Door Marc van Oostendorp
Sinds kort weet ik hoe men op het gymnasium de app-berichten van ons oude mensen herkent. Een vriendin stuurde me een lijstje tips die haar dochter had opgesteld. Ik geef het even door, inclusief het commentaar van de scholieren, omdat jullie natuurlijk ook liever niet als oud mens herkend worden:
- lange lappen tekst (het is godvergeme geen e-mail)
- bij alles een passende emoji (dan lijkt het alsof je teveel moeite in dat bericht hebt gestopt, en het ziet er nog knullig uit ook)
- gebruik van punctuatie (zie punt 1 en 4)
- geen afkortingen (maakt het bericht gelijk serieus en daar wordt men nerveus van)
Met punctuatie bedoelt men op het moderne gymnasium: het plaatsen van punten.
Wanneer je een volwassene zou vragen om de moderne jongerentaal te beschrijven, zou 2 daar juist als aanbevelingen opstaan: emoji’s (wij bejaarden zeggen: smileys) worden ook in de vakliteratuur nog als dé kenmerken beschouwd van jongerentaal. Maar zoals het vaak met jongerentaal gaat: op het moment dat de oudere generatie denkt dat ze het begrijpt, stapt de jongere er juist met opgetrokken neus vanaf.
Hét kenmerk van jongerentaal is dat ze niet te vangen is. (Toen ik jong was, keken wij neer op volwassenen die tof zeiden, dat waren volwassenen die net niet helemaal begrepen hadden dat het onwijs gaaf was. Sindsdien is er alweer een heel nieuwe generatie van tof-zeggers voorbijgegaan, maar zelfs die horen geloof ik alweer tot de oude mensen.)
Daarnaast lijkt me een belangrijke conclusie uit alle vier de punten dat app-berichten voor de jeugd zijn als spijkerbroeken: er moeten flinke gaten en scheuren inzitten. Het moet eruit zien alsof het zo achteloos mogelijk op het scherm van je mobieltje is gekwakt: geen punten, wel een paar emoji’s maar niet teveel, de zaak af en toe wat afkorten want anders wordt het zo ‘serieus’.
Waar jongeren (of in ieder geval van mijn meisjes) urenlang aan de telefoon zaten, tot wanhoop van het hele huisgezin – ‘nou moet ik even bellen!’, wanneer zou die zin voor het laatst zijn gebruikt nu iedereen zijn eigen mobieltje heeft –, schijnt het nu over het algemeen stil te zijn. Bellen is één-op-één en daardoor niet sociaal genoeg. Er moet geappt worden, en daarbij moet je precies laten zien dat je weet hoe het hoort.
En zo ontstaat een nieuwe set stijlregels; een die je eindeloos zou kunnen analyseren, maar ik houd er nu mee op, want het is hier godvergeme geen e-mail.
Het blijkt dat sommige van jullie niet weet wat appjes en app-berichten zijn: berichten verstuurd via het populaire sociale netwerk Whatsapp.
Gerbrand van der Weg zegt
Ik denk dat je 'geen afkortingen' verkeerd hebt geïnterpreteerd. Het is immers een lijstje met dingen waaraan je appjes van ouderen kan herkennen, niet een lijstje met instructies.
Marc van Oostendorp zegt
oh ja. 4 hoort natuurlijk bij 3, en niet bij 2.
Drabkikker zegt
Nee, volgens mij bedoelt Gerbrand dat de lijst zegt dat geen afkortingen juist als te serieus wordt gezien.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, dat bedoel ik ook: geen afkortingen is te serieus, net als teveel punten. Ik drukte me alleen uit in afkortingen om niet al te serieus te klinken.
Drabkikker zegt
Juist, maar dan klopt de zinsnede geen afkortingen want die zijn zo 'serieus' toch niet?
Marc van Oostendorp zegt
Nee. Ik ga dit stukje, geheel tegen al mijn eigen regels in, eens flink redigeren. En wel nu meteen.
Martijn van Opbergen zegt
Volgens mij wordt wel degelijk bedoeld dat afkortingen te serieus zijn. Met al die woordvoorspellende mogelijkheden en swipe-toetsenborden op smartphones is het juist eenvoudiger om het volledige woord in te voeren dan een afkorting.
Anoniem zegt
even terzijde "teveel" moeite, "teveel" punten? Gek genoeg schrijft niemand het antoniem "teweinig" aan elkaar. Ezelsbruggetje: te veel is antoniem van te weinig. Teveel is antoniem van tekort.
Marc van Oostendorp zegt
Ezelsbruggetje: zoals het er staat, zal het wel goed zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Nee, ik heb het nagevraagd naar de gymnasiaste die de regels heeft opgesteld, en zij bedoelde wel degelijk dat teksten zonder afkortingen te serieus zijn.
Martijn van Opbergen zegt
OK. 🙂
wildplasser zegt
Lijkt mij dat dit soort stylometrie vrij eenvoudig te verifieren is; alles kan op berichtlengte, woordlengte, rare tekens. Jammer dat er geen corpus voorhanden is.
Waar hebben we dat eerder gezien ;-]
Ann zegt
Hahaha…..als jongere zeg ik dan teveel vorm en teweinig inhoud, who cares? Je wil elkaar begrijpen of niet