• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Geil in de U-bocht

12 augustus 2012 door Marc van Oostendorp 9 Reacties

Christelijke huisvrouwen geilen op hun eigen echtgenoot, had er in juli in NRC Handelsblad gestaan. Een lezer had zich daaraan gestoord en de ‘ombudsman’ van de krant, Sjoerd de Jong, schreef er daarom gisteren een stukje over (Opiniebijlage, pagina 25).

De Jong rekent in zijn stukje voor dat het gebruik van het woord geil in de krant de afgelopen decennia een beetje is gestegen – al is zijn empirische basis daarvoor een beetje wankel (in de eerste helft van 1992 stond het woord twee keer in de krant, in de eerste helft van 2002 elf keer, en in de eerste helft van dit jaar weer elf keer). Dan volgt een bespiegeling over de verruwing van het taalgebruik in de hele samenleving en het probleem van de journalist die aan de ene kant niet te nuffig wil doen, maar aan de andere kant ook geen opzichtige ‘straattaal’ gebruiken. De Jong noemt dat laatste ‘een burgerlijke vorm van antiburgerlijkheid’.

Eén ding meldt De Jong niet: behalve straattaal is geil ook een keurig woord (in de gewenste betekenis) dat we al bij Vondel en in zestiende-eeuwse vertalingen van de bijbel tegenkomen.
In De helden Godes des Ouden Verbonds schrijft Vondel (in een passage over Sodom en Gomorra):

Twee gasten, die, gedaald van ’t Hemelsche gebouw,
Verblindden ’t geil geboefte als ’t haar misbruiken wou.

En in de deftige Deux Aes Bijbel uit 1562 heeft de geleerde commentator het over ‘de gijlende vrouwe‘. 
We kunnen Vondel of die bijbelcommentator toch moeilijk verdenken van antiburgerlijkheid of pogingen om straattaal te gebruiken. Het woord moet in de zestiende en zeventiende eeuw weinig opzienbarend zijn geweest, laat staan dat het aanleiding gaf tot ingezonden brieven. 

Aan de andere kant schreef de dienstdoende redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal in 1877 (over het werkwoord geilen):

In toepassing op menschen in de beschaafde spreek- en schrijftaal niet meer in gebruik.

Het woord maakt dus een wonderlijke U-bocht in zijn aanvaardbaarheid: voor Vondel was het een gewoon woord, in de 19e eeuw was het dat niet meer, en langzaam maar zeker begint het weer gewoon te worden.

Je kunt je afvragen hoe dat komt.  Er is een verschil tussen pakweg kut en lul aan de ene kant en geil aan de andere kant. (De Jong lijkt dat verschil niet op te merken, maar wil het eerste woord niet voluit schrijven, en noemt het in zijn angst voor antiburgerlijkheid op zijn Amerikaans een ‘drieletterwoord dat begint met k‘.) Het verschil is dat er voor geil geen neutraal of deftiger alternatief bestaat. Je moet het doen met omslachtige omschrijvingen zoals zin hebben of veroorzaken in seks.

Mij lijkt die afkeer van geil dan ook geen pure taalkwestie, maar vooral een verandering in houding tegenover seksualiteit: in de puriteinse tijden van de WNT-redacteur raakte het woord in onbruik, eenvoudigweg omdat men niet over seksuele gevoelens schreef. Nu men er wel weer over kan schrijven of spreken, moet men natuurlijk ook de bijbehorende woorden gebruiken. Degenen die er boos om worden, ergeren zich niet zozeer aan het woord geil, maar vinden dat het gevoel dat erbij hoort niet in het openbaar mag worden besproken.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 16e eeuw, 17e eeuw, straattaal, taalgebruik, taalgeschiedenis, Vondel

Lees Interacties

Reacties

  1. Harry Perton zegt

    12 augustus 2012 om 10:06

    Toen ik het woord geil voor het eerst in een oude tekst tegenkwam, keek ik ook vreemd op. In de 18e eeuw wordt het voornamelijk gebezigd voor land of grond. Geil heeft dan voornamelijk de betekenis van: zeer vruchtbaar.

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    12 augustus 2012 om 10:37

    Interessant, ja! Die betekenis lijkt me dan weer helemaal verdwenen. Wat een bewegelijk woord!

    Beantwoorden
  3. Rogier Bos zegt

    12 augustus 2012 om 11:18

    De duitsers hebben minder moeite met het woord: ze spreken over een leuke picnic als ' dass ist doch geil' waarmee ze niks meer bedoelen te zeggen als 'dat is toch heel erg leuk'!

    Beantwoorden
  4. Ingmar Roerdinkholder zegt

    12 augustus 2012 om 12:45

    Affengeil ja!

    Beantwoorden
  5. Willem Kuiper zegt

    12 augustus 2012 om 14:50

    In dit soort gevallen is het altijd de moeite waard om het Middelnederlandsch Woordenboek te raadplegen – daarin vind je ook de betekenis ‘vruchtbaarheid’ (s.v. VRUCHTBAERHEIT) al:

    GEIL (geel), bnw. Ohd. geil, keil; mhd. mnd. de. hd. geil; ags. gâl; osa. gêl; ndl. geil (Ndl. Wdb. 904); got. *gails, uit gailjan op te maken.
    1) Vroolijk, lustig, in goeden zin. Van personen en van de gemoedsstemming. || God geve hem heil met vruechden geil wie metten vrauwen hoven, OVl. Lied. e. G. 123, 22. — Zie ook Ndl. Wdb. op gala en galant, en vgl. de aan denzelfden stam ontsproten fransche woorden galant, regaler, gaillard en galon.
    2) Weelderig, dartel, wellustig, wulpsch, in ongunstigen zin. || Kasteie dinen lichame, alse hi te geel es, ende dwengene met arbeide, ende slagene vaste, ont hi kent, dat hi der selen knegt is, Limb. Serm. 102a. — Vgl. ook geilicheit.
    3) Met eene bep. met op. Belust op. || Uten vier ambachten wasser een deel, die optie Vranken waren geel (die op de Franschen los wilden stormen, fr. qui en voulurent aux Français), Velth. IV, 32, 22. Vgl. onze uitdr. op iets geilen (Ndl. Wdb. 909) en vooral boven galen.

    Beantwoorden
  6. Marc van Oostendorp zegt

    12 augustus 2012 om 19:29

    Interessant is in dit verband natuurlijk ook het etymologische verband met gala, galant, regaler, enz. waarop hier gewezen wordt. Wat een woord!

    Beantwoorden
  7. Jenny Mateboer zegt

    13 augustus 2012 om 08:41

    Een (dialect?)variant ken ik van mijn schoonmoeder (84), opgegroeid op een boerderij onder Ouderkerk a d Amstel.
    Zij gebruikt 'geil' voor een plant die te weinig licht heeft gehad en daardoor lang en sprietig is, met wat armzalige ver uit elkaar staande blaadjes.

    Beantwoorden
  8. Anoniem zegt

    13 augustus 2012 om 11:53

    Naast bovenstaande betekenissen wordt 'geil' in het Fries nog steeds gebruikt voor 'vet': geil spek. Ook voor een weersgesteldheid: een 'geile loft' wanneer er onweer op komst is. In het Wurdboek fan de Fryske Taal wordt 'geil' aldus omschreven: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb;=WFT&id;=32310&lemmodern;=geil

    Beantwoorden
  9. Henk zegt

    26 augustus 2012 om 16:13

    In het Nederlands misschien wel, maar in het Fries wordt grond of klei nog wel "geil" genoemd als het vruchtbaar is.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jacob Winkler Prins • Volle maan

Visschermeisjes waden langzaam mee:
Voeten scheemren onder donkere rokken
En weerspieglen in de blanke ree!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

NON VOYAGE

Het vermoeiende van reizen is het verdringen van het meemaken.

Bron: Barbarber, december 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

17 juni 2025

➔ Lees meer
10 oktober 2025: De dag van de biografie 

10 oktober 2025: De dag van de biografie 

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1988 Cornelia Brinkman
1999 Antonin van Elslander
➔ Neerlandicikalender

Media

De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

10 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d