Hugo Claus wilde het steeds anders. Van veel van zijn gedichten zijn veel verschillende varianten overgebleven; als hij maar even de kans had, herschreef Claus een gedicht, of bracht op zijn minst kleine correcties aan.
Ook van het werk van anderen bleef Claus niet af. Hier is bijvoorbeeld het begin van het gedicht ‘At Melville’s Tomb’ van Hart Crane, en het corresponderende begin van het gedicht ‘Bij het graf van Melville’ door Claus (de rest van de gedichten loopt op een soortgelijke manier parallel):
Often beneath the wave, wide from this ledge
The dice of drowned men’s bones he saw bequeath
An embassy. Their numbers as he watched,
Beat on the dusty shore and were obscured.
De dobbelstenen van de beenderen der verdronkenen
Een gezantschap.
Wat hoort er nu precies allemaal bij het oeuvre van Claus? Moet je iedere variant van ieder gedicht ertoe rekenen? En dan ook de varianten van andermans gedichten? Dat zijn vragen die de Gentse letterkundige Yves T’Sjoen stelt in zijn nieuwe boek Zoals een grens op de kaart.
Dat boek gaat volgens de inleiding (pagina 3) over ‘receptieonderzoek’: hoe reageren lezers op literair werk. Het eigenaardige is dan wel dat die lezers in dit boek allemaal zelf schrijvers zijn, en reageren op (of iets anders doen met) het werk van andere schrijvers, of, zoals in het geval van Claus’ correcties, met dat van henzelf. Een normale lezer komt in dit boek eigenlijk niet voor; we lezen we over onder andere de vertalingen die Herman de Coninck maakte van de sonnetten van Edna St. Vincent Millay, het feit dat Nederlandse bloemlezers en recensenten van het werk van Ingrid Jonker haar werk niet lijken te kunnen zien zonder naar haar ellendige levensloop te kijken, de correcties die Rutger Kopland aanbracht in zijn gedichten.
Veel eenheid zit er daarmee niet in het boek, dat bestaat uit ‘gevalstudies’ die ook niet echt aan elkaar geschreven zijn. Zoals een grens… is daarmee toch vooral een staalkaart van wat de auteur de afgelopen tien jaar gepubliceerd heeft of in lezingen uitgesproken. Claus is bijvoorbeeld het onderwerp van twee zulke gevalstudies, maar die verwijzen niet onderling naar elkaar.
Dat is jammer. Hugo Claus ging duidelijk niet gebukt onder heilig ontzag voor welke tekst dan ook. Alles kon altijd beter, of anders – wie het ook geschreven had.
De literatuur is in die opvatting een grote zandbak, waar je ieder taartje steeds wat mooier kan maken. Wie er de eerste mal heeft gebruikt voor zo’n taartje, doet er niet eens meer toe.
Wat moet een literatuurwetenschapper daarmee? Het rare is dat T’Sjoen juist een enorm ontzag heeft voor de schrijver. In het opstel over de varianten die Claus maakte, speelt het begrip ‘auteursintentie’ een sleutelrol. Het is weliswaar een problematisch begrip – ze zijn “behalve niet achterhaalbaar want altijd hypothetisch en dus constructies van de literatuuronderzoeker, aan permanente verschuivingen onderhevig” – maar tegelijkertijd spelen ze een belangrijke rol in de overwegingen. Cláús wilde kennelijk al die verschillende varianten maken, dat is de reden om die nu ook allemaal te willen opnemen in een editie.
Het geeft voor mijn gevoel iets heel paradoxaals aan Zoals een grens. Het boek laat zien dat allerlei grenzen maar willekeurige constructies zijn: de Zuid-Afrikaanse en de Nederlandse poëzie lopen op een aantal punten in elkaar over, Stefan Themerson hoort dankzij het werk van Nicolaas Matsier eigenlijk net zo goed tot de Nederlandse literatuur als tot de Britse (en Poolse), zolang een dichter leeft is geen enkel gedicht van die dichter eigenlijk klaar.
Tegelijkertijd blijft één grens voor T’Sjoen onverbrekelijk: die van de auteur. De schrijver is het atoom van de literatuurwetenschap: wanneer Claus een versie van Crane maakt, is die tekst ineens ‘van’ Hugo Claus. Bovendien zijn varianten van gedichten alleen interessant wanneer ze die ‘auteursintentie’ hebben.
Wanneer er op internet allerlei varianten van een gedicht rondslingeren, zou dat volgens mij (voor het ‘receptieonderzoek’) enorm interessant kunnen zijn, ook al zijn die varianten niet door de dichter gemaakt: wat laten lezers ongemoeid, wat veranderen ze en waarom?
Laat een reactie achter