Door Marc van Oostendorp
Als een rechercheur nee zegt, wat bedoelt ze dan? Neem het geval van Dikke Tony, een maffiabaas die het handig leek om te doen alsof hij vermoord was. Her en der heeft hij rond de scheepswerven ‘aanwijzingen’ voor die moord verstopt. Die aanwijzingen worden gevonden en onderzocht door forensische wetenschapper Smit, die een voorzichtige conclusie trekt:
- Misschien is Dikke Tony omgebracht.
Nu trekt rechercheur Betsie erop uit en ontdekt dat Dikke Tony levend en wel ondergedoken zit in een rustiek boerderijtje. Ze zegt dan tegen Smit:
- Nee, Dikke Tony leeft nog!
Dat dialoogje blijkt allerlei filosofen en taalwetenschappers in de problemen te brengen. Want wat bedoelt Betsie met dat nee? Wat betekent nee eigenlijk?
Volgens een gangbare theorie betekent nee zoveel als ‘het vorige dat gezegd is, is onwaar’. Vaak werkt die theorie natuurlijk wel. Wanneer ik zeg dat het regent en jij zegt nee, dan kun je dat zien als een bewering dat ik de onwaarheid spreek.
Maar in gevallen als deze gaat dat misschien niet op. Volgens een experimenteel onderzoekje van de Amerikaanse filosoof Justin Khoo – ja, ook taalfilosofen wagen zich af en toe aan een experiment heden ten dage, waar gaat het allemaal naartoe – blijkt dat de meeste mensen vinden dat Betsie in het onderhavige scenario best nee kan zeggen. Of eigenlijk no, want het experiment werd gedaan in het Engels, maar ik denk dat het voor het Nederlands ook wel zal opgaan. Alleen: ongeveer even grote groep vond ook dat Smit niet de onwaarheid sprak.
De angel zit natuurlijk in het woord misschien. Daarmee dekte Smit zich in: ze beweerde niet dat Dikke Tony niet leefde, maar dat het mogelijk was dat Dikke Tony niet leefde, en wel gegeven de feiten waarover zij op dat moment beschikte. De waarheid daarvan blijft staan, ook al komt Betsie met nieuwe feiten die laten zien wat de feitelijke toedracht is.
En toch kan Betsie nog steeds nee zeggen. Volgens Khoo is de betekenis van nee dus ook subtieler dan ‘wat jij zegt is onwaar’. Het is eerder iets als ‘wat wij beide gegeven het zojuist gezegde voor waarschijnlijk houden, blijkt niet waar te zijn’.
Hij laat zien dat het ook andere problemen met de betekenis van nee oplost. Neem het volgende dialoogje:
- Jip: Ik heb een paar koekjes gegeten!
- Janneke: Nee, je hebt alle koekjes opgegeten!
Janneke kan hier onmogelijk bedoelen dat wat Jip zegt onwaar is. Dat zou een logische tegenspraak zijn. Als Jip alle koekjes opgegeten heeft, heeft hij er ook een paar gegeten.
Het is meer zo dat je uit het feit dat Jip zegt dat hij er een paar heeft gegeten, normaal gesproken de conclusie trekt dat hij ze dan dus niet allemaal heeft gegeten. En het is die conclusie die Janneke hier ontkent. Nee betekent niet: wat jij zegt is onwaar, maar: uit wat je zegt zou een mens een onware cnclusie kunnen trekken.
Lucas Seuren zegt
Bij die laatste dialoog, zoals altijd met dergelijke gevallen, blijf ik me afvragen of een logische analyse ook een zinnige analyse is. Ja, logisch is wat Jip zegt juist, maar als Jip dat tegen papa zegt dan zal papa gerust kunnen reageren dat Jip niet moet liegen. In dit geval zou ik "nee" dan ook probleemloos kunnen zien als een manier om aan te geven dat Jip niet de waarheid vertelt. We werken immers zelden met de zogenaamd letterlijke betekenis, taalgebruik is grotendeels pragmatisch.
Volgens mij is er nooit interactioneel naar gekeken, dit soort dingen wordt veelal vanuit een formeel perspectief benaderd. Maar psycholinguistisch of interactioneel linguistisch onderzoek zou daar best meer inzicht in kunnen bieden.
Mient Adema zegt
Kunnen we niet gewoon zeggen dat "nee" de ontkenning van van alles kan zijn? Het moet alleen wel iets te maken hebben met (een deel van) de zojuist uitgesproken zin of zelfs een reactie op het feit dat er überhaupt iets gezegd is.
mark zegt
Eens — ik denk ook vaak bij logische analyses zoals deze dat ze eerder een computer of een extreem autistische taalgebruiker modelleren dan benaderen hoe we werkelijk met presupposities en pragmatiek omgaan.
Wat er dan wel weer nuttig aan is: je begrijpt ineens hoe het er aan toe kan gaan in de hoofden van 'literal-minded' people.
Marc van Oostendorp zegt
Ik begrijp dat concept van ´hoe we werkelijke met … omgaan´ niet. Het soort onderzoek dat ik hier samenvat is gebaseerd op de grondgedachte dat je uiteindelijk je theorieën volledig moet formaliseren. De consequentie daarvan is dat je uiteindelijk ook aannamen die je anders impliciet zou laten, expliciet moet maken.
Wat is daar verkeerd aan? Ik maak hieruit op dat je vindt dat een goede verklaring aansluit bij zaken waar je je bewust van bent. Maar is dat niet een heilloze weg?
Ik begrijp echt die afkeer niet van formalisatie. Dat je verkiest zelf op een ander niveau van de organisatie van het geheel te werken, kan ik billijken, maar waarom zou je mensen die op dit soor 'low level' werken daarom belachelijk maken?