Door Marc van Oostendorp
[ø] De [ø] maak je door je lippen te ronden en de achterkant van je tong op te tillen – zoals je doet bij de [y], maar met de tong wat minder hoog.
Een van de wonderlijkste en mooiste eigenschappen van de Nederlandse [ø] is dat we hem spellen met eu. Dat is een goede manier van schrijven, wanneer je de theorie volgt die stelt dat klinkers als kleuren zijn.
Je kunt de Nederlandse klinkers (behalve sjwa) op de volgende manier in een zogenoemde klinkerdriehoek tekenen. Ik gebruik nu even de Nederlandse ortografie, en maak alles wat symmetrischer dan het is.
Je kunt deze figuur zien als een schematische weergave van de mondholte. Stel je voor dat we iemands hoofd precies doormidden zagen, zodat er twee helften komen met ieder een oog en een neusgat. De ie zeg je met je tong helemaal vooraan in de mond, de oe met de tong achter in de mond en de aa met de tong onder in de mond.
Die drie klinkers zijn de primaire klinkers, ongeveer zoals rood, blauw en geel de primaire kleuren zijn. Alle andere klinkers kun je zien als mengvormen van die drie. De ee is een mengeling van ie en aa: de tong is niet zo hoog opgetild als bij de ie maar ligt ook niet zo plat onderin als bij de aa. De i (van pit) is ook een mengeling van ie en aa, maar met wat meer ie dan aa. Je kunt dat eventueel ook zo opschrijven:
i = ie ^ aa
ee = ie ^ aa
e = ie ^ aa
Het onderstrepen geeft aan dat een bepaalde primaire klinker dominant is in de verbinding die ze aangaan. Roodpaars zou je dus kunnen schrijven als rood ^ blauw.
Op dezelfde manier is de uu een combinatie van ie en oe: de tong gaat ongeveer naar voren zoals bij de ie, maar dat effect wordt om mechanische redenen teniet gedaan doordat de lippen gerond worden zoals bij de oe.
In onze figuur staat de eu in het midden. De eu is in zekere zin de meest ingewikkelde klinker, de combinatie van alle drie de elementen:
eu = ie ^ oe ^ aa
Nu kun je ie^aa schrijven als e(e) en de ie^oe als u. De combinatie van al deze klinkers is dus eu. Dat is helemaal niet zo’n gekke spelling.
Ik houd op een aparte pagina bij welke klanken ik inmiddels behandeld heb in de Klankencyclopedie.
Het lijkt me vreemd dat o (/ɔ/) dichter bij de oe zou zitten dan bij de a (/α/). Al in de 'cardinal vowels' van Daniel Jones was /ɔ/ halfopen, en dichter bij /α/.