Er is een ‘stijlfout’ die Tante Betje of de tantebetjeconstructie heet. Ik kan nooit onthouden wat die fout ook weer precies is. Dat komt natuurlijk doordat de naam niets te maken heeft met wat de fout feitelijk is. (Tante Betje zou een tante zijn geweest van de taalpurist Charivarius, en zij zou de desbetreffende fout vaak hebben gemaakt.)
Opzoeken is makkelijk: de Taaladviesdienst geeft een uitgebreide uitleg. (Het gaat over samengestelde zinnen waarin de subjectsinversie niet helemaal parallel loopt: we gaan nu naar huis en komen we op tijd weer aan). Maar die ‘officiële’ uitleg is misschien wel de minst interessante.
Ik ben niet de enige die het niet precies kan onthouden. Op Schrijven.org begint een Majanne een discussie over het onderwerp en noemt als voorbeeld ‘hier zet men koffie en over‘. Dat is iets heel anders. In een recente column gebruikt de journalist Max Pam het woord zelfs voor iets dat geen duidelijk verband met grammatica heeft:
Een rommelig huis brengt rommelig denkende mensen voort. Dat is zo’n eenvoudig inzicht waar je blij van wordt. Je kunt tegen de kinderen zeggen: hé, ruim jij je kamer eens op, of wil je eeuwig dom blijven?”. Voor de handliggende Tante Betjes waarin mensen graag geloven.
Hierin betekent ‘Tante Betje” dus zoveel als ‘gemeenplaats’. Ik kan geen andere vindplaatsen voor deze betekenis vinden.
Wel blijken er in de Jordaan mensen rond te lopen die zich afvragen “wie Tante Betje ook weer was” en het antwoord daarop blijkt niet per se te zijn ‘de tante van Charivarius’ maar ook ‘een import Jordanese die weigerde haar Groningse tongval af te leren’. Bovendien blijkt een Tante Betje ook nog eens de naamgeefster te zijn van een in de Jordaan uitgevonden wasbaar koffiefilter. Voor zover ik kan zien is er geen reden om te denken dat deze dame een Groningse tongval had.
Verder blijkt Tante Betje ook nog te figureren in een toneelstukje (Melati van Java) uit 1901 (vóór Charivarius), de naam te zijn van een kwekerij in Aalsmeer alsmede van een gastouderbureau, en in 1938 een vrouw te zijn geweest die “wied en zied” bekend stond “in t Grunneger Westerwolle“.
Dat is allemaal op zijn minst opmerkelijk. Waarom is Betje zo’n populaire naam voor tantes? Het ligt natuurlijk lekker in het gehoor, die twee trocheeën (tada tada: tante Betje). Volgens de voornamenbank is de naam bovendien van 1900 tot ongeveer 1970 continu in verval geweest – het aantal meisjes dat bij de geboorte zo genoemd werd nam gestaag af en sinds 1970 wordt hij echt bijna niet meer gegeven. Dat betekent dat minstens honderd jaar lang voor iedereen gold dat hij meer oude vrouwen kende die de naam droegen dan jongere. Het is dus een naam die ouderwetsheid bijna een eeuwlang ingeprent gekregen heeft. Een ideale naam voor vrouwen die wasbare koffiefilters aan de man moeten brengen, of stijlfouten moeten definiëren.
Laura Jacobs zegt
Kom op, meneer Van Oostendorp, niet sentimenteel worden. Gewoon doorschrijven!
Jenny Mateboer zegt
Tante Betje figureerde ook in verschillende kinderversjes ['Goedenavond tante Betje, goedenavond oom Jan']. Belangrijk voor de populariteit van de naam was vast ook de tante Betje uit Janus Tulp, een blijspel van Justus van Maurik dat eind 19e eeuw zeer veel werd opgevoerd.
Anoniem zegt
In West-Friesland (N-H)zeggen ze vaak: Ik ga(an) naar Tante Betje. dat betekent: Ik ga naar de wc.
Maarten van der Meer zegt
Tante betje is voor mijn gevoel een spookfout: je leest er vaak over maar kom je het ooit in het wild tegen? Ik niet.
plaatsman zegt
Er zijn ook wel jeugdige Betjes geweest. In De Graaf van Weet-ik-veel (1957) wijdt Annie M.G. Schmidt een gedicht aan "Babbelbetje", 'n meisje dat haar mond maar niet kan houden. Neem een voorbeeld aan haar en blijf babbelen, ook na vandaag elke dag!
Andre Engels zegt
Het zou kunnen zijn dat het in Charivarius' tijd wel voorkwam; uit die tijd ontbreekt voldoende materiaal om een uitspraak te doen, maar in elk geval sinds midden vorige eeuw hebben tantebetjes een aan nul grenzende zeldzaamheid – althans dat is wat ik me op dit punt heb laten vertellen.
Gaston Dorren zegt
Als eindredacteur kan ik beamen dat ik maar heel zelden een tante betje hoef te verbeteren.
Vilan van de Loo zegt
Bij de romanschrijfster Melati van Java is deze Tante Betje een Indische vrouw van een zekere leeftijd met een grote kennis van geneeskrachtige kruiden. Ook heefr ze veel mensenkennis. Lees het zelf: http://www.leestrommel.nl/tante_b/index.html/ Waarschijnlijk is deze mevrouw Harders (zoals ze eigenlijk heet) gemodelleerd naar de Indische kruidengeneeskundige mevrouw Kloppenburg-Versteegh.
E. Vroege zegt
"Volgens de voornamenbank is de naam bovendien van 1900 tot ongeveer 1970 continu in verval geweest – het aantal meisjes dat bij de geboorte zo genoemd werd nam gestaag af en sinds 1970 wordt hij echt bijna niet meer gegeven."
Dat is misleidend, want 'Betje' als officiële voornaam is altijd al behoorlijk zeldzaam geweest (41 geboorten in 1880 is ook al niet veel); het is eerder een roepnaam. De meeste 'tante Betjes' zullen dan ook officieel 'Elisabeth' hebben geheten (1654 geboorten in 1880, stijgend tot een hoogtepunt van 3729 geboorten in 1946 en daarna weer dalend tot 141 geboorten in 2011). Die naam is pas sinds 1960 echt 'in verval' geraakt, en van 'zeldzaam' kun je nog steeds niet echt spreken, ook al komt-ie nu veel minder voor dat in de hoogtijdagen.
Je zou eigenlijk willen weten hoe vaak 'Betje' als roepnaam gebruikt is door de jaren heen, maar helaas geeft de databank van het Meertens Instituut geen informatie over roepnamen.