Door Leonie Cornips
Familie, vrienden en collega’s vertellen in de TROS-documentaire van 5 maart ‘Het verhaal van Rowwen Hèze’. Ook mij valt onmiddellijk de ondertiteling op die de Limburgse Nederlandstaligen in deze documentaire apart zetten. De bandleden, manager Rudy Havermans en documentairemaker Leon Giesen krijgen ondertitels toebedeeld maar theaterregisseur Frank Lammers, ex-manager Rob de Jong en journalist Leon Verdonschot niet. Kortstondig is er twijfel bij muziekuitgever Hans Kusters: zijn ondertitels verdwijnen alras.
Wim Ortjens van Regiobranding Zuid-Limburg stoort zich eraan, stuurt zijn tweet de wereld in en vertelt een dag later op radio L1: ‘als iemand slecht verstaanbaar is, mag je ’m ondertitelen. Als die Limburgs spreekt, de taal Limburgs, dan moet je ’m ondertitelen dat is een andere taal. Maar als iemand gewoon beschaafd correct Nederlands spreekt met een regionaal accent dan moet je ’m niet ondertitelen’. De manager van Rowwen Hèze laat echter aan Novum Nieuws weten: ‘Het is goed dat het werd ondertiteld, want dat heeft enkel te maken met de verstaanbaarheid’.
In de andere muziekdocumentaires van deze TROS-serie komen geen ondertitels voor. Niet in de documentaire over Guus Meeuwis met veel Brabants Nederlands en niet in de documentaire over Ali B. met veel Marokkaans Nederlands. Ondertitelen is kostbaar dus zo’n beslissing gaat niet over een nacht ijs. Is het inderdaad zo eenvoudig dat ondertiteling uitsluitend met verstaanbaarheid te maken heeft? In 2005 hebben mijn collega’s Reinhild van Kerckhove en Annick de Houwer van de Universiteit van Antwerpen 409 Nederlandstalige televisieprogramma’s op de Vlaamse publieke omroep VRT en de commerciële zender VTM onderzocht op de praktijk van ondertitelen. Ongeveer een derde van alle uitzendingen op Vlaamse televisie kent geheel of gedeeltelijke ondertiteling. En er blijkt inderdaad een relatie te zijn tussen het gebruik van ondertitels en het soort Nederlands dat te beluisteren valt. Maar die relatie verandert met het soort televisieprogramma! Fictie (soaps, series en films) laat iets heel anders zien dan non-fictie (nieuws, documentaires en entertainment). De Vlaamse televisiekijker krijgt wanneer hij of zij naar fictie kijkt, geen ondertitels te zien voor het regionale Nederlands uit Vlaanderen maar wel voor het noordelijk Nederlands uit Nederland. Baantjer is altijd ondertiteld in Vlaanderen. Maar, en nu komt het verrassende, diezelfde Vlaming krijgt precies het tegenovergestelde voorgeschoteld als hij of zij naar non-fictie kijkt. In nieuws, documentaires en entertainment is het regionale Nederlands opeens ondertiteld, maar het noordelijke Nederlands niet! Er is dus meer aan de hand dan ‘verstaanbaarheid’ alleen. Waarom zou anders het regionale Nederlands in Vlaanderen ‘onverstaanbaar’ zijn in non-fictiemaar wel ‘verstaanbaar’ in fictie?
De praktijk van ondertitelen is dus erg interessant omdat ‘verstaanbaarheid’ een uitermate rekbaar begrip is. Daardoor is het een zeer geschikt middel om van boven af grenzen te trekken tussen welk soort Nederlands er op landelijk niveau wel en niet bij hoort. En dit roept spanning en emoties op. Wim Ortjens legt de vinger op de zere plek op L1 radio: ‘Dit (ondertitelen) gaat niet over technische verstaanbaarheid, dit is gewoon een cultureel statement. Het statement van wij bepalen hier wat de norm is in Hilversum en de norm is Nederlands met een Randstedelijk accent.’
Die norm is ook nadrukkelijk zichtbaar omdat het gebruik van ondertitels het gesproken woord niet letterlijk ‘vertaalt’ maar soms corrigeert. Specifiek regionaal aandoende me-zinnen in de Rowwen Hèze documentaire als ‘de haren gingen me zo rechtop staan’ is gecorrigeerd in ‘mijn haren gingen zo rechtop staan’. De ondertitelaars schieten hierin door, want de zich-zin ‘toen heeft die zich de benen onder de kont gerend’ zou zo uit de Van Dale kunnen komen. Toch is die onterecht vertaald in: ‘toen heeft hij zijn benen onder z’n kont gerend’.
De nos-site meldt de dag erna dat veel boze mensen zich na de uitzending gemeld hebben omdat Limburgers die Nederlands spreken, ondertiteld werden. Het fascinerende is nu dat al die mensen uit Limburg, samen met Wim Ortjens, viaTwitter razendsnel dit stukje ruimte op de landelijke televisie konden veroveren.
Anoniem zegt
Helder stukje, alleen begrijp ik de volgende zin niet: "Ook mij valt onmiddellijk de ondertiteling op die de Limburgse Nederlandstaligen in deze documentaire apart zetten". Wat betekent het dat de Limburgse Nederlandstaligen de ondertiteling apart zetten? Of moet het 'apart zet' zijn? Maar ook dan is de zin niet duidelijk, al zou het om een anglicisme kunnen gaan ('set apart').
Anoniem zegt
Wat ik bedoelde is dat het gebruik van ondertitels geinterviewden in deze documentaire van elkaar scheidt. Sommigen worden wel ondertiteld, anderen niet! De zin is bedoeld om zo te lezen: de ondertiteling zet de Limburgs nederlandstaligen apart