Het leek me gisteren ineens hoog tijd om Lucebert eens in het Latijn te vertalen. Volgens Piet Gerbrandy kende hij weliswaar geen Latijn, maar zijn naam is toch niet voor niets voor de helft (luce) voor de helft Romaans! Arnon Grunberg betoogde vorige week dat we meer gedichten uit ons hoofd moeten leren – om te beginnen Aan Rika van Piet Paaltjens.
Nu is er ook een andere manier om intiem vertrouwd te raken met een gedicht: door het te vertalen. Ook van Paaltjens’ werk zijn ooit vertalingen in het Latijn gemaakt.
Ik maakte het mij makkelijk en begon met het openingsgedicht uit apocrief / de analphabetische naam:
ego
mihi
ego
mihi
mihi
ego
mihi
ego
ego
ego
meum
meum
meum
ego
Hoe simpel het gedicht ook is, als je het in het Latijn vertaalt, moet je ineens keuzen maken: is mij een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp. Mij (!) leek dat laatste beter: Ik / voor mij / ik /voor mij. En ook voor mijn moet je kiezen: mannelijk of vrouwelijk? Mannelijk leek me neutraler.
Het voordeel van dat sonnet is dat het kort genoeg is om op Twitter te zetten. Het nadeel daarvan is dat allerlei mensen het meelezen, en je beginnen uit te dagen. Dus waagde ik mij aan iets veel moeilijkers: ‘overhandig mij brekend’ uit de amsterdamse school:
dona mihi rvmpens
florem tvvm immensvm oscvlvm
de v et de a tvvm stat spativm
anhelitv meo satvratvm
enim est corpvs mevm
halitvs svrrectioqve
et vox mea lascivit motaqve pendit in avra
sicvt arbor opaca ad fontem
exavdi pvlsationem tvvm manibvs tvis
omnivm tenebrvm in solis svm
centvrio amplexvs svm
in nubibvs svm indicivm
U hoeft mij niet te vertellen hoe onvolmaakt mijn Latijn is, al hoor ik wel graag wat er nog concreet verbeterd kan worden (bijvoorbeeld in het reactiepaneel hieronder). In ieder geval viel me tijdens het vertalen op hoeveel Latijn er in dit (echt willekeurige, want alleen maar door een toevallige Twitteraar als lievelingsgedicht aangewezen) gedicht al zit. Die honderdman, is een centurio.
Maar vooral heb ik hierboven twee keer teruggegrepen op Ovidius. Ik verklap er een: ik kon me niet goed voorstellen wat klapwieken in het Latijn is, maar me wel herinneren dat Icarus klapwiekte: motaqve pendit in avra komt daarom afgezien van de werkwoordstijd letterlijk van Ovidius. En eigenlijk zijn klapwiekende stemmen en bomen, dolzinnig drijvende darren en wolken met wenken ook heel wel thuis in het universum van Ovidius.
Het betekent waarschijnlijk niets, ik geloof niet dat ik nu een literatuurwetenschappelijke ontdekking van jewelste heb gedaan – maar het zette voor mij het werk van Lucebert wel even in een ander licht.
Jaap Engelsman zegt
Beste Marc, een mooi project! Je schrijft: 'Ook van Paaltjens' werk zijn ooit vertalingen in het Latijn gemaakt.' Wij hadden vroeger thuis een editie van 'Snikken en Grimlachjes' met ook een aantal Latijnse versies; ik heb altijd aangenomen dat HaverSchmidt die zelf had vervaardigd.
Jaap Engelsman
Marc van Oostendorp zegt
Beste Jaap, Bij mijn weten werden die vertalingen gemaakt door vrienden! http://www.dbnl.org/tekst/have010snik03_01/