• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Een bekrompen leesstrategie

10 november 2003 door Marc van Oostendorp Reageer

Ik heb een bekrompen smaak op het gebied van de dichtkunst. Zo lees ik eigenlijk nooit buitenlandse dichters. Ik hou er niet van om gedichten in vertaling te lezen, en ik houd er ook niet van om gedichten te lezen in een taal die niet mijn moedertaal is. Maar mijn bekrompenheid gaat eigenlijk nog verder, merkte ik toen ik het onlangs verschenen Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen van Thomas Vaessens en Jos Joosten las. Zij bespreken daarin zeven ‘eigentijdse’ dichters. Van die zeven houd ik wel van Robert Anker, Arjan Duinker en Tonnus Oosterhoff, maar niet van Peter Holvoet-Hanssen, Dirk van Bastelaere, Erik Spinoy en Peter Verhelst. De eerste drie zijn Nederlanders, de laatste vier zijn Vlamingen. Houdt mijn poëtische nieuwsgierigheid op bij Wuustwezel?

Postmoderne poëzie heeft aan mijn voorkeur voor moderne Nederlanders boven moderne Vlamingen in ieder geval weinig kunnen veranderen. Het is een duidelijk en zakelijk geschreven boek waaruit ik veel geleerd heb over de verschillen tussen modernisme en postmodernisme, en vooral het werk van de dichters waar ik toch al van hield beter kan begrijpen en plaatsen.

Die zakelijkheid is groter dan in de vorige boeken die ik van Vaessens en Joosten gelezen heb. Dat blijkt al uit een vergelijking van de titel van dit boek met die van de eerdere boeken — ‘Circus Dubio & Schroom’ en ‘De verstoorde lezer’ van Vaessens, en ‘Onttachtiging’ van Joosten. Ik vind dat wel een prettige ontwikkeling in het werk van beide schrijvers, die verzakelijking.

De auteurs leggen helder uit hoe de postmodernisten modernistische ideeën zoals dat een tekst coherent moet zijn, ‘achter zich hebben gelaten’, dat zij ‘niet langer geloven dat’ een tekst de indruk moet geven van voltooidheid, of dat er de stem van een auteur in te horen moet zijn. Door die helderheid krijg je af en toe de indruk dat Vaessens en Joosten menen dat die postmodernisten het gelijk aan hun kant hebben met hun opvattingen. Het is in dat licht opvallend dat de tekst waarin dit alles wordt uitgelegd zo coherent is, zo voltooid, en af en toe ook de stem van de auteurs laat horen. Als Vaessens en Joosten al waarde zien in het postmodernistische procédé voor de dichtkunst, dan in ieder geval niet voor het letterkundige essay.

Dat laatste lijkt me maar goed ook, want mij lijken al die uitgangspunten hopeloos. Ik wil best geloven dat de eenheid van het individu of de eenheid van de tekst of de eenheid van de werkelijkheid allemaal ‘illusies’ zijn en dat de werkelijkheid een grote chaos is. Maar als dat allemaal zo is, dan kan het hele idee van ‘literatuur’ ook alleen maar een illusie zijn, en zie ik niet dat er een speciale reden is om een dichtbundel van, pakweg, Peter Holvoet-Hanssen ter hand te nemen. Het internet staat vol met incoherente, onoorspronkelijke, vrijwel auteurloze teksten, die bovendien allerlei aannames die je in het dagelijks leven maakt ’ter discussie stellen’ (een term die Vaessens en Joosten geregeld gebruiken), daar hoef je de boekwinkel niet voor binnen te stappen.

Waarom dus een postmoderne dichter lezen? Vaessens en Joosten beantwoorden deze vraag niet voldoende, in ieder geval niet voor mij. Ze gebruiken het begrip ‘leesstrategie’, en ze betogen uitgebreid dat een ‘modernistische’ leesstrategie niet volstaat om een postmodernistisch gedicht te lezen. Maar welke leesstrategie ik als eenvoudige lezer dan wel zou moeten volgen om een dichtbundel van Holvoet-Hanssen te kunnen waarderen, is mij na het lezen van Postmoderne poëzie niet duidelijk.

In hun epiloog schrijven de auteurs bijvoorbeeld: “We hebben het in dit boek steeds over leeswijzen gehad. Als afzetpunt schetsten we de moderne invalshoek, die teruggaat op de gedeelde beginselen van modernisme en New Criticism. De postmoderne lezer aanvaardt dat er open plekken (blijven) bestaan, en gaat ervan uit dat de dichter niet tevoren bewust betekenis in het gedicht legt.” Deze passage is (net als veel vergelijkbare passages) negatief geformuleerd: een postmodernistische ‘leesstrategie’ gaat niet uit van de modernistische veronderstellingen. Maar wat je dan moet doen om voldoende genoegen te beleven aan een tekst om hem ook helemaal te lezen, weet ik nog altijd niet.

Er zit in ieder geval iets heel paradoxaals in om een boekje te moeten kopen van een bepaalde dichter om je door die dichter te laten vertellen dat het dichterschap een illusie is, of dat de wereld incoherent is. Een mens heeft geen dichters nodig om tot die conclusie te komen, zou je denken. Het lijkt wel alsof je vooral postmodernistische poëzie moet lezen om te kunnen laten zien dat je niet meer in achterhaalde modernistische conventies gelooft. Alsof de postmoderne leesstrategie een ‘etiquetteregel’ is, waarmee je kunt laten zien dat je weet hoe het hoort, zoals Verdaasdonk (2002) zegt.

Daar zit wat mij betreft ook het verschil tussen de Vlaamse schrijvers die Vaessens en Joosten behandelen, en de Nederlanders. Bij de Nederlandse schrijvers is er, bij alle postmodernisme, nog wel wat over dat ik, verstokte modernist die ik kennelijk ben, kan begrijpen: bij Oosterhoff is er een interessant spel met vormen (zoals blijkt uit de bewegende gedichten op zijn website http://www.tonnusoosterhoff.nl/), bij Duinker is er een duidelijk navoelbare zinnelijkheid (‘Ik omhels je, dichtgeslibde haven./ Ik omhels je, kalme steen./ Voel mijn naaktheid.’), en in de bundel die Vaessens en Joosten van Anker bespreken (‘Goede manieren’) is wel degelijk sprake van een determineerbare inhoud, zonder al te veel ‘open plekken’. Om het werk van de Vlaamse dichters te verklaren, moeten Vaessens en Joosten veel meer verwijzen naar het filosofische werk van postmodernistische denkers als Barthes en Derrida. Ik zie weinig in die denkers, en dus weet ik niet wat ik met de dichters aanmoet. En omdat ik nu eenmaal geen ‘professionele lezer’ ben, maar alleen maar voor mijn plezier lees, laat ik uiteindelijk teksten waarmee ik me geen raad weet, maar terzijde. Als ik graag fragmentarische teksten wil lezen, tik ik wel ‘oehoeboeroe’ in bij Google.

Met die laatste gedachte troost ik me maar. Ik houd heus veel van Vlaamse schrijvers en dichters, als het maar degelijke modernisten zijn zoals Boon of Claus of Lanoye. Vlaamse dichters als Holvoet-Hanssen zijn de verkeerde weg ingeslagen, door teksten te gaan schrijven waarvan niemand tot nu toe heeft weten uit te leggen waarom je ze zou moeten lezen. Het wachten is alleen maar op de postpostmoderne poëzie, zodat ik ook weer mijn horizon kan verruimen tot in ieder geval él;én buurland.

Marc van Oostendorp, http://www.vanoostendorp.nl
Met dank aan Thomas Vaessens.

Literatuur
Vaessens, Thomas, en Jos Joosten. 2003. Postmoderne poëzie in Nederland en Vlaanderen. Vantilt, Nijmegen.
Verdaasdonk, Hugo. 2002. Etiquette-regels voor de analyse van literatuur. Neerlandistiek.nl 02.04, naschrift 2. (https://neerlandistiek.nl/02/04/naschrift2.html)

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, literatuurgeschiedenis, literatuurwetenschap, postmodernisme, recensies

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jac. van Hattum • Geboorteplaats

En welke reis hij aanwees op de kaart
en over grenzen trok of buitengaats;
zijn vinger wees dat dorpje aan de vaart:
dit was zijn jeugd; dit zijn geboorteplaats.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OP EEN AFGEWEZEN HARING

Nee, haring moet je maar niet eten,
op zeebanket rust een bezwaar,
dan krijg je van die gekke dromen
met rare lintjes in het haar.

Bron: Barbarber, december 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

11 juni 2025

➔ Lees meer
23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

4 juni 2025

➔ Lees meer
2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1973 Leendert van Dis
2020 Flip G. Droste
➔ Neerlandicikalender

Media

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

10 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Taal doe je samen

Taal doe je samen

9 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d