• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Vet kutte dingen

24 april 2017 door Marc van Oostendorp 17 Reacties

Door Marc van Oostendorp

Bron: Kakhiel. Merk op dat ’10 vet kutdingen’ ongrammaticaal zou zijn.

Twitter schijnt op zijn laatste benen te lopen, maar tot het zo ver is, hebben de taaltwitterati wel weer een productief weekeindje. Het begon met een tamelijk onschuldige vraag die alleen aan Onze Taal gericht was:

@onzetaal Het is ‘supermooi’. Maar is het ook ‘hypermooi’, of komt er dan een spatie tussen? #mooi #hyper @roosvant

— Menno van den Bos (@mennovdbos) 21 april 2017

Al snel begonnen allerlei mensen zich ermee te bemoeien. Hoe bepaal je eigenlijk dat super en hyper hier noodzakelijk voorvoegsels zijn en geen bijwoorden? Wat is het verschil tussen extreem mooi en super mooi?

Pardonneer me mijn Frans

We werden het er al snel over eens dat het feit dat je extreem nog kunt bepalen met een bijwoord, maar super niet. Je kunt, met andere woorden wel heel extreem mooi zeggen, maar niet heel supermooi. (Ja, ik weet wel dat er iets vreemds is aan de betekenis van heel extreem, maar die vorm klinkt toch een stuk beter dan heel supermooi.)

Daarop verdiepte Menno van den Bos de discussie met een nieuwe vraag:

@LiesKoen @roosvant @onzetaal @fonolog @taalprof Dit is inderdaad een interessante kwestie. Ik vraag me het ook altijd af -pardonneer me mijn Frans- bij ‘kutding’.

— Menno van den Bos (@mennovdbos) 22 april 2017

Eerste lid

Nu is kutding natuurlijk een zelfstandig naamwoord en geen bijvoeglijk naamwoord (en kut ding een zelfstandignaamwoordgroep en geen bijvoeglijknaamwoordgroep), dus voor een deel gelden hier verschillende criteria. Bovendien heb je in dit geval, geloof ik, beide vormen voorhanden: een kut ding en een kutding.

Je kunt de twee vormen herkennen door het lidwoord te veranderen: het kutte ding staat dan tegenover het kutding. Er is bovendien een verschil in klemtoon: een kutding heeft (net als een huisdeur) klemtoon op het eerste lid (KUTding), en een kut ding heeft (net als een mooi ding) klemtoon op het tweede (een kut DING).

Niet verbogen

Modificeerbaarheid van kut is hier ook een onderscheidend kenmerk. Je kunt wel een heel kut ding zeggen (let maar weer op de klemtoon) en niet een heel kutding; je hebt ’10 vet kutte dingen’, en eventueel ’10 vette kutdingen’, maar niet ’10 vet kutdingen’. Ietwat uitzonderlijk is dat je wel kunt zeggen het is zwaar kutweer, met klemtoon op kut. Vet en kut horen overigens allebei tot de niet al te grote klasse van woorden die we zowel als bijvoeglijk naamwoord, als zelfstandig naamwoord áls als werkwoord kunnen gebruiken.

Eigenaardig is dat kut niet heel vaak als verbogen bijvoeglijk naamwoord gebruikt wordt. Het kutte weer kán wel, maar je hoort het niet vaak. Op internet lijkt de verbogen vorm vooral gebruikt te worden in de constructie ‘het kutte is dat…’ – dat is bovendien ook de vorm die Van Dale geeft. Het gebruik van kut lijkt verder vooral predicatief: dat is kut, ik vind het kut. En in die positie wordt het woord niet verbogen.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: semantiek, syntaxis, taboewoorden

Lees Interacties

Reacties

  1. Taalgaardenier zegt

    24 april 2017 om 10:06

    Super is eigenlijk buitengewoon in onze taal.
    Uiterst is ook echter Nederlands dan extreem, dat NederFrEngels is.

    Het is dus meestal veel eenvoudiger (en niét simpel, want ook NederFranglais) dan het lijkt. Gewoon eigen taal gebruiken en iedereen begrijpt je.

    Aanpasbaarheid is echt Nederlands i.p.v. het hoogdravende modificeerbaarheid.
    Ook predicatief is gemakkelijk hertaalbaar naar duidelijk Nederlands en onnodig geleend.

    Grondgedachten hierbij zijn o.a. eigenheid, eigen taal, eigenlijk, enz.

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      24 april 2017 om 10:57

      Gelukkig is ‘kut’ een substraatwoord, dat wil zeggen een woord dat mogelijk al in onze streken gebruikt werd voordat de Germanen hier kwamen, en daarmee nog véél Nederlandser dan alle woorden die u hier gebruikt!

      Beantwoorden
      • Taalgaardenier zegt

        24 april 2017 om 11:08

        Hartelijk bedankt, maar een kut is in het Nederlands gewoon een snee of snede. Duidelijk genoeg dus en oorspronkelijk geen straatwoord met of zonder sub.

        Beantwoorden
      • Taalgaardenier zegt

        24 april 2017 om 11:32

        Ik vergat nog te vermelden dat Kut ook een stad in Irak is. Richting Basra, vanuit Baghdad. Ik verbleef er een viertal maanden. Wellicht interessant vanwege het spoor dat naar het Arabisch verwijst?

        Beantwoorden
        • harricot zegt

          24 april 2017 om 16:22

          Voor de Arische raszuiverheid had je wellicht ‘wellicht belangwekkend’ kunnen schrijven. 😛
          Welk spoor is dat dan, trouwens, naar het Arabisch, van kut naar Kut?
          Ik vind slechts terug dat kut een gat is, geen snee maar eerder een kont, en verder lopen de bekende sporen (Van Dale Etym. wb, Van der Sijs, Chron. wb.) dood (Gotisch?, Oudengels?).

          “Als er maar een gat in zit!” (Anoniem, oude jonge steentijd)

          Beantwoorden
          • Taalgaardenier zegt

            24 april 2017 om 23:09

            De NoordNederlandse aanbidding van het NederFrEngels maakt de afleiding van cut naar kut waarschijnlijk te moeilijk. Ver moet je het echter niet zoeken.

            Overigens lijken jullie wel een stelletje pubers die eindelijk de moed bij elkaar schraapten eens met iets te durven uitpakken, wat je vroeger niet waagde.
            Mainteneren hoor!

            Beantwoorden
          • Taalgaardenier zegt

            24 april 2017 om 23:13

            Lijkt wel een haat-liefde verhouding te zijn.

            Beantwoorden
          • Taalgaardenier zegt

            24 april 2017 om 23:15

            Lijkt wel een haat – liefde verhouding te zijn.

            Beantwoorden
          • Peter-Arno Coppen zegt

            25 april 2017 om 11:19

            @Taalgaardenier: het woord ‘kut’ heeft wat zijn oorsprong betreft niets te maken met het Engelse ‘cut’ (dat van het Scandinavische woord voor ‘mes’ komt). Zoals Marc al opmerkte is het Nederlandse ‘kut’ waarschijnlijk een ‘substraatwoord.’ Dat is de taalkundige term voor een woord uit de taal die hier gesproken werd voordat hij verdrongen werd door (de voorloper van) de huidige. Daarmee behoort het tot de oudste woorden die in deze streken gesproken werden.

            Overigens is het woord ‘gaardenier’ wel een rechtstreekse ontlening aan het Franse ‘jardinier,’ althans volgens Schönfelds Historische grammatica van het Nederlands (dat geldt voor veel woorden op -(en)ier = het Latijnse ‘-arius’).

            Beantwoorden
            • Taalgaardenier zegt

              25 april 2017 om 14:43

              Jullie mening w.b. kut laat ik in het midden. Voor mij is het onnuttig en onnodig schuttingtaal op een verhoogje te zetten. Je kan het gebruiken na een nachtje zwaar doorzakken, of na een blauwtje oplopen, maar verder zie ik er geen redenen voor.

              Wat betreft Gaardenier. Als dat van het Franse jardinier zou afkomen dan zou het Duitse Gartner en het Engelse Gardner dat wellicht ook zijn? Het lijkt een beetje op de persoon spelen, maar dan moet je dat wel wat beter overdenken, lijkt me.

              Verder kunnen we dan meetrekken in deze gedachtengang:
              boomgaard, wijngaard, wineyard, Baumgarten, enz.
              Voorlopig hou ik het bij Nederduitse of Dietse afkomst. Overigens, heeft het belang?

              Het gaat hier zowat om het kip of het ei. Maar je gaat wel erg kort door de bocht om me te kunnen overtuigen.
              Mainteneren zou volgens de taalvandaal ook Nederlands zijn. Dachten jullie nu echt dat wij daar allemaal in meegaan?

              Vergelijkbaar met Nicoline’s mening dat het Vlaamse telloor of talloor van het Franse Telloir zou komen. Vooral omdat Nederlanders het niet gebruiken?
              Ook in het Duits nog steeds Teller en dus eerder afkomstig van het Diets. Telloir wordt overigens zo goed als alleen in Frans-Vlaanderen gebruikt. Een reden te meer om aan te nemen dat zij het van ons leenden en niét andersom. Het Noordnederlandse “bord” werd ons hier dus gewoon door de neus geboord, ter verdringing van een van oudsher gedragen inlands woord, dat overigens een veel bredere oorsprong heeft.

              We kunnen hier weer eens besluiten, dat als het van het Noorden afhangt, dan wordt het NederFrAnglais de voertaal.
              Daar naast gaan ze in het onderwijs ook nog eens over op steenkolenEngels.

              Wat een vooruitgang!

              Beantwoorden
          • Peter-Arno Coppen zegt

            25 april 2017 om 15:41

            @Taalgaardenier: Ik had het niet zozeer over het woorddeel ‘gaard,’ maar juist over de uitgang ‘-enier.’ Het woord ‘gaard’ is volgens de naslagwerken overigens “Ontleend aan het Germaans Oudfrans jart, jardin ‘tuin’ (Nieuwfrans jardin), Picardisch en Normandisch gardin ‘id.’, waaruit ne. garden ‘id.’.”

            Ik ben trouwens van mening dat je niet zo ver terug moet gaan om woorden te verketteren, maar wie kaatst moet de bal verwachten zou ik zeggen.

            Beantwoorden
  2. Ton van der Wouden zegt

    24 april 2017 om 11:31

    nog een argument dat “kut” tegenwoordig (ook) bijvoeglijk naamwoord gebruikt is: je vind ook de vergrotende (“kutter”) en de overtreffende trap (“kutst”).

    Beantwoorden
    • Ton van der Wouden zegt

      24 april 2017 om 11:33

      ik bedoel natuurlijk
      nog een argument dat “kut” tegenwoordig (ook) bijvoeglijk naamwoord is: je vindt ook de vergrotende trap (“kutter”) en de overtreffende (“kutst”).

      Beantwoorden
  3. Lucas Seuren zegt

    24 april 2017 om 16:28

    Het weer is al wekenlang zo enorm kut; het is gewoon kutweer.

    Tsja, wat moet je er ook eigenlijk mee.

    Beantwoorden
  4. Peter-Arno Coppen zegt

    25 april 2017 om 11:21

    Nog een argument voor het voorvoegsel ‘kut-‘ is de mogelijkheid tot versterking door herhaling: ‘Het was werkelijk kut- en kut-weer.’ Net als bij ‘Hij is aarts- en aartslui,’ maar niet ‘*Hij is erg en erg lui’)

    Beantwoorden
  5. Peter-Arno Coppen zegt

    25 april 2017 om 11:23

    Het bijvoeglijk gebruikte ‘kut’ zou ook in een initiële nevenschikking met andere bijvoeglijke naamwoorden moeten kunnen staan, zoals: ‘Het is zowel kut als vies weer.’ Die vind ik dan wel weer een stuk minder.

    Beantwoorden
    • Lucas Seuren zegt

      25 april 2017 om 16:30

      Ja, je verwacht eerder iets als ‘vies kutweer’ (enigszins tautologisch)

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Twan Vet • Ochtendkrant

Morgen mag je heus wel weer over de wereld
lezen, maar vandaag nog niet. Dus blijf in bed.
Ik heb al thee voor je gezet.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OP EEN AFGEWEZEN HARING

Nee, haring moet je maar niet eten,
op zeebanket rust een bezwaar,
dan krijg je van die gekke dromen
met rare lintjes in het haar.

Bron: Barbarber, december 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

11 juni 2025

➔ Lees meer
23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

4 juni 2025

➔ Lees meer
2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1973 Leendert van Dis
2020 Flip G. Droste
➔ Neerlandicikalender

Media

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

10 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Taal doe je samen

Taal doe je samen

9 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d