Door Marc van Oostendorp
Ruim een jaar geleden schreef ik al eens over ons onderzoekje naar de klemtoon in doodziek en zeeziek. In het laatste bijvoeglijk naamwoord ligt de klemtoon onveranderlijk op het eerste lid (dat geef ik aan met onderstreping):
– Het kind is zeeziek.
– Het zeezieke kind ligt in bed.
Maar bij doodziek is dat anders. Daar ligt de klemtoon soms op het eerste lid en soms op het tweede:
– Het kind is doodziek.
– Het doodzieke kind ligt in bed.
Het werkt vooral wanneer het eerste lid het tweede versterkt: een doodziek kind is heel ziek. Sterker nog bij constructies met versterkers als heel en erg werkt het ook:
– Het kind is heel ziek.
– Het heel zieke kind ligt nog niet in bed.
Voor de duidelijkheid: je kunt op ieder woord in een willekeurige zin klemtoon leggen. Je kunt bijvoorbeeld best zeggen het heel zieke kind ligt in bed, maar dat kun je eigenlijk alleen in bijzondere omstandigheden doen, bijvoorbeeld als iemand anders heeft gevraagd: ‘Ligt het heel vrolijke kind in bed?’ Wij zijn geïnteresseerd in neutrale klemtoon, als je antwoord moet geven op de vraag ‘Wat is er aan de hand?’ In dat geval is het enige goede klemtoonpatroon het heel zieke kind.
Waarom dat zo is, weten we niet. We hadden ruim een jaar geleden wel een soort verklaring, maar die is inmiddels in duigen gevallen. Een probleem daarbij is dat het heel moeilijk vast te stellen is waar de klemtoon nu precies ligt. En daarvoor hebben we eigenlijk uw hulp nodig. Kunt u voor de volgende zinnen weergeven of u relatief meer klemtoon legt op dood of op ziek? (En dat dan dus als antwoord op de vraag ‘Wat is er aan de hand?’) U kunt uw antwoorden in het commentaarveld geven of anders aan de redactie mailen (redactie.nederl@gmail.com). Er zijn geen goede antwoorden; er zijn voorbeelden waarover ik erg twijfel en de ene keer iets anders denk dan de ander. Dank u wel!
1. – Het kind is doodziek.
2. – Het doodzieke kind sliep.
3. – Het kind lag doodziek op straat.
4. – Het kind is doodziek naar school gegaan.
5. – Het kind is doodziek gemaakt.
6. – Het kind id doodziek geworden.
7. – Ik heb hem vandaag voor het eerst doodziek gezien.
8. – Ik heb gehoord dat hij doodziek zou zijn geworden.
Greet zegt
Klemtoon op dood: 1 – 2 – 3 – 4 – 6 – 8.
Klemtoon op ziek: 5 – 7.
plaatsman zegt
Klemtoon op dood: 2, 3, 4
Klemtoon op ziek: 1, 5, 6, 7, 8
Niet alle zinnen voelen even natuurlijk. Maar in ieder geval zou ik zeggen: "ik word daar doodzíek van!" Bij zin 6 ligt de klemtoon voor mij hetzelfde als in die uitroep.
Niels zegt
Klemtoon op dood: 1, 2, 3, 4, 6, 8
Klemtoon op ziek: 5, 7
Ik heb niet vooraf bij reacties gekeken. De overeenkomst met Greet (reactie 1) is onafhankelijk. Ik vraag me wel af of ik anders zou hebben geantwoord als ik vooraf de uitleg niet had gekregen.
Joke Kalisvaart zegt
Zonder naar andere reacties te kijken:
Klemtoon op dood: 2, 3, 4
Klemtoon op ziek: 1, 5, 6, 7, 8
Tim de Goede zegt
Klemtoon op dood: 2, 3, 4
Klemtoon op ziek: 1, 5, 6, 7, 8
Ik heb hardop voorgelezen, en dit was de uitkomst. Opmerkelijk genoeg zijn er blijkbaar ook anderen die deze uitslag hebben. In sommige gevallen verleng ik overigens de oo in dood (met name in zin 6), maar de klemtoon ligt niettemin duidelijk op 'ziek'. Zin 7 komt onnatuurlijk over.
plaatsman zegt
Wat Tim zegt, dat doe ik ook, ik verleng "dood" en hou tóch de klemtoon op "ziek". Dat is best eigenaardig, want meestal is er in het Nederlands een duidelijk verband tussen lengte en klemtoon.
Het opvallendst is wel de tweedeling hier, er bestaan blijkbaar twee interpretaties, zonder tussenweg. Is die deling regionaal? Misschien is het interessant om te weten waar ieder van ons vandaan komt. Zelf kom ik uit het noorden van Noord-Holland, ik woon tegenwoordig in Alkmaar.
Hoe dan ook lijkt meer onderzoek me noodzakelijk.
Herman Callens zegt
Klemtoon op -ziek: 1, 5 , 6 , 7, 8
Klemtoon op dood-: 2, 3, 4,
Ik twijfel (het meest) bij 7, daar lijken beide mogelijkheden ongeveer even 'natuurlijk'.
Ton van Berkel zegt
In eerste instantie "spontaan" lezend lag bij mij de klemtoon in de acht zinnen op "dood-".
Me enigszins forcerend om te zien of de klemtoon op "-ziek" ook wilde lukken, kwamen voor die optie de zinnen 1, 6 en 8 in aanmerking.
Met allerlei omstandigheden erbij bedenkend zou "-ziek" ook nog beklemtoond kunnen worden in de zinnen als 2 (bv. Het doodzieke kind sliep, het doodvermoeide nog niet), 3 (Je zou verwachten dat het kind thuis ziek in bed lag, maar nee, het kind lag doodziek op straat) enzovoort, maar een "verhaaltje" eromheen bedenken, dat zal de bedoeling niet zijn.
Joke Kalisvaart zegt
Ik had dezelfde klemtonen, maar ik kom uit een heel andere hoek van het land: Zuid-Gelderland, even ten westen van Nijmegen.