Korte inleiding in het werk van William Labov (5)
Door Marc van Oostendorp
Misschien is The language of life and death William Labovs laatste boek. Het zou er in ieder geval een mooie titel voor zijn, en een waardige inhoud. Hij ontleedt er een groot aantal verhalen in die mensen hem in de loop van zijn loopbaan hebben verteld: verhalen over ervaringen waar mensen dachten dat ze dood zouden gaan, of bijvoorbeeld met heel heftig geweld werden geconfronteerd.
Hoe vertellen mensen spontaan zulke verhalen? Hoe bouwen ze zo’n vaak schokkend verhaal ter plekke op? Waar beginnen ze, waar wijden ze uit, op welk punt houden ze weer op? Aan de hand van, op zichzelf al vaak ontroerende, levensverhalen die mensen Labov of zijn studenten de afgelopen vijftig jaar spontaan verteld hebben, laat hij zien hoe er orde zit in zulke verhalen.
In een minimaal verhaal zit volgens Labov een tijdsverloop. Er moet minstens één gebeurtenis plaats hebben na minstens één andere gebeurtenis. Een minimaal verhaal is daarom 1 of 2:
– Hij sloeg mij. Ik sloeg hem. [1]
– Ik sloeg hem. Hij sloeg mij. [2]
Dat zijn twee verschillende verhalen omdat je er als luisteraar voetstoots vanuit gaat dat de volgorde van de zinnen die van de gebeurtenissen weerspiegelt. Flashbacks komen in spontaan vertelde verhalen nooit voor, zegt Labov; het is een typisch middel dat alleen in kunstproza en in films voorkomt. Zo vindt je in spontaan vertelde verhalen ook nooit een zijsprong (“Ondertussen liep er in Rome een jongen rond met heel andere plannen.”)
Dat alles komt volgens Labov door het egocentrische principe dat de structuur van verhalen bepaalt: het publiek hoort alle gebeurtenissen in de volgorde waarin deze zich aan de verteller voordeden. Dat correspondeert niet per se met hoe de gebeurtenissen zich ontwikkelden, de verteller kan sommige dingen natuurlijk pas achteraf te weten zijn gekomen:
– Ik sloeg hem dood. Toen pas hoorde ik dat hij altijd van me gehouden had.
Ieder verhaal draait om een centrale gebeurtenis, die volgens Labov reportable moet zijn, de moeite van het vertellen waard, het antwoord op de vraag die het publiek in het ongunstigste geval altijd na een verhaal kan stellen: “Nou en?” (So what?) Dat moet dus op de een of andere manier een opmerkelijke gebeurtenis zijn.
De overige vertelde gebeurtenissen vormen vaak een keten van oorzaak en gevolg. Ieder gevolg is de oorzaak van de volgende, en het laatste gevolg is de reportable gebeurtenis. Hier is bijvoorbeeld een verhaal waarmee Labov zijn boek begint:
Dit gebeurde maar een paar dagen nadat mijn vader overleden was
en we zaten sjiva
en de reden waarom die ruzie begon
mijn broer zag een rat op de binnenplaats
dit was op Coney Island
en hij begon erover te praten.
En mijn moeder was net gaan zitten om een kopje koffie te drinken
en ik zei tegen hem dat hij op moest houden
‘Tuurlijk, kinderen, weet je, hij hoefde niet naar me te luisteren.
Dus toen pakte ik hem bij zijn arm
en draaide hem achter zijn rug.
Toen ik zijn arm weer los liet,
lag er een mes op tafel,
hij pakte het gewoon op
en hij viel me aan.
En… ik begon te bloeden – als een rund.
En wat doe je dan, naar de dokter rennen,
en de dokter zegt ‘Nog maar iets dieper,’
zegt hij, ‘en je was er geweest.’
De reportable gebeurtenis hier is hij pakte het mes op en viel me aan. Daar leidt een serie gebeurtenissen naartoe: (1) broer zag een rat, (2) hij begon erover te praten, (3) ik zei dat hij op moest houden, (4) hij luisterde niet, (5) ik draaide zijn arm achter zijn rug, (6) hij pakte het met op en viel me aan. Aan deze sequentie gaat nog een inleiding vooraf en volgt nog een evaluatie door een autoriteit, zoals er ook tussendoor wat achtergrondinformatie wordt gegeven.
De allereerste gebeurtenis heeft per definitie zelf geen oorzaak; die moet de spreker dus zorgvuldig kiezen. In dit geval wordt er iets min of meer alledaags gekozen, al laat Labov zien dat je bij nadere analyse eigenlijk langduriger spanningen tussen beide broers kunt vermoeden, waarbij de ik-vader vermoedelijk meer commentaar heeft gehad op het wangedrag van de ander tijdens de sjivve.
Zo staat het boek vol met interessante observaties over de manier waarop mensen de verhalen vertellen over de meest ingrijpende gebeurtenissen in hun leven, zoals dat van de ontkenning. Na een spannend verhaal waarin de verteller uiteindelijk aangehouden wordt doordat hij toevallig aangehouden wordt vanwege het negeren van een rood verkeerslicht:
– Want als hij nou niet door dat stomme stoplicht was gereden
was er niemand van ons gepakt!
Hier vertelt iemand dus iets wat niet gebeurt is, en tovert ons even een parallel universum voor dat er net anders uitziet dan het onze. In de film kun je zo’n effect eigenlijk niet bereiken, zegt Labov, tenzij je het iemand laat zeggen.
Het is een volkomen alledaagse manier van nadenken over het leven, en van die ervaringen met anderen delen. Maar het is er ook een waarvoor we slechts één middel hebben. Taal.
William Labov. The Language of Life and Death. The Transformation of Experience in Oral Narrative. Cambridge: Cambridge University Press, 2013. Bestelinformatie bij de uitgever.
Taaldokter zegt
Goeie tip! Dank – aangeschaft inmiddels.