bloem – Na de bevrijding
Na de bevrijding I Schoon en stralend is, gelijk toen, het voorjaar, Koud des morgens, maar als de dagen verder Opengaan, is de eeuwige lucht een wonder Voor de geredden. In ’t doorzichtig waas over al de brake Landen ploegen weder de trage paarden Als altijd, wijl nog de nabije verten Dreunen van oorlog. … [Lees meer...] overGedicht: J.C. Bloem – Na de bevrijding
Gedicht: Muus Jacobse – Het teken van het beest
Het teken van het beest Dit is geen zelfmoord van een gek, hij doet ook na zijn dood een volk zijn teken dragen: door duizend duizend in de dood te jagen sticht hij zijn eeuwig rijk van wraak, voorgoed gegrondvest op de mythe van het bloed. Een grond die eens bloed dronk blijft om bloed vragen en voedt de droom die tot het eind der dagen tot steeds nieuwe oorlogen … [Lees meer...] overGedicht: Muus Jacobse – Het teken van het beest
Gedicht: Muus Jacobse – In de schaduw van morgen
In de schaduw van morgen Voorop verscheen de leugenaar die hinkte, en achter hem marcheerden, dichtgedromd, de groenen en de grijzen, willoos, prompt zich dronken zingend aan bevolen flinkte. En daarachter weer, bruut en onvermomd, de beulen, de cipiers, die ons verminkten, neerdrukten in de modder der instincten, tot alle geest voorgoed zou zijn verstomd... … [Lees meer...] overGedicht: Muus Jacobse – In de schaduw van morgen