De lijdende vorm, wie is er niet groot mee geworden? Alleen ging het op school voor zover ik me herinner nooit over de krijgen-passief.
De gebruikelijkste lijdende vorm is die met worden: van Joost slaat Henkie maak je Henkie wordt door Joost geslagen. In het omvangrijke, binnenkort te verschijnen deel over het werkwoord van zijn Syntax of Dutch vestigt Hans Broekhuis de aandacht op een ander soort passief, dat met krijgen:
- De makelaar overhandigde het meisje de sleutels.
- De sleutels werden het meisje overhandigd door de makkelaar. [gewoon passief]
- Het meisje kreeg de sleutels overhandigd door de makelaar. [krijgen-passief]
Meegedeeld
Dat zulke constructies mogelijk zijn, hebben andere onderzoekers natuurlijk ook al opgemerkt; maar meestal wordt het beschouwd als een uithoekje van de taal. Broekhuis laat zien dat de krijgen-constructie veel gewoner en flexibeler is dan die literatuur beweert, en dat we alle beperkingen erop kunnen begrijpen.
De belangrijkste is: het werkt alleen als de oorspronkelijke zin een meewerkend voorwerp is, want dat meewerkend voorwerp (het meisje in de zinnen hierboven) wordt het onderwerp in de krijgen-zin.
- Moeder leest de kinderen een verhaaltje voor.
- De kinderen krijgen een verhaaltje voorgelezen door moeder.
- Peter deelde ons gisteren mee dat hij ontslag nam.
- Wij kregen gisteren meegedeeld dat Peter ontslag nam.
Overhandigen-werkwoord
Het werkt met alle werkwoorden waar iets van ‘overhandigen’ in de betekenis zit of iets van ‘communiceren’, dus aanbieden, bezorgen, toedienen, toekennen, voorlezen, meedelen, toewensen, enzovoort. Het moet wel gaan over het echt overhandigen van concrete, fysieke zaken. Het volgende werkt niet:
- De heks bezorgde ons de koude rillingen.
- Wij kregen de koude rillingen bezorgd. [uitgesloten]
Eigenaardig genoeg werkt het dan weer niet met het meest voorkomende overhandigen-werkwoord, ‘geven’:
- Ik geef mijn vader een boek.
- Mijn vader krijgt een boek gegeven. [uitgesloten]
Zich
Misschien komt dit doordat geven niets toevoegt aan de zin. Je kunt net zo goed, of eigenlijk beter, zeggen Mijn vader krijgt een boek. (Broekhuis legt niet de expliciete link met het eigenaardige gedrag van krijgen op zichzelf, dus doe ik dat hier maar.)
Toch klopt er iets niet helemaal, zegt Broekhuis vervolgens. Dat betreft paren van zinnen zoals de volgende:
- Ik stuurde de hond op hem af.
- Hij kreeg de hond op zich afgestuurd.
Waarom staat daar in de tweede zin ineens zich in plaats van hem? Die tweede zin zou eigenlijk moeten corresponderen met de volgende:
- Ik stuurde hem de hond op zich af. [uitgesloten]
Maar die zin kan niet. Hoe zit dat? Broekhuis weet het niet. En als hij het niet weet, dan weet vermoedelijk op dit moment niemand het.
Timothy Colleman zegt
Ja, een fascinerende constructie, dat "krijgen-passief". Dat de mogelijkheden beperkt zouden zijn tot werkwoorden die een indirect object kunnen krijgen, klopt echter niet meer: voor op zijn minst sommige sprekers kan het nu ook met werkwoorden als indienen, onderbrengen, toevoegen, tegenfluiten, enz. (bv. We kregen een penalty tegengefloten, Het boek kreeg een nawoord toegevoegd) en daar past zeker geen (gewoon) indirect object (cf. * De bekende hoogleraar voegde het boek een nawoord toe). Volgens verkennend diachroon onderzoek dat ik daarnaar heb uitgevoerd, beginnen zulke gebruikswijzen pas op te komen vanaf de jaren 1980-1990: duidelijk een constructie waarvan de semantische mogelijkheden aan het toenemen zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Dank voor deze aanvulling!