De meeste Nederlanders leren vanaf hun geboorte Nederlands en gebruiken die taal de rest van hun leven. Meestal leren we er later nog een taal erbij, zoals Engels, Frans of Duits. Hoewel de meesten van ons één moedertaal kunnen aanwijzen, is dit soort meertaligheid wereldwijd de standaard: in veel landen leren kinderen zelfs vanaf hun geboorte al twee of meer talen. Meertaligheid is in de laatste jaren steeds meer een issue geworden, niet alleen door immigratie, maar ook door een groeiende rol van het Engels, dat kinderen steeds vroeger kunnen (en moeten?) leren. Hoe we omgaan met deze meertaligheid wordt zo een grote uitdaging voor politiek en cultuur. Waarderen we talige en culturele diversiteit of streven we omwille van ‘verstaanbaarheid’ juist naar eenheid?
Nederland heeft één provincie die officieel meertalig is: Friesland (of Fryslân). De provincie neemt die status serieus en heeft de afgelopen jaren ingezet op meertaligheid als onderdeel van de Friese kennisagenda. Voorlopig hoogtepunt hiervan is de start vorige week van een nieuwe masteropleiding Multilingualism aan de University Campus Fryslân in Leeuwarden, een samenwerkingsverband tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.
Ter gelegenheid van de start van deze nieuwe master wordt a.s. donderdag en vrijdag een congres over meertaligheid georganiseerd.
Naast een wetenschappelijk deel bestaat het congres ook uit een viertal voor het algemeen publiek toegankelijke debatten, waarin acht wetenschappers, allen wereldtoppers op het terrein van meertaligheid, met elkaar in discussie gaan.
Bepaalt onze taal ons denken?Het eerste debat gaat over de vraag of mensen die een andere taal spreken ook de wereld op een andere manier bekijken. De laatste tijd is er nogal wat media-aandacht geweest voor deze vraag. Zo zouden sprekers van talen met een aparte toekomende tijd beter over de toekomst kunnen nadenken dan sprekers van talen zonder zo’n toekomende tijd, zoals het Nederlands, en daarom zouden ze meer gespaard hebben en niet zo erg getroffen zijn door de financiële crisis. Psycholinguïst Guillaume Thierry gaat over dit soort kwesties in debat met Geoff Pullum, auteur van o.a. “The Great Eskimo Vocabulary Hoax”.
Is taal aangeboren of aangeleerd?Het tweede debat op donderdag gaat in op een nog diepere vraag: is taal een aangeboren menselijke eigenschap, en zo ja, welke aspecten van taal zijn aangeboren en wat is aangeleerd? In de korte cursus syntactische theorie op Neder-L vorige maand viel te lezen dat volgens Noam Chomsky het definiërende aspect van menselijke taal is dat structuren tot in het oneindige kunnen worden samengevoegd (“recursie”). De Britse syntacticus Ian Roberts zal dit standpunt verdedigen tegenover Daniel Everett, een Amerikaanse taalkundige die na veldwerk tot de conclusie is gekomen dat recursie geen universele eigenschap is van menselijke taal. De Pirahã, een Braziliaanse indianenstam waar Everett jarenlang onderzoek heeft gedaan, gebruiken namelijk geen recursie.
Is meertaligheid een houdbare situatie?De twee debatten op vrijdag hebben een meer sociologische dan theoretische inslag, en gaan over de rol van meertaligheid in de moderne samenleving. In het eerste debat gaan Tove Skutnabb-Kangas en Sue Wright in debat over de vraag of meertaligheid een langdurig houdbare situatie is. Als een taalgemeenschap eenmaal is begonnen zijn taal op te geven, valt er dan nog wel wat aan te doen? En als alle Friezen ook Nederlands spreken, is er dan nog hoop voor het Fries? Skutnabb-Kangas is een fervent voorvechtster van de rechten van minderheidstalen, terwijl Wright, een expert op het gebied van taalpolitiek en minderheidstalen in de EU, een wat pragmatischer beeld zal schetsen.
Heeft taalpolitiek wel zin?Het laatste debat borduurt door op deze vraag, maar verlegt de focus van de taalgemeenschap naar de rol van de overheid. Kan de overheid door een gerichte taalpolitiek de rol van minderheidstalen versterken en ze voor uitsterven behoeden? Robert Phillipson vindt van wel. Hij vergelijkt de obsessie met het Engels in de wereld met een monster van Frankenstein en waarschuwt voor culturele uniformiteit en Amerikaanse overheersing. Zijn opponent is de Amsterdamse socioloog Abram de Swaan, die vindt dat we culturele en taalkundige ontwikkelingen hun gang moeten laten gaan. Welk recht hebben wij om zulke ontwikkelingen tegen te gaan?
De debatten vinden plaats in Stadsschouwburg de Harmonie, Ruiterskwartier 4 in Leeuwarden, en zijn gratis toegankelijk. Voor de precieze tijden en meer informatie, zie de website van het congres: http://
Cultureel festivalAfgelopen vrijdag is Leeuwarden verkozen tot Europese Culturele Hoofdstad in 2018. Naast de wetenschap besteedt ook de culturele sector deze week aandacht aan meertaligheid. Op donderdagavond is er keus uit muziek, theater, literatuur en film (de Noorse film “De Kautokeino-opstand” over de Saami, een minderheidsgroep in Noorwegen). Zie http://
Meertaligheid: de sleuteldebatten
Door Remco Knooihuizen
Mirjam zegt
Kleine opmerking: "Zo zouden sprekers van talen met een aparte toekomende tijd beter over de toekomst kunnen nadenken dan sprekers van talen zonder zo'n toekomende tijd, zoals het Nederlands, en daarom zouden ze meer gespaard hebben en niet zo erg getroffen zijn door de financiële crisis."
Volgens mij was het juist andersom: sprekers van talen met een aparte vorm voor de toekomst zouden juist minder sparen, omdat door de aparte vorm de mentale afstand tussen nu en straks groter zou zijn, wat anticiperend handelen in de tegenwoordige tijd (sparen dus) zou remmen.
Hoe dan ook, het klinkt als een leuk symposium, jammer dat ik elders verplichtingen heb.