• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Behoeftich, ghevanghen, arm, creupel, en lam

31 december 2013 door Marc van Oostendorp 6 Reacties

Over de sonnetten van Roemer Visscher

Door Marc van Oostendorp


De ontwikkeling van het Nederlandse sonnet door de eeuwen heen – dat is nu zo’n onderwerp waarvan je zou willen dat er boekenkasten vol over geschreven zouden zijn. Of, nou ja, zo geen kasten, dan toch enkele planken. Of in ieder geval, kom op, één plankje. Of toch in ieder geval een lekker dik boek. Of, als het anders niet kan, een middeldik boek. Een proefschrift, dan. Door een niet al te getalenteerde promovendus.

Maar niets van dat al. Er verschijnen natuurlijk al decennia lang bloemlezingen, en inleidingen bij bloemlezingen, en deelstudies, en artikelen, maar het grote boek ontbreekt, of in ieder geval, ik kan het niet vinden. Hoewel er nog steeds sonnetten geschreven worden, geloof ik niet dat ons taalgebied een geleerde kent die zich speciaal voor het genre interesseert. In het algemeen hebben letterkundigen het naar mijn indruk helaas niet zo op vormen. De studie ervan wordt niet erg serieus genomen.

Roemer Visscher (1547-1620) zou een interessant hoofdstukje in zo’n boek op zo’n plank inkunnen krijgen.
 Hij was weliswaar niet de allereerste die sonnetten in onze talen publiceerde – ze zijn dankzij Anneke Fleurkens sinds kort allemaal in een voorbeeldige editie van Visschers Brabbeling in de DBNL te vinden – maar hij behoorde wel degelijk tot de pioniers. Het genre was in de veertiende eeuw in Italië ontstaan, en bereikte in Visschers tijd via Frankrijk onze hoek van Europa.

Over Visschers pogingen wordt kennelijk over het algemeen niet al te positief gedacht. Fleurkens schrijft:

Het oordeel over de kwaliteit van Visschers sonnetten is vaak nogal gereserveerd. Overdiep spreekt, om een enkel voorbeeld te noemen, onomwonden van ‘mislukte “Sonnetten”’ en Foncke ziet ze, hoewel ‘beslist niet oninteressant’, toch niet als ‘juweeltjes van poëtische kunst’. Een belangrijk element bij die zuinige waardering blijkt het gegeven dat Roemer Visscher zich niets gelegen liet liggen aan het bij het sonnet passende metrum maar vasthield aan het traditionele heffingsvers van de rederijkers.

Ook de enige die ooit uitgebreider over de Visschers sonnetten schreef, Wim Vermeer, heeft zich alleen in negatieve zin over de sonnetten uitgesproken. Visscher noemde ze met een neologiscme ’tuyters’ (klankgedichten, een vertaling van sonetto), maar volgens Vermeer klonken ze niet echt muzikaal.

Ik denk dat Vermeer daarmee geen recht deed aan wat Visscher probeerde. Hier is een van Visschers sonnetten, een vertaling/bewerking van Ronsard. Ik voeg het origineel ook toe:

Al waer ick een Cour, Deen, Schot, of Vin,
Behoeftich, ghevanghen, arm, creupel, en lam,
Onmachtich, verschrompelt, oudt, laelijck, en stram,
Soo behoorde ghy niet te zijn, so wreet van sin.
Ick weet wel dat ick niet waerdich en bin,
Soo hooghe te minnen dan u deuchde stalt,
Mynen wille, en hoe ghy my straffer valt,
Hoe ick u schoonheyt meer en meer bemin.
Denct ghy eenen uws schoonheyts waerdich te wachten,
So zijt ghy bedroghen van u loose ghedachten:
Want dat moest een God, en geen mensche wesen:
Maer wilt ghy ghevrijt zijn, soo sinckt uwen moet,
Overlegghende dat Venus die Goddinne soet,
Een Herder voor haer Lief had uytghelesen. 

Quand je serois un Turc, un Arabe, ou un Scythe,
Pauvre, captif, malade, et d’honneur dévestu,
Laid, vieillard, impotent, encor’ ne devrois-tu
Estre, comme tu es, envers moy si dépite:
Je suis bien asseuré que mon coeur ne merite
D’aymer en si bon lieu, mais ta seule vertu
Me force de ce faire, et plus je suis batu
De ta fiere rigueur, plus ta beauté m’incite.
Si tu penses trouver un serviteur qui soit
Digne de ta beauté, ton penser te deçoit,
Car un Dieu (tant s’en-faut un homme) n’en est digne.
Si tu veux donc aymer, il faut changer de coeur:
Ne sçais-tu que Venus (bien qu’elle fust divine)
Jadis pour son amy choisit bien un pasteur?

Het sonnet van Ronsard is, zoals in Frankrijk gebruikelijk, geschreven in een lettergreepvers: iedere regel heeft precies twaalf lettergrepen. Je hoeft niet enorm geleerd te zijn om te constateren dat dit voor Visschers versie niet geldt.

Lettergrepen tellen was wat Visschers tijdgenoot Jan van der Noot (1539-1595) bijvoorbeeld wel probeerde te doen in het Nederlandse sonnet. Roemer Visscher hield daarentegen vast aan een ander soort ritme, een dat diepe wortels had in de Nederlandse (en Germaanse) dichtkunst, en waarbij je alleen telt hoeveel beklemtoonde lettergrepen je in een regel had. Visscher was een van de laatsten die deze vorm gebruikte en het is voor ons moeilijk voor te stellen hoe je een regel in dat oude metrum precies moet lezen. Maar dat lijkt me een gebrek aan onze kant, en niet per se een reden om te zeggen dat Visschers sonnetten ‘niet echt muzikaal’ waren. De muziek is misschien wel verloren gegaan.

Bovendien was er wel degelijk een kwestie, waar Van der Noot en andere navolgers van de Franse traditie overheen keken, en dat is Frans ritmisch een heel andere taal is dan het Nederlands. Het komt erop neer dat je in het Frans, ook in gewoon, alledaags Frans, veel meer geneigd bent iedere lettergreep apart uit te spreken, en ieder van die lettergrepen dan ook ongeveer evenveel ruimte te geven, terwijl je in een taal als het Nederlands aan beklemtoonde lettergrepen veel meer tijd besteed, terwijl de onbeklemtoonde er maar een beetje bij hangen.

Dat is volgens moderne inzichten ook niet zomaar een verschil tussen de twee talen, maar een van de fundamenteelste verschillen, dat kinderen al op heel jonge leeftijd leren en voor altijd met hun moedertaal blijven associëren. (Ik schreef toevallig onlangs een populair-wetenschappelijk artikel over de kwestie voor Onze Taal waarin ik een en ander uitleg.)

In die zin had Roemer Visscher dus gelijk met zijn conservatieve standpunt en voldeden zijn tuyters misschien wel meer aan de eigen muzikaliteit van het Nederlands dan het alternatief van Van der Noot. Dat het heffingenvers niet bij het sonnet zou passen, zoals Fleurkens schrijft, dat moest eigenlijk nog bewezen worden (en het is in zekere zin nooit bewezen, de dichters zijn gewoon gestopt met het te proberen en nu doet niemand het meer, omdat niemand weet hoe het klonk.)

Ondertussen waren nóg andere tijdgenoten, zoals de Leidenaar Jan van Hout (1542-1609), echter begonnen te experimenteren met een andere vorm, namelijk een waarin beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen elkaar afwisselden in een vaste regelmaat en dus in plaats van met lettergrepen gewerkt werd met versvoeten.  Die versvoeten waren ontleend aan de klassieke Griekse en Romeinse dichters, maar kregen in de moderne Europese poëzie een geheel nieuwe interpretatie. De Grieken en Romeinen wisselden namelijk niet zozeer beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen af, als wel lange en korte.

Ook over de manier waarop die aanpassing is gegaan, zou je boekenkasten vol kunnen schrijven. En ook die boekenkasten staan momenteel nog grotendeels leeg.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 16e eeuw, 17e eeuw, letterkunde, metriek, sonnetten

Lees Interacties

Reacties

  1. Olga van Marion zegt

    31 december 2013 om 08:55

    Ha Marc, een mooi stuk, ga ik gebruiken voor mijn college over renaissancesonnetten (waar je zeer welkom bij bent!). Ken je Marijke Spies' bundel over sonnetten? Hg Olga

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    31 december 2013 om 11:19

    Ha Olga, Ja, die bundel ken ik. Waar en wanneer vindt jouw college plaats?

    Beantwoorden
  3. Jos Damen zegt

    12 januari 2014 om 16:45

    Beste Marc, Het is dramatisch. Maar 10 centimeter boekenplank met Nederlandstalige literatuur over sonnetten redden we wel: met zowel een dikke bundel, een proefschrift (Nederlandstalig, uit Oslo), twee andere boeken en enkele artikelen. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Sonnet#Literatuur_.28Nederlandstalig.29 Groet, als immer hartelijk, Jos

    Beantwoorden
  4. Marc van Oostendorp zegt

    13 januari 2014 om 19:49

    Dank je wel. Ja, die literatuur ken ik wel; hij gaat helaas grotendeels over de inhoud en niet over de vormelijke kant. Er is zelfs een interessant artikel van mede-blogger Gert de Jager waarin hij beweert dat de sonnet bij uitstek een visueel fenomeen is! Daar zit enerzijds iets in (je kunt onmogelijk horen dat een gedicht veertien regels telt), maar het gaat voorbij aan de aspecten die ik interessant vind. Zo is er altijd wat.

    Beantwoorden
  5. Olga van Marion zegt

    15 januari 2014 om 18:17

    Ha Marc,
    Kun je met mij college geven over sonnetten op woensdag 12 februari of 5 maart (15-17 uur)? Klein groepje enthousiaste derdejaars in de UB.
    Hg Olga

    Beantwoorden
  6. Marc van Oostendorp zegt

    16 januari 2014 om 14:58

    We regelen het even via de mail!

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Willem Bilderdijk • Vertalen

Geloof my vry, wat andren snoeven;
Die d’ echten smaak en geur wil proeven,
Drink’ uit de oorspronkelijke flesch!

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

JUNI ’57

Met niets meer bij me dan het te vlug geleefde,
nog in de flarden van haar vertrek gekleed,
loop ik het land op om naar de lucht te kijken
en hoe mijn liefde allengs in niets meer leek
op die voor haar.

Het is een juninacht – de kortste nacht
bijna. Ik voel met mijn hoofd het hooi van de opper
waartegen ik zit. Ik zie een blijvende
zonsondergang boven een vuurtorenlicht
en weinig sterren.

Bron: Spinroc en andere verzen, 1958

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

19 september 2025: Laatzomer Conferentie NDN

19 september 2025: Laatzomer Conferentie NDN

22 juni 2025

➔ Lees meer
2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

2 juli 2025: Boekpresentatie ‘Een nieuw geluid’

21 juni 2025

➔ Lees meer
26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1991 Cornelis Stutterheim
➔ Neerlandicikalender

Media

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

22 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De structuur van wetenschappelijke artikelen

De structuur van wetenschappelijke artikelen

21 juni 2025 Door Marc van Oostendorp 1 Reactie

➔ Lees meer
Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d