• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De Bob de Rooij-t in de achttiende eeuw

7 november 2013 door Marc van Oostendorp 2 Reacties

Door Marc van Oostendorp


Taalmopperaars mogen graag de zinsneden ‘de laatste tijd’ en ‘steeds meer’ in de mond nemen. Klachten gaan vrijwel altijd over dingen die nu ineens, de laatste paar jaar, door onnozele taalgebruikers in de mond genomen worden. Mede als gevolg van het almaar kelderende niveau van het onderwijs en de voortschrijdende lamlendigheid der taalgebruikers.

Het aardige van het onderzoek van de laatste jaren, is dat er steeds meer bewijzen naar boven komen dat vrijwel al die klachten ongegrond zijn. Er komen steeds meer bronnen van ‘normaal’ taalgebruik uit vroeger eeuwen, waaruit blijkt dat je al die dingen die je de laatste tijd steeds meer hoort, driehonderd jaar geleden ook al kon waarnemen.

Neem de Bob de Rooij-t, die in ik hebt, bekend geworden van het typetje van Paul de Leeuw. Door sommigen wordt hij wel met het Rotterdams geassocieerd, maar Rotterdammers wijzen hem af. Wel schreven mensen hem in de achttiende eeuw al, bijvoorbeeld in de volgende ontroerende zin:


mijn doesje [schatje] lief je moet niet denken schoon dat ik sulks geschreeven hebt dat ik qijaje [kwade] vrinden met uw ben o neen gans niet 

De observatie komt uit het proefschrift van Tanja Simons, die de afgelopen jaren promovenda was in het Brieven als buit-project van Marijke van der Wal, waarin allerlei brieven zijn gedigitaliseerd die gewone Nederlanders kregen en schreven in de zeventiende en achttiende eeuw (hier staat meer informatie over het project). Eerder dit jaar promoveerde Judith Nobels op een proefschrift over het materiaal uit de 17e eeuw; Simons heeft de 18e eeuw voor haar rekening genomen.
Je kunt de twee proefschriften als een vervolgverhaal lezen. In het voorjaar schreef ik een stukje over de eerste persoon enkelvoud naar aanleiding van Nobels’ proefschrift. Simons gaat weer iets verder.
Wat gebeurde er? In de loop van deze periode – en in sommige gebieden al daarvoor – verdween de slot-e in vormen als ik hebbe. In officieel of plechtig taalgebruik bleef men hem nog wel lange tijd schrijven, maar in de informele briefjes dook hij steeds minder vaak op.
Tegelijkertijd kwam, blijkens Simons’ materiaal, ook die Bob de Rooij-vorm naar voren. Het bleef altijd een minimale vorm, en daarom gaat de promovenda er niet uitgebreid op in, maar hij was nu ook weer niet helemaal marginaal: in de Amsterdamse brieven vond ze zo’n vijf procent ik hebt-achtige gevallen. Dat is onder andere opvallend: nergens elders was het percentage zo hoog (hoewel hij met name elders in Holland ook wel regelmatig voorkwam).
Ik heb een theorie over die t-vormen, waar Simons bevindingen aardig in passen. Volgens mij komen zulke vormen op in plaatsen waar relatief veel anderstaligen bij elkaar komen.
Voor anderstaligen zijn rijtjes moeilijk te leren. Denk maar terug aan je eigen tijd op de middelbare school en het gestamp op j’ai, tu as, enzovoort. Op plaatsen waar mensen samenkomen, en waar het aantal vreemdelingen groot genoeg is om een factor te worden, kunnen die rijtjes gaan verschuiven. Die vreemdelingen hoeven niet van heel ver te komen; het volstaat dat ze een ander dialect spreken. De consequentie ervan kan zijn dat men ik heb, jij heb gaat zeggen. Of ik hebt, jij hebt. 

In de zeventiende en achttiende eeuw was nu juist Amsterdam natuurlijk een trekpleister voor vreemdelingen.

Ik houd nu juist weer niet zoveel van verklaringen in termen van hypercorrectie: mensen proberen het te goed te doen en maken daardoor fouten. Ik vind zo’n verklaring vaak wat gemakzuchtig. Maar in dit geval zitten er in Simons’ gegevens wel degelijk aanwijzingen voor zo’n verklaring. Het kan namelijk vooral aangetroffen worden in wat je nu de ‘hogere middenklasse’ kunt noemen: niet de hoogste klasse, en niet de laagste, maar de laag ertussen in – de laag die altijd het meest zijn best doet om het zo goed mogelijk te doen. Voor de lagere klasse is die norm sowieso onbereikbaar, en de hoogste klasse hoeft zich niet zo nodig te bewijzen.
Die t-vorm van Bob de Rooij is dus een onnatuurlijke vorm, een overgangsvorm die tijdelijk ontstaat in regio’s in verwarring. Waar hij ‘steeds meer’ voorkomt, hoeft men zich geen zorgen te maken. De vorm zal binnenkort wel weer verdwijnen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 18e eeuw, fonologie, morfologie, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Maarten van der Meer zegt

    7 november 2013 om 10:58

    Dit heeft er maar zijdelings mee te maken, maar ik moest er opeens aan denken:

    De gebiedende wijs krijgt geen -t (meer), maar vaak nog wel in de uitroepen 'pleurt op' en 'tieft op'. Op de middelbare school hadden we het over 'optieften' (6270 resultaten in Google). De uitgang van de gebiedende wijs is door onbegrip kennelijk als deel van de stam opgevat. 'Oppleurten' zeiden we dan weer niet, maar die vorm komt in Google ook sporadisch voor.

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    7 november 2013 om 13:46

    Wat een leuke observaties! Dank je wel.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Marc van OostendorpReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

J.W. Schulte Noordholt • Adieu

Nu vannacht, het hele huis ligt open,
ik zit in de blote eeuwigheid,
en ik laat mij door de regen dopen
voor een zachte dood, ik ben bereid.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

DIALOOG

– Jouw Jan lijkt niet erg op deze foto.
– Maar dat is Jan ook niet. [lees meer]

Bron: Barbarber, februari 1964

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

8 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1939 Brigitte Schludermann
sterfdag
2009 Fritz Ponelis
➔ Neerlandicikalender

Media

Elise de Vos – Van alles de laatste

Elise de Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

15 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d